aAaoqaq uaq aquaamaS ap jooajbba Seapaq qaq qep 'ueeSaSqpn SupppaqsxapuoxaA ap
uba qpaow T66T-Z86I spopaadsppapaq ap up -uaSupuoM uba «noq ap -b'o dooquBB ap
uba Supaapaueupj ap jooa ubbSbSubb ufpz uapaap aoop app 'uaSupuap do Supqqaaqaq
•upm g'oOE J 3J9^q Seapaq qpp uba -upui o'068 1 UBA SeapaqsSupuap uaa xaAO paaap
-ueaeSaS qjaaq uaSupqqappdxaAsSupssopje ua -aquaa £861 TaBnu®f T aquaamaS ap
qep 'qqfppq x qeeqs apSapaSaaAo £861 -*ooa SupqoaSaq-daawquo ap fpq ap suaqfppg
•uaSupuapppaS aueS aq ubb uapaap aoop uba Supssopjb ua-alfuaa-ubauaa^pueab*)
•uaaaqaaAuoo aq uasuaw
(annqsf padqsopj aqospmeuAQ) uaSupuap-jqQ apuaquaaSooq apspnpsaSaoop uaq xbbu
aP qfppauiBu uaSupppaqsup azap uappnz paapaooAsqpaqpppnbpp ua -sqpaqpppqBquaa
uapBqaq aq jCpapaqSupuoft qaq ua sapqBaodaoa ap jooa qaq qam pusqaaA up
•qqaEMaaA uapaow Sera ufpuiaaq aqaoq
do jo uapuoAaSsqeepd qjaaq wnoqSupuoM xooa uaSupuapppaS aqqaxqsaaA qCpq qaq aoop
uba Supssopje auoAiaSuaqpnq pBBqos aqoaS do spapppuiup qBp qqxamaSdo fpz aqqopsuax
•Supxapaueupjaaq uamouaSxooA azap uba SpoAaS spB praeeaaS
'000*088 J UBA Supxedsaq uaa spaaa sp apopaadsppapaq ap uba pupa qaq uey
*0661 spusBS
-up paw ua uaaaAapdo uaqsupaquaa aSpqsmoqaoq ap up Supaudsaq aqfppuapzuee uaa
Suppepaquaa apueeSaapaaA Sou Cpq auiBu qam uaq apqanaqsuoo-uaqaX^ apmeEuaSoz azaq
•uazap up qpnpsaqspBBa uaa maojuoa qqaepuee ap suaauaAa
Ijssq '%W8 31 IV/1 01 u®A puaxapxBA uadXqaquax qam zg6I m/l 0861
ap up uaqopsaSjB 'uaSupuap apuadopSuup aaBqsopjB qapu Sou uba SupxapouBupjxaq aq
•ufpz unnqaoddo aapeq qpp up ueq uapaSaaqeeuiapsxaAuoa uba Supqxoqosdo aqCppapTpx
•neaAxuaquaa qaq uba Suppep apuBBSaap
-aaA aqqoBMaaA uaa qam uapnoq Supuaqax mBBzpaoqaq suaSpaaAO fpw uappnz Cpqaapq
•UBBpaS uapxoM uappaqsaooA uaSuppupAaq ap
SpqsmoquaaaaAO uappnz ua uamoq Supqxarauee up apsxaAuoo aooA uaSupuap apuadopSuBp
aqpaw ueeSaSeu uapxoM paapupmaaAuo pez uaaef apuamoq ap aoo^ '000*088*81 J
pBBqoq up aooA paw ua (qazaSmo) paaaqaaAuoaaS uaSupuapppaS aqsBA
auuSaSuBB uapapaaA qaq up ubb uaSBxpaq aqCxaSuBpaq moxapaw uapaow 9861 UT ^lo0
•SupaapouBupj aqseyv
•uaqsmoqup aqfppaquaamaS
ap ubb uba sqBBpd up uaSomaaA aqfxpaquaamaS aSpaaAO qaq ubb qpaow paaaqepaaaS
f, - i i
bespaarde rente over reserves en fondsen in het algemeen slechts tot het percen
tage van de inflatie aan de betreffende reserve of het betreffende fonds toe te
voegen. Het verschil tussen het zgn. percentage van de rente-omslag en het
inflatiepercentage zou dan aan de algemene reserve worden toegevoegd.
Een consequente toepassing van dit systeem betekent dan dat dit ook wordt toege
past op reserves en fondsen waarover thans geen rente wordt berekend.
Wij zijn nl. van mening dat de toevoeging van bespaarde rente aan reserves en
fondsen primair ten doel heeft deze reëel in stand te houden. Indien het
inflatiepercentage lager is dan het percentage van de rente-omslag kan het
verschil worden gebruikt voor versterking van de algemene reserve, terwijl de
betreffende doelreserves reëel in stand worden gehouden.
In een U binnenkort aan te bieden notitie zullen wij een en ander nader toe
lichten.
Functie 911: Geldleningen.
Vlottende JEinanciering
De financiering van de gemeentelijke uitgaven is ook in 1986 nog beheerst door
het regiem van de Wet kapitaaluitgaven publiekrechtelijke lichamen. Was de oor
spronkelijke streefdatum voor de vervangende wetgeving, de Wet financiering
lagere overheden (Filo), op 1 januari 1986 gesteld, thans ligt het in de be
doeling om deze wet 1 januari 1987 in werking te doen treden.
Het maximum bedrag van de vlottende financieringsmiddelen (financieringsmiddelen
korter dan 1 jaar) is voor 1986 onveranderd op het niveau van 1985 gebleven,
zijnde f 48 min.
Bij de inwerkingtreding van de wet Filo zal een nieuwe berekeningswijze voor de
hiervoor bedoelde kasgeldlimiet worden gehanteerd. De limiet bedraagt alsdan
4,3% van het totaal van het gemeentelijke eigen vermogen en lang vreemd vermogen
i.e. het totaal van de vaste schuld inclusief woningwetleningen en de ontvangen
waarborgsommen alsmede de reserves en voorzieningen.
Daarmee zal de kasgeldlimiet per 1 januari 1987 4,3% van f 950 min. f 41
min. gaan bedragen, hetgeen een verkrapping van de financieringsmogelijkheden
met vlottende middelen met zich mee brengt. In dit kader zal echter een over
gangsperiode van 2 jaar (tot 1 januari 1989) gelden.
Zij opgemerkt dat alsdan het niveau van de maximaal toelaatbare vlottende schuld