VIBezwaarschrift van Makelaardij Hellema namens de P.G.G.M. te Leeuwarden.
De bezwaren betreffen de volgende onderdelen:
a. bezwaar tegen het niet opnemen van een horeca-bestemming voor de Gouverneu
passage aan de zijde van de Grote Hoogstraat;
b. bezwaar tegen het moeten realiseren van een doorgaande verbinding in de Go
verneurspassage.
In aanmerking nemende het functiepatroon in de Grote Hoogstraat ontmoet het geen
bezwaar om aan die zijde een horeca-bestemming-categorie e toe te laten, waarbij
de beperking van de omvang wordt bepaald op 20% van het binnen de bestemmingsgre
vallende oppervlak van de desbetreffende bovengrondse bouwlaag.
Wij stellen U voor dit bezwaar in dit opzicht gegrond te verklaren en de plankaa
te wijzigen door ter plaatse de aanduiding "h" met steraanduiding ten behoeve va
de eerste bovengrondse bouwlaag te vermelden.
Ten aanzien van het onder b gereleveerde bezwaar merken wij op, dat uit het best
mingsplan geen uitvoeringsplicht voortvloeit tot realisering van een doorgaande
verbinding. Op de plankaart zijn voor de begane grond verschillende functies aar
gegeven waaronder verkeersdoeleinden, hetgeen impliceert dat - afgezien van de f
telijk gerealiseerde passage - het gehele perceel met de op de plankaart vermeld
functies kan worden bebouwd. Dit laat overigens onverlet verplichtingen welke in
privaatrechtelijke zin ten aanzien van dit perceel gelden.
Wij stellen U voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
Wij attenderen er overigens op, dat aan de zijde van de Sint Jacobsstraat in het
bestemmingsvlak ten onrechte voor de eerste bovengrondse bouwlaag de kantorenbe
stemming is aangegeven. Wij geven U in overweging het plan in dit opzicht te wij
zigen door middel van het schrappen van de desbetreffende aanduiding op de plan
kaart
- 5 -
Bezwaarschrift van J.T.M. Hepkema te Leeuwarden.
De bezwaren richten zich tegen de volgende onderdelen:
a. bezwaar tegen de niet toereikende aanduiding van de "bestaande be
bouwing" op de plankaart, waardoor op basis van de plankaart niet
geconstateerd kan worden welke gedeelten van de als bijbehorend erf
(met stippellijntjes) aangegeven oppervlakken van bijvoorbeeld de
blokken 3,5 en 9 wél en welke niét bebouwd zijn;
b. bezwaar tegen de bestemming "bijbehorend erf" op het onbebouwde gedeelte
behorende bij het perceel Nieuwestad N.Z. 139 hetgeen een beletsel
zou vormen voor realisering van een bouwplan in de vorm van een T-
vormig complex van 330 M2 zulks in combinatie met het hem toebehorende
pand Sint Jacobsstraat 7;
c. bezwaar tegen het niet toekennen van de bestemming "Centrumvoorzieningen"
aan de onder b vermelde percelen;
d. bezwaar tegen het feit dat in~ de blokzijde 3-1-Sint Jacobsstraat—
niet meer dan twee horeca-e functies zijn toegestaan;
e. bezwaar tegen het feit dat aan de oostzijde van dè Sint Jacobsstraat
wel een horeca-d functie mag worden uitgeoefend en niet recht daar
tegenover aan de westzijde van deze straat;
f. bezwaar tegen de beperking van het aantal bestemmingen "ambachtelijke
bedrijven','"dienstverlenende bedrijven", "maatschappelijke doeleinden"
en "amusementsvoorzieningen" in blokzijde 3-1 (de kolom toelaatbaar
volgens plan zou meer flexibiliteit moeten bezitten);
g. bezwaar tegen de eis dat in de blokzijde 3-1 minimaal 2 detailhandels
zaken moeten worden gehandhaafd waardoor een beletsel ontstaat hieraan
een andere bestemming te geven in geval van langdurige leegstand;
h. bezwaar tegen het beperken van het recht tot voortzetting van van het
plan afwijkend gebruik als bedoeld in artikel 19 eerste lid sub b
van de voorschriften, waarbij niet duidelijk is of de termijn van
drie jaar ook reeds kan aanvangen voordat het plan rechtskracht
verkrijgt
i. bezwaar tegen het bepaalde in artikel 19 tweede lid sub b waarin
ten onrechte wordt afgeweken van hetgeen in overeenkomstige bepalingen
in voorafgaande bestemmingsplannen voor binnenstadsgebieden is bepaald.
De beperkende clausule "met inachtneming van de grenzen welke ten
aanzien van het bouwen bij het plan zijn bepaald tenzij herbouw in
dat geval niet mogelijk is" dient z.i. te vervallen;
j. bezwaar tegen het bepaalde in artikel 19 tweede lid sub c omdat dit
voorschrift een doublure lijkt te zijn van het bepaalde in artikel
14 eerste lid sub a van de voorschriften;
k. bezwaar tegen het niet aangeven van de overkluizingen in twee lagen
van stegen ter weerszijden van het pand Wirdumerdijk 23 zulks met
het oog op het bepaalde bij artikel 19 tweede lid sub b van de voor
schriften
1. bezwaar tegen het niet opnemen van de kantoorfunctie in de vrijstel
lingsbepaling in artikel 4 zesde lid sub a van de voorschriften en
bezwaar tegen het feit dat deze gebruiksvorm slechts via een vrij
stelling is te verkrijgen (bij gunst) en dus niet bij recht is toege
staan;
m. bezwaar tegen het bepaalde in artikel 4 vierde lid sub b waarin
de oprichting van bijgebouwen wordt beperkt tot één bouwlaag;
n. bezwaar tegen het restrictieve vestigingsbeleid met betrekking tot
de vestiging van amusementsvoorzieningen. Aan iedere blokzijde zou
tenminste één amusementsvoorziening toegelaten moeten worden;