- 6 - Buurt 52 (Heechterp) In het kader van de renovatie van deze buurt terugploegexperiment) heeft tevens een herinrichting van de aanwezige speel- en groenvoorzieningen in deze buurt plaatsgevonden. Buurt 55 (Camminghaburen) Sinds het verschijnen van het rapport zijn in een aantal deelgebieden van de wijk Camminghaburen mede op basis van de wensen van de bewonersgroepen speel- en groenvoorzieningen gerealiseerd. Wijk 6. Buurt 62 (Aldlan-Oost) In de nabijheid van de onlangs gerealiseerde wijkaccommodatie is een tijdelijk trapveld aangelegd. Buurt 92 (Wirdum) In de omgeving van de Sj. v.d. Kooistraat is inmiddels een speelvoorziening aangelegd (plan Wirdum-Marwerd) Buurt 93 (Wytgaard) Met de aanleg en inrichting van een speelvoorziening bij de Tjissemahof is een begin gemaakt. Mogelijke ingrepen. Ten aanzien van de in het rapport gedane suggestie voor mogelijke ingrepen dient het volgende te worden opgemerkt. In voorkomende gevallen zal moeten worden bekeken welke suggesties kunnen worden geconcretiseerd en in welke mate. Daarbij zullen naast inhoudelijke overwegingen ook financiële en planologische aspecten een rol spelen. Gelet hierop achten wij het niet gewenst in dit kader uitspraken te doen omtrent de noodzaak en de wenselijkheid van ingrepen zoals die zijn vervat in tabel 7 (pag. 45 t/m 47) Prioriteitsstelling Wij kunnen ons verenigen met de aangegeven prioriteiten op buurt- en wijkniveau. De prioriteitstelling op stadsdeelniveau, zoals die in het rapport is weergege ven geeft ons aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen. Gegeven het feit dat het reailiseren van de stadsuitbreiding Wiardaburen aan zienlijk is vertraagd, kennen wij aan het realiseren van een stadsdeelvoor ziening in dit gebied niet meer de hoogste prioriteit toe. Wel zijn wij met de samenstellers van het rapport van mening dat het tekort aan voorzieningen op stadsdeelniveau in het zuidelijk stadsdeel het grootst is. Gelet daarop stellen wij U voor de plannen m.b.t. het Potmargegebied de hoogste prioriteit te geven. Ten aanzien van de eventuele verdere inrichting van het Rengersparkgebied merken - 7 - wij op, dat nog onderzocht moet worden in hoeverre door een beperkte aanpassing van het gebied de aantrekkelijkheid als wandelgebied kan worden vergroot. Wij zijn daarbij van mening dat overeenkomstig het gestelde in het bestem mingsplan de huidige open structuur (weidegebied) zoveel mogelijk gehandhaafd dient te blijven. Om tegemoet te komen aan de tekorten op stadsdeelniveau in de wijk Lekkumerend (oost en west) zou de mogelijkheid onderzocht kunnen worden in hoeverre een wan delroute aan de noordzijde van de Bonkevaart gerealiseerd zou kunnen worden in aansluiting op de het wandelpad tussen "Tolhuis" en Lekkum. Ten aanzien van de verruiming van de recreatieve mogelijkheden voor bewoners in het noordelijk deel van de stad (Bloemenbuurt, Lekkumerend, Bilgaard) en het dorp Lekkum zou gedacht kunnen worden aan de realisatie van een bosachtig gebied. In de nota stadsrandzone (1981) van het Staatsbosbeheer wordt een derge lijke aanleg zeer wenselijk geacht. Tevens kan worden gesteld dat er t.b.v. de aanleg van zgn. produktiebos met een extensieve recreatieve functie door het Rijk bijdragen tot maximaal 100^ kunnen worden verleend in zowel de aanlegkosten als de exploitatielasten van een dergelijk bosgebied. Aan de voor de opstelling van een plan benodigde landschapstructuurschets wordt thans door ons gewerkt. Wij verwijzen U tevens naar het in deze raadsbrief gestelde onder hoofdstuk 12. Gelet op het vorenstaande zijn wij mening dat de in het rapport weergegeven prioriteitenstelling op stadsdeelniveau bijstelling behoeft. Wij stellen U derhalve voor de in het rapport aangegeven prioriteitenvolgorde op dit punt als volgt te wijzigen. 1. Potmargegebied inrichten (inclusief fiets- of voetpad Potmargegebied Abbingapark) 2. Gebied Vierhuis/Snakkerburen inrichten in aansluiting op Kalverdijkje als boscomplex voor extensief recreatief medegebruik; 3. Rengersparkgebied; wandelmogelijkheden verbeteren; 4. Lekkumerend (oost en west); aanleg wandelroute; 5. Kalverdijkje; aanbrengen van voorzieningen t.b.v. het intensiever gebruik van het gebied; 6. Wiardaburen; aanleg stadsdeelvoorziening. Hoofdstuk 6. Binnenstad. In dit hoofdstuk wordt de binnenstad als totaal recreatief gebied beschouwd, waarbij niet alleen de groenelementen maar ook de winkels, horecavoorzieningen, theaters, musea e.d. van belang zijn. Op grond van met name kwantitatieve normeringen wordt aangegeven dat er in de binnenstad behoefte is aan een 10-tal speelvoorzieningen, waaronder twee groot schalige speelterreinen van respectievelijk 2500 en 6000 m^. Voor het overige wordt in het rapport verwezen naar de nota Binnenstad Stadsver nieuwingsgebied. Gesteld wordt dat de uitvoering van de in die nota gegeven plannen zal leiden tot een verbetering van de recreatieve kwaliteit van de bin nenstad. Aan het slot van dit hoofdstuk wordt een aantal suggesties gedaan met betrekking tot mogelijke ingrepen. Te noemen zijn: - versterking van de winkel- en horecafunctie door het aanbrengen van beplan ting; stimulering van uitgaansmogelijkheden rond het Waagplein door uitbreiding van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 7