•ppaqaq «naiu ua Supjapjeawjaq aqazup aSaqCxq apmaoua8 ap jbbu ua 'Supjapjaawjaq jbbj8 -ejad jbbu n Cjm uazfywaaA quajjmojapq gupqqazuaajxn aaapBu uaa jooa -u^m 8*3 j pB SupaapaBBAuaq aqajuappauj jooa uaop uajaom uax"[95SJOOA uappuaAoq q Cxm asp ajjoojg aqftx93j9p u39 UBA Isebujbbp ufpz 0661 l9ni ua 503 3861 uajEf ap jaAo uaj -joqaj axajuapjaup apuajajsaj guyjapjaawjaq aqajnqanjqs ap uba SujjaoAjoop bu 3q •pjaqaq apuBBjsaq qaq uba Suxwnoqosaq aqos-jixjq apmaouaS ap uba japaq jaq UT uappaq jqaepuBB azuo spaaa mnjpaqs aapaaa uaa up axp uamouaSdo uaqaaCojd ap suaAap ufpz appBxadoSupxapxBBAxaq apajnqanjjs azap up *1661 UT qjoqaq apmeajaS jaq jam uaaxaAO qmoq Sajpaq qjQ "upra 3*8 j do ppBBdaq ajjajadosSujjapjaawjaq apaxnqonxqs ap uba SuxpparjsqBBq ap fxw uaqqaq jqaazjoojaA uapjOM ppapaqsqCpx qaq xoop qoo appaapaS uaa jooa axp sxappEAuaSap ua -aara aSpxaAO ap jam puapnoq Supuaqaq -upm 3'1 p spuopapuaauiao paq ppn Sujjaqjpn auamaSpe ap jooa pB uaappB uaSejpaq pjooqqajaaSaj paq uba saxpuanbasuoo aQ *sp qfppapfpuijaAuo SujjapjeaMjaq PBp paoqap SpuBpoz uaa puaqapaq sxappBAuaSap ua -aam aSpjaAo pam ppapaqsqCpj paq uba appBupqmoo bq -uapjaap ap appajadosSupjapjBBAjaq uaa jooa ua8uxppaj -aqjooA uamoqjuo uauunq ubb papu ja Cxm pup japqaa puaqapaq appanuopup axapBU aa •aSBpfxq apuajoqaq uBpdsppapaq pxp Cpq ap jbbu fl Cpw uazfxwjaA puajpuiojajH •ppapaq wnaju pop uappapsjooA ubb qoou '8upjapjBBAjaq pop uappapsjooA ubb paapsaq sp jqoapuee qoou UBpdsppapaq pxp uba pp qnpsppooq up pap puaqapaq lid -ppapsaSppn ppapaq wnapu pop uappapsjooA uba Supjajouoq ap puajpmo SuxmjoA -ppnpsaq ap 'appauijopup apmaouaS uba SqppqoBwpB up 'Cpw uaqqaq suaAap -axrjajado -sSupjapjBBAjaq uaa uba uappaz 8ue8 up papu uap pa paq jsao uappnpsaq uauunq ap mo qfppaqBzpoou pjooqqejaaSaj paq ua ajpBpnojpo-punf ap used up 'ppapaqsqfpj uajaoA ap paq jbao appamjopup ajapau apamspa ^861 pBappnsajsSupuaqaj paq j3ao appamjopup fpw uappqoa 8861 ^aAo paappnsajs8upuaqaj paq uba uapjow puaqaq paq aq appajadosSupjapjaaMjaq uaa jooa uappajp ap uaSupppajaqjooA mojapaw uamou -aS ppnpsaq paq paap pappapaj Cpw uaqqaq uajaf apuaeSjooA pop SupqfppaSjaA up •uamoqSnjaj apjapam azap do japnu uapouaup,p ap jooa apssprnmoq ap up uappnz Cpf\ -uaSpoA ap 'uapuaamag ajapuB para 3upqCppa8jaA up spB pfpp ap up pawoz 'uappapa8uaq apapouBupp azap uba Suppaqqpw -puo ap uBapspuo ppaqqCppaSom apsjaa uaa sp joopjapq «psadaSaop ppaaq apuaaraa8 azuo uba 8uppoj8aq ap do (-ya'A) asXpBuy paSpng apuaqCxpaSjaA uba maapsXs paq paaraaaAp puaoaj uapuaamag aspuapjapaq uba 8up8puajaA ap uba naajnqappaopppjaA paq pap jqjamaSdo uapjow spjooa uaq japaq ppp up •uaAaSaSuaa uapjort apppojaxa azap uba Supqjawppn ajapau ap paz qaduaa .uba uapd uappaps ap do uaa up -uaqarappn uaop ap (ua8apfpq -b*o) SuppojSaq ap uba paap suaAaSaSappBpsajd spoajaa paq c x—I en evaluatie van de uitvoering van de in ons program verwoorde uitgangspunten en concrete beleidsvoornemens. 1.4 De financiële situatie. De lichtpuntjes die op het gebied van de overheidsfinanciën zijn gesignaleerd hebben geen betrekking op de toestand van de gemeentelijke financiën. Deze is nog steeds zorgelijk. De hoop dat er voor de gemeenten licht in de financiële duisternis zou gaan schijnen bleek ijdel te zijn geweest. Voor de zesde maal in successie zien wij ons genoodzaakt U voorstellen te doen voor een omvangrijke herwaarderingsoperatie. Wij vrezen bovendien dat dit niet de laatste zal zijn. Het in de nabije toekomst te voeren rijksbeleid, zoals dat o.a. in het regeer akkoord, de meerjarenramingen voor het Gemeentefonds en een aantal departemen tale circulaires is omschreven, biedt weinig hoop op meer financiële ruimte in de toekomst voor de gemeenten. Wij achten dit een slechte zaak. Het water is de gemeentelijke overheid tot aan de lippen gestegen. De in dit beleidsplan aange kondigde en verdere ombuigingen betekenen dat essentiële voorzieningen voor de burger moeten worden aangetast. Wij zijn echter niet voornemens om U voorstellen te doen tot het indienen van een aanvraag voor toepassing van artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet 1984 (FVW *84). Afgezien van de vraag of toepassing van genoemd artikel voor een gemeente als Leeuwarden mogelijk zou zijn, achten wij aan een dergelijke situatie dermate grote nadelen verbonden dat wij U hier voor geen voorstellen zullen doen. Voor een nadere beschrijving van de conse quenties van toepassing van artikel 12 van de FVW '84 verwijzen wij U naar hoofdstuk III. Reeds in een vroeg stadium, in casu voordat de noodzaak tot nadere herwaardering zich aftekende, hebben wij aandacht besteed aan verbetering van de procedure van begrotingsvoorbereiding alsmede in beperkte mate aan een door ons noodzakelijk geachte kritische beschouwing van het bestaande beleid. Wij zijn van mening dat het gewenst is permanent het bestaande beleid te "herwaarderen" en de efficiency en effectiviteit van uitgaven kritisch te bezien. Voorts hebben wij ter versterking van de (beheersmatige) functie van de be groting een eerste aanzet gegeven voor de ontwikkeling en het gebruik van ken getallen en prestatiegegevens. Wij streven ernaar U vóór de plenaire behandeling van dit beleidsplan een eerste overzicht van prestatiegegevens aan te bieden. Op deze wijze hopen wij U meer inzicht te kunnen geven in de wijze waarop de door U beschikbaar gestelde middelen worden aangewend. Het streven is erop gericht in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 155