-aaA 30:} qpqnq uossaooadsSuqMnaqujaA uba uaqzjB qaq *ueeqsquo 8uxAaquaraes ap uq a^qaA uamaqqoad aooA ua8eap aq ubb quaqp (apam) ua8uqssoqdo ua SuxAaquames ap uq ua8uqqajpiqttquo fqq uaqqnqs aq ubb quaqp 'uapCpq axaqqoaqs qaaqaueuqq UT V° 'pqaqjaAO ap qBp 8uquam uba Cxm ufpz uaAaSaSuee uaqqaq uauueqdspqaqaq aSqaoA uq spaaa Cqw sqeoz -uaqeqaS uado SuxMnaquxaA aooA aqinqna xjoo sq pjoojpiBjaaS -aa qqp uq 'qqaqja8 8uqjauBS do sqqoaqs uaaef apuBeSaooA uq pqaqaq qaq sb/^ •pjoojpjeaaaSaa qaq uba uaqapjapuo aquBAaqaa aquaaraaS ap jooa ap uba aqqbnqbag •uaqqojqaSuq 'aqqenqeAa aqp uba 8uqqqoB«jB uq 'qpaow 8uxuaqjaAqsuaqp aqrqqaddeqasqeera ua 8jozspqaqpuoza8 qa^ ap uba djawquo qaq *ua8oAijaAo qpxoM 8uxAa8qaMs8uquuBqd ap uba SuqSqzCqM suaxoAqe 'qqaewaSjB qpaow s,oq8axjaojd ap qoq Suq^qaaqaq qam 3AM ap uba ua uaSuquaqzaooAsqnqua^aqz qa^ ap uba aqqBnqBAa aq •s ,0x83.1 jaoad ap qoq qjfqqq q^aadaq (3AM) SaozspqaqpuozaS uaSuquaqzaooA qa^ ap uba SuqaaoAuq aqej8aquq ap qep uaqoadsaSjB *b*o sq pqaqpuozaSsqqoA aoqaas ap uba uaqzuBB uaq •uaSCqj^ duoa aqexquaaap aaain uaa qBZ pxaqaquapaqqaSspuBqsaaqqoe qaq auiBU qaqj •uaaaSuoC jcooa auiBu qam 'Suppfqaqsaqspqaqsooq^jaM ap jooa qqopjjaA uapjow SuquuBdsuq aaapuozfqq uaa qez pxaqaquapaqjapuxm qaq uba xapeq qaq uq •ua8uquaqz -aooAuaaapno aaado>ipao8 jbbu aanp uba aqqnqqqsqns -u8z ap ubb uaAa8a8 uapaow SuqaaoAqqn Spqemueqd sqaooA qBz aq •qaMSufpzqatt ap aooA uaqqaq qaom satquanbas -uoa qqp aaaaAaoq uq ua jo uapaow qez uee8a8eq •ufpzqaft aoqaas ap uq uapuoAaS uapaow qaom ua8uq8quqnzaq ap uba qaap aaqoaS qapqeqaj uaa '8uxqox8aq-3AM 3P uba uaaoqoas a8pqaoAa8s8upzCp.i8.iaA ap uq uaqa8ajqBems8up8pnqmo aq^aadaq ap uba 8qoAa8 sqB 'qep qqaamaSdo qpaow annqqna ua uCqzqaw qaapaapuo qaq uba uaqzuBB uaq •qsnaaSaoq aaqaq uaanqsaqqooqos quamaSBuera -qooqos qaq uba Suq^aaqsaaA qsBBu 'uapaoA aoqaeea 'paaaspqeajaS apopjadsqaupqexi azap uq uaqoqos uba axmouoqnB ap uba Suq^aaqsaaA ua 8uqaaqn8aaap ap qpaow suaAaq "(0B9A) sCqMaapuosqsBq qazaSqaooA uaquamqaadxa awnapu uaqq qeempxeni aooA SuqqaSaaaaaquamqaadxa uaa ua aBBC uaqq uba uCpmjaqs8upjboaux uaa 'uaqoqos aqqB aooA SuqaaoAux 'apoqaadsSuuSaaAo uaa 'jape^ qfqqapnoquq qaq uba'uaqzuBB uaq uaqqBAaq uaSuquaqzaooA qBz qaqsaooAsqaw apuaqjaaqaq qaq -paaoAaSuq sfqw -aapuo qazaSqaooA qaq do qaft ap uq qaoddBa-qq^ qaq maojuoo qpaow SupmxoAspseq aa •Suqqoqos ua 8uq«naqu -J9A aqosquqoaq 'uaSupjaqsaAup uba uaxapxoAaq qaq do qqoqaa8 'uaAfpqq qez 8qpou pqaqaq puaqqnAUBB uaa s,op8ax aSqunnos jooa qep qpaow puaqxapuo 'qBBqs qBBjquao joioasjuibui ap uba 8uj2ij3jsj3a f jqjbba 'ojSbj uaa uba uapaq^jC xxa®ora uaSJpa ap 1—7 starring en in de nabije toekomst tot achterstanden en vertraging in de ont wikkeling van die samenleving. Een starre benadering waarin geen ruimte is voor beleidsaanpassingen zal op den duur een averechtse uitwerking hebben. Wij zijn echter van mening dat de door het Rijk voorgestane vernieuwing onvol doende is gericht op de sectoren van de samenleving en de groepen burgers waar de nood het hoogst is. Zo is uit onderzoek gebleken dat de kans voor langdurig werklozen om deel uit te maken van het arbeidsproces zeer gering is. Deze groep dreigt voorgoed buiten spel te staan. Wij achten dit onaanvaardbaar en zijn dan ook van mening dat het vernieuwingsproces zich juist op de zwakkeren in de samenleving dient te richten. Het streven van het kabinet om te komen tot een bestuursakkoord met de lagere overheden juichen wij op zich toe. Wij betreuren het echter dat de relatie tussen de rijksoverheid enerzijds en de lagere overheden anderzijds zich zodanig heeft ontwikkeld, dat er een bestuurs akkoord nodig is om het vertrouwen te herstellen. Wij zijn van mening dat de rijksoverheid de lagere overheden dient te bezien als mede-overheden en niet als één van de vele belangengroepen die tracht bij de rijksoverheid een gewillig oor te vinden voor bepaalde deelbelangen. Per slot van rekening trachten zowel de rijksoverheid als de lagere overheden de belangen van alle burgers van Nederland te behartigen. Uit mededelingen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die namens de gemeenten de onderhandelingen voert, is gebleken dat het concept-bestuursakkoord afspraken bevat over spelregels en procedures. Het gaat daarbij om die zaken waarvoor door de gemeenten in de achterliggende jaren de aandacht van de rijks overheid is gevraagd en waarvan ook in enkele gevallen door het Rijk is beaamd en vastgelegd dat die wensen redelijk en gerechtvaardigd zijn. Zo liggen de beginselen van evenredigheid en redelijkheid reeds vast in <3e zoge naamde Evenredigheidsnota. Het daarin geformuleerde beleid ligt ten grondslag aan de nadere uitwerking van de afspraken over de financiering in de collectieve sector. Verder bevat het concept afspraken over de procedure bij eventuele kor tingen op specifieke uitkeringen, sanering daarvan en voornemens tot bundeling. Naast deze financiële aspecten bevat het conceptakkoord afspraken over de wijze waarop de gemeenten worden betrokken bij het voorgenomen programma van wetgeving en bij de beleidsontwikkeling, voor zover de positie van de gemeenten daarbij in het geding is, de algemene lijnen van decentralisatie en de informatie uitwisseling. Tenslotte bevat het concept-akkoord een grondslag voor nadere uitwerking per departement (deelakkoorden), die zullen worden "geregeerd" door het bestuurs akkoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 152