32-5 II. Ten behoeve van de uitvoering van de onder I. genoemde werken o.q. beste dingen een aanvullend krediet van 6.836.525,beschikbaar te stellen. III. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot de daadwerkelijke uitvoering van de onder I, (onderdeel A) bedoelde werken over te gaan nadat de defini tieve plannen om advies zijn voorgelegd aan de Commissie voor Openbare Werken Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing 1986. Bijlage no. 61 Leeuwarden, 6 februari 1986. Aan de Gemeenteraad. De op 28 januari 1985 door U vastgestelde Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing dient op basis van de in de Beleidsnota Stadsvernieuwing 1986 aangegeven uitgangspunten te worden herzien. Daarnaast is de verordening kri tisch op haar werkbaarheid bekeken. Eén en ander heeft geresulteerd in het bij de stukken ter inzage gelegde (reeds in Uw bezit zijnde) ontwerp van de "Subsi dieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing 1986". Ter wille van de leesbaarheid hebben wij gekozen voor het vaststellen van een geheel nieuwe verordening in plaats van een wijziging van de verschillende onderdelen c.q. artikelen. In verband daarmede zal de oude verordening door Uw Raad moeten worden ingetrokken. De ontwerp-verordening heeft gedurende het tijdvak van 29 november 1985 tot en met 3 januari 1986 ter inzage gelegen en is voorts - conform het bepaalde in de interim-inspraakverordening - toegezonden aan de bij het stadsvernieuwings proces betrokken organisaties en instellingen. Ter zake zijn overigens geen reacties ontvangen. Voorts is de ontwerp-verordening aan de orde gesteld in de op 9 december 1985 gehouden vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. In deze vergadering is geen gebruik gemaakt van het recht van belanghebbenden ter zake het woord te voeren. Overigens verwijzen wij U naar het verslag van de vergade ring, dat voor U bij de stukken ter inzage is gelegd. Een van de belangrijkste wijzigingen van de verordening heeft betrekking op de in hoofdstuk 2 opgenomen subsidiëring van de verbetering van door de eigenaar bewoonde woningen. Dit hoofdstuk is zodanig aangepast, dat het verrichten van groot-onderhoud subsidiabel wordt, het subsidiëren van woontechnische voorzie ningen alleen mogelijk wordt, wanneer het achterstallig onderhoud is weggewerkt en de subsidiëring van als "luxe" te omschrijven voorzieningen verminderd wordt c.q. achterwege wordt gelaten. In de verordening is een nieuw hoofdstuk 5 opgenomen, waarin een regeling wordt gegeven betreffende de tegemoetkoming in de verhuis- en/of herinrichtings kosten bij woningverbetering, groot-onderhoud en woning- c.q. krotontruiming in het kader van de stadsvernieuwing. Deze komt in de plaats van de op 1 januari 1985 vervallen rijksregeling "Geldelijke steun bewoners bij woningverbetering en krotontruiming 1975". Het in de oude verordening opgenomen hoofdstuk 5 is in verband met het vorenstaande vernummerd tot hoofdstuk 6. In dit hoofdstuk wordt de subsidiëring van door woningbouwcorporaties te maken kosten voor met de verbetering van woningcomplexen samenhangende activiteiten, zoals het geven van voorlichting aan bewoners, gecontinueerd. Nieuw in de verordening is, dat ook aan particuliere verhuurders in dergelijke gevallen subsidie kan worden toegekend. Aan dit hoofd stuk is voorts een artikel toegevoegd waarin de mogelijkheid wordt geopend aan woningcorporaties en instellingen, die in deze gemeente werkzaam zijn op het gebied van de verbetering van het particulier woningbezit (zoals de S.V.K.), een bijdrage toe te kennen van maximaal 10.000,in de aankoopkosten van een te verbeteren particuliere woning. De overige hoofdstukken van de verordening zijn - behoudens enkele redactio nele aanpassingen - niet gewijzigd. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 54