Vaststelling Beleidsnota Stadsvernieuwing 1986.
Bijlage no. 59 Leeuwarden, 6 februari 1986,
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding
In Uw vergadering van 28 januari 1985 heeft U de Nota Decentralisatie Stadsver
nieuwing vastgesteld. Deze nota, opgesteld door de gemeentelijke werkgroep
decentralisatie stadsvernieuwing, gaat in op de gevolgen van de invoering van de
Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (W.S.D.V.) per 1 januari 1985 voor de
stadsvernieuwing in Leeuwarden.
Zoals bekend was de tijd waarin de gemeente moest inspelen op de invoering van
de nieuwe wet uiterst krap. De tijd om de gevolgen van de decentralisatie
gedachte te vertalen in het stadsvernieuwingsbeleid ontbrak. Derhalve in voor
noemde nota, om de voortgang van de stadsvernieuwing niet in gevaar te brengen,
gekozen voor de continuering van het in de afgelopen jaren gevoerde
stadsvernieuwingsbeleid.
De werkgroep is, na een onderzoek naar de noodzaak en wenselijkheden het beleid
aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden, tot de conclusie gekomen dat de
in 1981 vastgestelde Beleidsnota Stadsvernieuwing op een aantal punten
achterhaald is en niet langer als uitgangspunt kan dienen voor de stadsver
nieuwing in Leeuwarden.
Ter vervanging van deze beleidsnota heeft de werkgroep de voorliggende (reeds in
Uw bezit zijnde) Beleidsnota Stadsvernieuwing 1986 opgesteld.
In deze nota worden aanbevelingen gedaan voor beleidswijzigingen op een aantal
sectoren van de stadsvernieuwing en wordt een onderbouwing gegeven van het door
de werkgroep opgestelde Meerjarenprogramma stadsvernieuwing 1986-1990.
Met de gekozen opzet kunnen wij ons verenigen.
Conform het bepaalde in de interim-inspraakverordening heeft de Beleidsnota
Stadsvernieuwing 1986 gedurende het tijdvak van 25 oktober 1985 tot en met
6 december 1985 ter inzage gelegen en is toegezonden aan de bij de stadsver
nieuwing in Leeuwarden betrokken organisaties en instellingen.
Voorts is de nota aan de orde gesteld in de op 18 november 1985 gehouden verga
dering voor de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. In deze vergadering heb
ben een aantal belanghebbenden het woord gevoerd. Kortheidshalve verwijzen wij
hiervoor naar het verslag van deze vergadering dat voor U bij de stukken ter
inzage is gelegd.
Daarnaast zijn een vijftal schriftelijke reacties ontvangen, die eveneens ter
inzage liggen. In het navolgende gaan wij hier nader op in.
_Inspraakre_sul_taten
A- Werkgroep de Meenthe
De adressante is van mening dat het opstellen van een plan van aanpak door een
nog in te stellen werkgroep na-oorlogse wijken geen vertraging mag inhouden voor
de aanpak van de problemen in de Meenthe. Zij vraagt zich af in hoeverre de gere
serveerde middelen met name in de latere jaren toereikend zullen zijn. Voorts