•do uajBjjnsaa apuaSjpajAaq jjaAaj ua (uaajxa ua -uj) saj3 9unj aaapuB do
uajaajajjjos jqajaaS jaq 30 sajpnjs apuassad uba ubSubaubb jaq 303 xBT99A 3prax
uazajApB ua uaqaozaapuouBBqdoox jo/ua -uaj733joBdsa uba uijoa ap uj 3pao« paa3saq
uaq ubb ajp 3qoBpuBB BJ3xa aq «uCxz 33 uadojaS3SBA aj39unj unq up 3jaaq qaoA
-aS 3aq 3Bp uajBua3qmE jb3ubb puatnauao3 3aq sj jasufjqosaaA wnaju qfxi9DIB3 uag
•uapjow ua3aom jbz paaAajaS Sou aapBq 3Bp uj ajp SujuuBdsu"j:s3qaBaq aqfjjuajzuBB
uaa 3901 Sujuaqaa fjw uapnoq qoox *paaAajaSdo uamaxqojdsSuxs3BBxd.iaq aaBqsoqdouo
uaaS Sou uapaq do 303 3J99q 3uxxB^PiTw3UOspB3s 3suajq ap fjq aj3BsjuBSxoaj aq
•3S39Bxdaaq qfxx9>ljaMPBBP
qoo uapjOM uaxsaoni 3S3BBxdjaq arp uajBuaxqniB axiB 'bu 3 do 'uajBM 9861 TInf I d0
•xlajeüaTqnïe-8ïïx¥3¥BYd aan
'000'00C J
303 pSooqaaA 3suajq nuamaSxv 9P UBA 9Aaoqaq ua3 x991103-19^ ^FTT9PPT3 Jooa 3sod
X93s ap 3861 SuT3oa8aq 9P UT ST mojbbq 'uaxxB3S 93 jBBqqxiosaq xaypaaq puaxxnA
-ubb uaa jooAjajq ufyz 33 Sjpou Suyx^qanq fjq 39q qaaxq uapaxJBA axuaaaa 3aq ux
uaSuBAjaA 33 jo uauna3s
-japuo 33 aj3aunj 33uboba uaa uba SuymauxBBtt ap 3am ufxz 3SBX9q 9JP uajBuaxqniB
rao uapaoM uauiouaS 3suajp uj x99UOS39d >jCjx9PFT3 smos 330m s3JOoy\ *x99uosjad
>lFTI9PFT3 uba uamau 3suajp uj 3aq 303 jo uaaBuaxqme aaapuB jaam jo uaa xoop aj3
-aunj uaa uba SuymaujEBM aqCyxnpPxi 303 uaxxBA93 xB3UBB u" uj 3doou 37a «saanx
-boba uba 8uxxinA-i9A 9p flH uamaxqoxd ax99J an uBB3saq 3qaamaSdo aapaaa sxeog
•uapa3saq 33 3jn 'd'H'q'O naaanq 3aq ubb
uapaqmBBzqaaw azap 'ayxsaado azap uba aaxq^aBq aSjxBlnu99 39q ua uaqBzsxnnuosaaq
Suji9pjb ap uba 3ja3X9BdBO axqaadaq ap uajzaS 'uaxoxsaq adyauyad uj uaqqaq fjM
•uauiouaSdo '000*003 3 UBA ^Bapaq uaa SjxBmuaa aooAaayq sj 396! JOOA
SuxxoaSaq ap uj (SBBXA-XHBquj «uSz ap) uapaoM uaxaom paaapaBBMaS ua uaAaaqas
-aq (Sousqe) ufxraa93 axaoq do 'puoqsaq aan3BDBA uaa axxssraBxuaAux uba xuaniom
3aq do aa x9M UBP sba xsuayp uj 3aoq 33 Sou aaqaawapam apuajjaaxaq ap xapmo
saj39unj apaaapaBBwaS 39TU Sou 3am puaqaaA uj jo sajxBsruBSaoaa uba aSqoAaS
ua3 aj39unj ap uj ua8ux3xzfTw UBA 3xOA9S sqB *b*o (003 puoa) sayxounj xB3UBB
300x8 qfxi9qqoa39q uaa xBZ 'SujaapaeBaaxxaunj asBjsSujaaoAuy ap uba Surpuoaja B(j
■pSaqaaAO uapaow SaxaaAO
paaasjueSaoaj) aooA ayssymmog ap 3am ua pSBBXAaS uapaow sajApe mo uaqBzaj3Bra
-xojuj ua -sjaauosaag -ajxasjuBSao xooa ajssxmmoo ap suo joop xBZ J9pB>[ 3®p uj
5—11
Beloning.
Aan het onderzoek dat de Ministers van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken en
Werkgelegenheid hebben laten uitvoeren naar de in geld te waarderen arbeids
voorwaarden in de marktsector, de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij
de overheid (de pakketvergelijking), heeft ook Leeuwarden deelgenomen.
Hoewel geen beeld verkregen kan worden van de positie van Leeuwarden afzonder
lijk, moet geconstateerd worden dat het overheidspersoneel een aanzienlijke
achterstand heeft opgelopen ten opzichte van het bedrijfsleven. Dit geldt vooral
voor het salarisniveau vanaf f 30.000,netto per jaar; de relatieve achter
stand wordt bij hogere niveaus steeds groter.
De effecten hiervan in de zin van moeilijk vervulbare vacatures op hogere ni
veaus met name in sommige sectoren zijn al enige tijd duidelijk waarneembaar en
nemen nog steeds toe. Ook het psychologisch effect van de publikatie van de
pakketvergelijking (image van de overheid als werkgever) zal zich in de nabije
toekomst zeker doen gelden.
Aangezien het algemene salarisniveau bij de overheid door de Minister van
Binnenlandse Zaken wordt bepaald (opbouw salarisschalen èn schaalbedragen) res
teren ons slechts zeer beperkte en ontoereikende middelen om op de arbeidsmarkt
in alle gevallen te kunnen concurreren.
In het kader van het beloningsbeleid kunnen de volgende instrumenten worden
onderscheiden:
niveau van het werk (functiewaardering);
bekendheid met het werk (inschaling bij indiensttreding);
functioneren (extra periodieke verhogingen of bevriezing van salaris en
gratificatie)
werktijden (arbeidsduur/overwerk, onregelmatige diensten, wachtdiensten);
- bijzondere persoonlijke eigenschappen (toelage boven schaalmaximum)
Al deze instrumenten zijn reeds op enigerlei wijze vastgelegd in regels
(Algemeen Ambtenarenreglement, bezoldigingsverordening, etc.).
De komende periode zal gewerkt worden aan een meer (samenhangende) beleidsmatige
benadering van een en ander.
Hiertoe is een aanzet gegeven voor wat betreft de vraag hoe functiewaardering
vanaf 1 januari 1987 zal worden ingevuld en op welke wijze het functioneren en
bijzondere persoonlijke eigenschappen kunnen worden beloond.
Het informeel overleg hierover met de ambtenarenorganisaties is reeds gestart
en naar verwachting kunnen in het begin van 1987 verdere resultaten worden ge
boekt
