Artikel II
Deze verordening treedt in werking met ingang van heden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergader!
van
Voorzittei
- 2 -
Secretari:
5. CONCLUSIES.
5.1. Korter c.q. in deeltijd werken.
a. De animo onder het gemeentelijk personeel om korter c.q. in
deeltijd te gaan werken is niet groot: ruim 5% overweegt op
dit moment om korter te gaan werken.
b. Meer dan de helft van de respondenten die overwegen om korter
te gaan werken heeft een voorkeur voor een werkweek van 32 uur.
6
c. De animo om in deeltijd te gaan werken is bij vrouwen vele
malen groter dan bij mannen.
d. Onder de respondenten met een werkweek van 32 uur is de animo
om (nog) korter te gaan werken 4 5 keer zo groot als onder
respondenten met een werkweek van 36 c.q. 40 uur.
e. Van alle genoemde motieven om niet korter of in deeltijd te
gaan werken is het financiële motief verreweg het belangrijkste:
voor 9 van de 10 respondenten weegt dit motief zwaar tot zeer
zwaar
f. Het op één na belangrijkste motief om niet korter of in deeltijd
te gaan werken is het gebrek aan vertrouwen in de uitspraak dat
de door arbeidstijdverkorting vrijvallende uren zullen worden
omgezet in nieuwe arbeidsplaatsen.
5.2. Deelname aan de studiefaciliteiten-regeling.
g. Iets meer dan de helft van de respondenten heeft vroeger ge
bruik gemaaKt of maakt nu gebruik van de studiefaciliteiten
regeling.
h. Er zijn duidelijke verschillen in deelname aan de studiefacili
teiten-regeling tussen mannen en vrouwen: 52% van de mannen en
39% van de vrouwen heeft opgegeven nu of in het verleden gebruik
te maken c.q. gebruik gemaakt te hebben van de regeling
studiefaciliteiten.
i. Éénderde van de respondenten overweegt om in de toekomst een
opleiding of cursus te gaan volgen met behulp van de studie
faciliteiten-regeling.
j. De benoefte om in de toekomst een opleiding te gaan volgen is
onder mannen en vrouwen vrijwel gelijk.
k. Een opmerkelijk gegeven is dat de behoefte aan extra scholing
net grootst is bij de groep respondenten die zegt voor hun
functie te hoog te zijn opgeleid.
1. Ongeveer de helft van de respondenten heeft geen behoefte aan
extra opleiding.
De meest genoemde reden hiervoor is: "tevreden met huidige
opleiding"
m. Onder mannen is het motief "tevreden met huidige opleiding" ver
reweg de belangrijkste reden om geen opleiding (meer) te gaan
volgen; bij vrouwen is het motief "geen tijd" de belangrijkste
reden