uaa up uxaxxaqsfpmxapuo paq do axpedpaueraa 303 Supqqaxqaq 39m uappapsxooA uba
Suppa^qpMpuo ap nbaapu qCppaquaamaS do pBp uappam ap Suapaq uba paq sp aapbqxaq
sfprnxapuo
paq xooa pSapaSSam qbbp aqfpxSuepaq uaa paapxoo suo xebu sp uapzaS pqopp hp ui
•uBapsaq SppuEpsppaz (qospraouooa) uaa uba aapp
paq pam uaqBx uapaoui pmnoxpxaA spaaa nu sxaunnp uaxxnz flZ *uPïz -xa^uoC po xbbC
XX puamoui ppp do app safspam xooa sappBoppdmp papuBB uaa qoop ppapaq appazaSppn
paq ppaaq 'uaqfprn ap jb pqoppdappBppopppos ap uba - uaqqaq uaxapupq apuapaoxSdo
uasuam sps ppaaqxooAfpq - sappanpps pbpubb uaa up 'mo sp qCppaSoui paq qamaoqpy
•uaxappopppos ap
mo pqoppd ap qoo aamxBBp ua riBaxnqsppaqxB uaa Cpq ubbps ap uaAaxqosaSup mo *pu
pqappd ap 'pqoppd uaa qoo xapqoa pBBps uoosxad xapap xooa pqoax ppp xaAouaSap
•sp xaupxud
apuauupAvpsoq uaa xa jo Sbbxa ap pqoaaSuo 'p8Cpx>i Supxaqppn do pqoax SppuBpsppaz
uaa ppxow xbbC uapppqoB 0661 JBUba app uaaxapap pap *m*o ppp puaqapaq paaxo
-u03 -appBxauaS aSppsuioqaop ap uba SupxasppanppAxpup aqospraouooa ap pam qqaaraaS
uapxo/i paora pxaps uaa 0661 sqaaxpsmo pBp sp uaapsaSxooA ppxow ppaqxaAosqCpx ap
xoop pup spaoz ppapaqappBdpouBma paq uba sappuanbasuoo apsqfpxSuBpaq ap uba uag
•ppxott uaxBAaS doxaBAi sxaoq ap pjaxpaq Suppaqqpm
-puosppapaq aqfppapuaauiaS ap paw xooa qoo sp Supppapspaopsppapaq aSpABqxapuo aa
*uaxasppBax uauunq uapaqCpxA ua uasusq 'uapqoax aqfppaS
uauuai ua uawnoxA HI® upxBBM ua uaAxanxaA ap uBapsaq Sppuapsppaz uaa pjaaq
ppaqqfppaSom ap pbbps aqfppxaSxnq jo axas pqoBaSuo xapap utxbbw 'CpddaqospBBm
amxoppxnpd uaa xbbu pxaasppBuoppnqppsupaS sp apam apoxS oz up Sou ppqosxaAasqas
paq upxBBM CpddaqospBBm aSpppnq ap uba uaSuppaqqpwpuo ap uba uaxapxoAaq paH„
:pppup pSpoA spa app Supppapspaopsppapaq apaxpuao apxaapnmxopaS ppaqxaAosqCpx
ap uba appBdpoueuig UBpdsppapag paq up ap sp Cpqxapq pundsSuBSppn qCpxSuapaq .uag
•ppapaqappBdpouBma pappoa ua pqopxaS uaa uba qBazpoou ap xaaq
do xaaq uaqqnxpBuaq appBdpouama ap uba upaxxap paq do uaSuppaqqpwpuo apuaoag
ppapaqappa^pouBrng
•ppapaqsppaquaSapaSqxaw paq ua SupwnapuxaAspBps 'appadpouaraa :ufpz azaa
•ppapaq suo uba uappappxopxdppooq (apnposqB) ap uba
uapzuBB uap suamauxooAsppapaq azuo do up qapppoads Cpm ubbS paaxSaxad azap up
•uappappxopxdpjooq (apnposqy) g-j
6T— I
stuur die inmiddels de naam Nederlandse Akademie voor Overheidsmanagement
(NAVOM) heeft gekregen, zal als onderdeel van het algemene h.b.o.-clusterde
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, van start gaan met circa 90 studenten als een
4-jarige opleiding voor managementsfuncties bij het Rijk, provincies en gemeen
ten.
In het convenant is vastgelegd dat dit een unieke opleiding in het Nederlandse
onderwijs zal zijn en dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappen geen mede
werking zal verlenen aan het starten van soortgelijke opleidingen elders in het
land.
Tenslotte is in dit verband van belang de uitspraak van de minister dat het
Friese h.b.o. voor het Noorden des lands een zwaartepuntfunctie zal vervullen,
vergelijkbaar met de functie van de Rijksuniversiteit Groningen op het gebied
van het wetenschappelijk onderwijs. Het Friese h.b.o. heeft daarop adequaat
ingespeeld door de vorming van twee grote hogescholen, de algemeen-bijzondere
Noordeljke Hogeschool Leeuwarden, waarin ook de Noordelijke Leergangen en Ubbo
Emmius met hun opleidingen in Groningen, Emmen, Zwolle en Hengelo zijn opge
nomen, en de protestants-christelijke Hogeschool Noord-Nederland waarin nagenoeg
alle p.c. h.b.o.-instituten in de drie noordelijke provincies zijn samengegaan.
Beide hogescholen hebben Leeuwarden als vestigingsplaats.
Ook hiervoor verwijzen wij U verder naar het gestelde in hoofdstuk II.
Een goede (hoofd)infrastructuur is van essentieel belang voor het consolideren
en uitbouwen van de centrumpositie van Leeuwarden. De onlangs aangekondigde
verdubbeling van het gedeelte Leeuwarden-Heerenveen van Rijksweg 32, waar wij
vele jaren achtereen voor gepleit hebben, zien wij als een zeer essentiële bij
drage aan de versterking van de positie van Leeuwarden. Onderzoek heeft uitge
wezen dat ook Leeuwarden economische impulsen mag verwachten van deze wegver-
dubbeling.
In de komende jaren zullen de ontwikkelingen in de telecommunicatie en de daar
bij behorende infrastructurele voorzieningen (glasvezel) onze aandacht vragen.
Wij verwachten namelijk dat een stad als Leeuwarden van deze ontwikkelingen kan
profiteren, immers naarmate het belang van telecommunicatie toeneemt zal het
belang van de geografische ligging (een traditioneel vestigingsplaatsnadeel voor
onze stad) afnemen.
Aansluiting op het toekomstige nationale glasvezelnetwerk zullen wij dan ook met
klem bepleiten.
