peqpaq osnoqqoq Suxqqopqg ap qBXOOA uba poqueeuaqxaqpAxqoB qaq uba Suppxaxq -qxn asxog uaa qam uapnoqaS paxq aqfpqaS uaaS qjaaq apppsqns ^CppaquaauiaS qaq •SujqaSax ap uba Suxssedaoq aqexSaqup uaa xooa sj apuaopqoA xaam qaxu sp xBBq^pqasaq SuxqaSaxaxp -psqns ap uba SupxaoAqpn xaq qep 'qaSpnq qaq qep ua^aqqaS sp ^CxqqBxd ap up (ua^pjoxqaSqxn '000*1 J *B0 UBA axpxsqns s^CppxBaC uaa aoq nu qoq pxan :qeg aa Sujqqopqg ap uba aAaoqaq uaquaSppupa -aq aq 9861 UBA SueSuq qarn uaqxaqxAxqae xBBq uaAaSaS uauua^ aq spapppmux qjaaq Supppaqsup apuiaouaSqsqBBq '^eg aa Suxqqoxqg ua peqpag asnoqqon Suxqqoxqs 'qaxznm -xixapj ap uba axssjmmoq joqassaauxxq qaq uba uapuaxxA UBA SupSpuaxa^ :uaqa« aq 'uaSupppaqsup qeqxajA uaa uba Supxapppsqns ap up quaraom qpp do qoq qaxzxooA „papqaS pBB^pzntu do sapqesxueSxo apuaddaqasuapxBewxooA,, SuppaSaxapppsqns aa •sapqBspuBSao apuadcfaq a s u a p xbIFmxo oa--SxTpTaYpYsqn^ •uaqpaqpApqay axapuozCpg aSxxaAo xooa spuoq pmaouaS up Suxpaq apppazuaa qoq Suxqxoqs as^CppxBBC ap uba SupSBpxaA aSppfpq^fppaS xapuo uaxaAxasax aq quamauaAa qpp xooa '000*8 J UBA Sexpaq uaa xooa q uappaqs Cpft quamauaAazzef qaq uba ajqespueSxo ap a*qq pxaaAxasaxaS uapxow aq ^§61 UBA Su^Sup qaui quapp Sexpaq qCppaSxap uag •uaqpaqpAxqay sxapuozfpg aSpxaAo spuog qaq qpn qqaxqsxaA pxa« '000*8 J UBA apppsqns uaa 9861 UT -aqsqBBp CpqxBBM «uaspuop apuBBqs Supq-qxqosaq xaq xnnqpnq xoqaas ap xooa (aparn) ap qpn q^jaxqsxaA sapppsqns apSeEXAaS ap uapxow aoq nu qop -uaraau aq do SuxqoxSaq ap up qsod aqxBdB uaa aoqxapq xoop uaqain aq paaxnqanxqs uaqjaxqzzBf aaspapppjp qaq uba Supxapppsqns ap mo uaqopsaq sp ppapaqqsun^; Bqoq ap uba xapsq qaq up pxaaxpxsqnsaSapam xbbC pfpA uadoqaSjB ap up quamauaAa qpp qjaaq uapxemnaaq aquaauiaS aa -uapnoqaS iiuajjaxqzzBf aaspapppj^,, paqpq ap xapuo quamauaAazzBf SxqBqosqooxS uaa s^CppxaBf qpxow Z86T JBUBA •uappaxqzzBf aaspappppp •uaSSap aq xooa q ubb Sujuajaoaqqsunq apauopqppBxq-qapu SuppaSaxapppsqns uaa qxoquauupq mo uamauxooA qaq up qSpp qaq •uaSuppaSaxapppsqns apuBBqsaq uba spsBq do Supxapppsqns xooa uamo:q SupqxamuBB up qapu app Supuapaoaqqsunq apauopqppBxq-qapu ap uba upaxxaq qaq do uaSupxadaoxS app do pxBBp^jxaA uapxoM usq Supssadaoq uba Cxz qBp q>[xama8do uapxow ub^j SuxpaSax ap uba aqpCxw^pax ap qoq Sux^axqaq qapj <7— i i De Adviescommissie Cultuur kwam tot dit advies omdat geconstateerd werd dat het subsidie op basis van de oorspronkelijk ingediende begrotingen aanzienlijk hoger is dan uiteindelijk op basis van de werkelijke kosten wordt uitgekeerd. Als gevolg daarvan kon een deel van de voor de sector Cultuur beschikbare middelen niet voor deze sector worden gebruikt. Dit schrijnt temeer, daar tegelijkertijd een aantal subsidie-aanvragen op het onderhavige terrein wegens gebrek aan fi nanciële middelen moest worden afgewezen. Door het creëren van een fonds zou voor dit probleem een oplossing kunnen worden gevonden. Voor subsidiëring uit een in te stellen fonds voor podiumkunsten zouden de acti viteiten van instellingen als de Stichtingen Zomeractiviteiten Prinsentuin, de Taptoe, het Fries Straat-, Dichters en Filmfestival en het Middelsee Jazztreffen alsmede de voorwaardenscheppende organisaties op muzikaal gebied in aanmerking kunnen komen. Momenteel ontvangen, met uitzondering van de stichting Middelsee Jazztreffen, de genoemde stichtingen een structureel subsidie. Uit nadere studie is ons gebleken, dat indien zou worden overgegaan tot de in stelling van een fonds voor de podiumkunsten de structurele subsidies aan deze instellingen jaarlijks bij de vaststelling van een verdelingsplan ter discussie staan. Uit een oogpunt van rechtszekerheid van de instellingen en van continuï teit van de activiteiten achten wij dit geen goede zaak; immers de te organi seren activiteiten vergen veelal een lange voorbereidingstijd, waarbij het be schikbare budget bepalend is voor het inhuren van gezelschappen. Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening dat de structurele subsidies aan bedoelde instellingen met ingang van 1988 opgenomen moeten worden in een stelpost en dat derhalve niet tot de instelling van een fonds voor de podiumkunsten moet worden overgegaan. Bij de vaststelling van de gemeentebegroting c.a. dient dan een verdelingsplan voor de betreffende stelpost vastgesteld te worden. Mocht in de loop van het boekjaar blijken dat sommige subsidies lager uitvallen dan eertijds begroot, dan blijven de resterende middelen in de stelpost en kan daarop binnen het betreffende boekjaar opnieuw een beroep worden gedaan. jË^sWier^egeM^g^i^eJ^-tradi^tione^e^kuns^beoejEenlngj^ In het kader van de vaststelling van de Nota Kunstbeleid is door U besloten over te gaan tot de invoering van een subsidieregeling niet-traditionele kunstbe oefening. Voor de uitvoering van de nog nader op te stellen subsidieregeling is een bedrag uitgetrokken van f 10.000,Voor 1986 is hiertoe éénmalig dekking gevonden door een beroep te doen op incidentele middelen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 195