qqaqxaS uaquamaqa aqaqqqaads xaam 3am pxnAaSuee xapeu pqaqsq aqaqoqS qaq qpxow
Suipf qxqsaqspqaqsooxqxaw ap Cqq -apuaSjoA qaq uara qeeqsxaA uawnaquxaA japuo
•pqaaxqsa8eu uassxaaqas ua uaSuqxaqqqn
aqBiaos xooa uaqzaq apoqxadsqauqqeq ap xaAO qqaexqdooq uba pnoqaq apamsqe
suamoquq oqqau ua oqnxq uassnq puBqsqB ap uba Suquqaqq-isA uaa qpxow suaAax
•pxaasqxqqBqsaS uapxow
aqsuqmuaq qaz qnxpuaqseq aAaqqoaqxoa aq qqaaxqaSSnxaq uapxow 0661 UT uamoquq
XBBUoqqBu qaq uba 53'g aqsSooq uaq qoq qfqfl qaq uba qxoqaqsSuqxaqouBuqq qaq
suaAaq jbz aoqaBBQ -pqaqxB uba uaqapxaAxaq qaq ua x3IsJ3H qasqmouoaa qaq uba uap
-aaqxaA ua uaqxaqsxaA qaq qara ubbS aq qxooA *0661 UT 000*005 3P ^3puo qoq pxaq
-sooxq-iSM ap uba ua8uqxp8nxaq qaq qara ubbS aq qxooA xBeuxa qqaaxqs SuxxaSax aa
„uawnajuj3A ua uBB8qxooAM
uapxooM ap qara qeAaSuames pqaqsq uaaaoA aq qaq qpxoM pxooqqBxaaSax qaq uq
pxooqqexaaSax qaq uba ttaxffyxpqoah
•uaAaS uaqapxapuo qBquBB U33 do aqsqA azuo Cxm
uaqqnz suaSqoAxaA pxooqqBxaaSax qaq uba uaqapxapuo aquBAaqax pqaqxaAo aqfqqaq
-uaaraaS ap aooA ap uba uaAa8 sqaqas uaa qsxaaxaqqB fqw uaxxnz qBBxSBXBd azap uq
•pqaqaq qfqqaquaamaS uaaaoA
aq qaq aooA uCtz uaxxnz Susqaq qooaS uba sxapeq azap qap ufqz qfqqapqnp TBZ 13H
•pqaqaqsqfqx uaaaoA aq
apoxxaduBqdspqaqaq 3P apuaanpaS qaq uba saapBq ap qqp qBAaq uazaw ux -pqaaqaSBU
uapaort xBZ qqqaqs fl^A paooqqBaaaSaa qaq qep SuxqqaBMxaA ap sqaooA qBBqsaq ag
•uapaqsaq aq qqospuBB paooqqsaaaSaa qaq ubb
uaqdspxaqaq qqp uq rao SuqpqaquBB sx aapuB ua uag 'apoxxaduExdspqaqaq 3P do qqaaq
Suqqqaxqaq xaaAaSuo pxooqqexaaSax uaqoqsag qaq qap quaqaqaq qjQ -apoxaad uaq
-aaqsaq UBqdspqaqaq UP aoop ap qara uaaaaAO qaap sqsqoox8 qaq uooa apoqaadaaa8aa
azap qmoq xbbC xajA uba apoxaadaaaSaa uaa uba apuBBSqxq -pSxpaaq qq-sxaqqn'q uu
-xqBq qaq sq sxapnoqqaw ap uba guxraaouaq ap ua aqqBqqBqsuq «q eu uapuBBra aqaqug
•pxooxpiBxaaSax qaq Z'\
•uaSuqwp aq qs uaSuxxapuBxaA rao uaraau uaqagaaqBBra Sqpou axB« ua
amsqoBa ua aqqBuqraqaasqp uba uiuoa aqqa uaSaq uapaaqdo qoo usp qaora aquaamaS aq
qqaqqaBpqqos ua aqquBaaqoq 'SuqqapuBqaq aqfxqaS do qqaaa qaq qara 8qpfxxqs
sx 'raxoAsSuxAaquaraBs qo pqaqpxBBaS aqanxas 'qqaBqsaS uba puoxS do pqaaqxooAfxq
sqaoz xnaq^spqnq qo/ua sex UBp uapuoxS axapuB do pqaqosxapuo uba uaqern qaq >[oo
c—x
besloten tot omvangrijke ombuigingen, is de positie van de uitkeringsgerechtig
den verder verslechterd en staat de werkgelegenheid in deze sector onder zware
druk.
Er valt niet te verwachten dat de ontwikkelingen in de collectieve sector onder
de huidige regering op middellange termijn zullen veranderen. Dit beeld geldt
ook voor Leeuwarden.
Op een aantal terreinen zijn negatieve ontwikkelingen tot staan gebracht of in
positieve richting omgeslagen. Zoals ook in hoofdstuk II wordt aangegeven zit er
weer een stijgende lijn in de werkgelegenheid en is de stijging van de werk
loosheid tot staan gebracht. Het activiteitenniveau in de gemeente neemt weer
toe.
De situatie van de gemeentelijke overheid is echter verslechterd. De budgettaire
problematiek is vergroot, hetgeen voornamelijk door het rijksbeleid wordt ver
oorzaakt
Voor een nadere beschrijving van de financiële stand van zaken verwijzen wij U
naar paragraaf 1.4.
Het wordt daardoor voor de gemeentelijke overheid steeds moeilijker om haar taak
te vervullen.
Met name de verbetering van de positie van de zwakkeren vraagt veel aandacht.
Ook in Leeuwarden is er nog een te groot aantal werklozen, de financiële positie
van uitkeringsgerechtigden is de laatste tijd alleen maar verslechterd, de kwa
liteit van het stelsel van sociale zekerheid is alleen maar verder achteruitge
gaan.
Grote groepen in de samenleving, zoals bijvoorbeeld vrouwen, etnische groepen,
ouderen en gehandicapten, bevinden zich in een afhankelijke situatie- Opdat het
economisch herstel niet aan de zwakkeren en minst draagkrachtigen voorbij gaat,
dienen zij zoveel mogelijk te worden ontzien en bijzondere aandacht te krijgen.
In dit verband wijzen wij voorts op het bestaan van racisme en discriminatie. Er
zijn tekenen die erop wijzen dat het in grotere mate openlijk worden hiervan
verband houdt met de slechte economische situatie. Wij zijn van mening dat elke
vorm van discriminatie, dat wil zeggen het maken van onderscheid tussen
individuen/groepen op oneigenlijke gronden, dient te worden afgewezen en te
worden bestreden.
Wij zijn dan ook verheugd dat de tendens van stijging van steun aan racistische
politieke partijen niet in Leeuwarden tot uiting is gekomen.
Anderzijds zijn wij van mening dat elke op dergelijke partijen uitgebrachte stem
(bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1986 0,27% van de in Leeuwarden uitgebrachte
stemmen) er één teveel is.