-2-
van het fietspad en een eventuele compensatie daarvan en op het feit,
dat Gedeputeerde Staten van Friesland de verklaring van geen bezwaar
voor het fietspad inmiddels hebben verleend.
V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep-
en bezwaarschriften.
De commissie stelt vast, dat de onderhavige procedure niet wezenlijk
afwijkt van de procedure zoals die terzake in 1985 is gevoerd. De pro
blematiek blijft zich toespitsen op het bestreden plan en op eventuele
alternatieven daarvoor. Het aspect van het recreatieve fietsen behoeft
niet de meeste nadruk nu ook elders in en rond Leeuwarden de mogelijkheden
voor het recreatieve fietsen zijn en worden vergroot. De aspecten van
de verkeersveiligheid langs de parallelweg van Boksum naar Deinum worden
gediend door het besluit van de gemeente Menaldumadeel daarlangs een
fietspad aan te leggen, in de kosten waarvan de gemeente Leeuwarden
zal bijdragen. Bovendien verleent de gemeente Menaldumadeel haar mede
werking aan het onttrekken aan de openbaarheid van de Pypsterbuorren
Het alternatief van een tunnel in de Pypsterbuorren acht de commissie,
mede gelet op het zeer hoge bedrag aan meerkosten, dan geen reëel al
ternatief meer. De aantasting van het bedrijf van de familie Cuperus
is weliswaar niet te ontkennen, doch die aantasting staat niet in ver
houding tot de voornoemde meerkosten, zeker niet nu die aantasting
zo gering mogelijk wordt gehouden en de mogelijkheid niet is uitgesloten,
dat die aantasting nog geringer wordt. In geval van een onteigenings
procedure en een planschadeprocedure kan de familie Cuperus schadevergoeding
bij de gemeente Leeuwarden claimen.
Op grond hiervan adviseert de commissie de Raad de bezwaarschriften
ongegrond te verklaren en te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit.
Wnd. voorzitter, Secretaris,
(mr. C.O. Rommerts) (mr/A.D. van Diik)
Nr. 9727
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief dd. 10 maart 1986 van de heer drW. Bongers te Wagenin-
gen en de brief dd. 12 maart 1986 van de heer T. Cuperus c.s. te Boksum,
waarbij ingevolge de Wet AROB bezwaar is ingediend tegen het voorbereidings—
besluit van de Raad dd. 27 januari 1986, nr. 675 sub I, ten behoeve
van de aanleg van een fietspad aan de oostkant van de spoorlijn Leeuwarden-
Stavoren nabij de zuidtangent;
overwegende, dat deze bezwaarschriften ingevolge artikel 2 van de Proce
dureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften
om advies in handen zijn gesteld van de raadsadviescommissie voor
de beroep- en bezwaarschriften;
dat de commissie in haar advies dd. 27 mei 1986, bijlage
nr240 ,hem adviseert de bezwaarschriften ongegrond te
verklaren
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie kan
verenigen
gelet op de Wet AROB, de Wet Ruimtelijke Ordening en de Procedureverordening
Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften;
BESLUIT:
de bezwaarschriften van de heer drW. Bongers en de heer T. Cuperus
c.s. ongegrond te verklaren.
Aldus besloten in de openbare
vergadering van
Voorzitter
Secretaris