Nr. 9726 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen de brief van de heer mr. T.H. Pasma, d.d. 28 februari 1986, waarbij hij namens de heer M.M. Rurenga beroep instelt ingevolge de Woningwet tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 februari 1986, R.O.V. nr. 2259, verzonden d.d. 19 februari 1986, tot het doen van een aanschrijving tot het treffen van voorzieningen aan de panden Joh. Semsstraat 10, 12 en 14, en inge volge de Bouwverordening tegen hetzelfde besluit tot het weigeren van een sloop vergunning ten behoeve van de panden 10 en 14; overwegende, dat het beroepschrift ingevolge artikel 2 van de Procedurever ordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften om advies in handen is gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschrif ten; dat de commissie in haar advies d.d. 27 nei 1986, bijlage nr. 239 hem adviseert het beroepschrift deels gegrond, deels ongegrond te verklaren; dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie kan vereni gen; gelet op de Woningwet, de Bouwverordening en de Procedureverordening Raads adviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften; BESLUIT - het beroepschrift gegrond te verklaren voor zover het de aanschrijving inge volge de Woningwet betreft; - het beroepschrift ongegrond te verklaren voor zover het de weigering van de sloopvergunning ingevolge de Bouwverordening betreft. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 461