ooo*oz*7*5
000*581 pueps
-fpq aSpjaAO sappBpnw po*OI9*
000*002 appBapspupmpesSïuppjqoA
-aq Supaasppemopnv 90*200
000*012 uapqoaas8upS
-pupaa SupSoqaaA 00*122*
000*528 apzaqSupuow
uaSpa sappueaBj) £0*228
000*588 uape^op^apps
-eumXS ^pnaqaSpuoAB
uaAapjBp uaSupSoqaaA *ATP
000*005 paoAapuaj aaa8eq
000*012 sfpwaapuo paza8
-qaooA peeppnsajappBp
-popdxa uaaapaqaaA
000*592 (uaguppepaqaoop
•paup) uaSuppaoSaaA
-sfpwaapuo uaaaqaqaaA -
000*5X5 3JXnq
-paqaapoopa SupSoqaaA 00*222**
000*529 uapseppeeppd
-b^ uappBAaSCpjA
000*002 paauos
-pad uaSupSuofaaA 80*226
000 *008 X Supppndppnjapuo 20*226
000*026*8
000*50*7 saappBAuaSap
ua -aam aSpaaAO oppas -
55X aaawpuBag apBuopSag aSuapCpg 00*02X
000'
000*55X aaaMpuaaq aSBp
-aopsppaqSppBmpaSajuo
000*59X paauosaad ^Cppapfpi
000*59X uapaafqo a^Cppapuaam
-aS Supaa^azaaApuBag
000'52X SupmaBAvaaAspBps aao^ap
000*52X uauaospuEpg pnoqaapuo
000*002 annquiBO -qs apppsqns
000*082 apjBpaaa
-as sappBpnmspaauosaag
000*092 ÜSD Supjasppemopnv
000*082 AMM uapso^
-saaaqaq ua -sSupaaoAppn
aSBapfpqs^Cpa aaaSuq
000*0*7*7 (uauiaou opuoq)
uaSupSpuaaaAqaods aoop
uapB^op^appsBumXg ^pnjq
-aS apppsqns SupSoqaaA
000*005 SupaapaBBAapqaunp
SupaaoAup uapso-qaaajq
000*526 uapoafqo mapp
(000*522) uaxspmpp -a-S-b uaSupp
-SBpaqpaoS-puaaaoauo
000*0*72 uaSupaa^qpn-'WWH
000*522*8 spuopapuaamaS paq
pin Supaa^ppn auamaSpy
00*02X
00*200
ATp
X0*088
00*095
60*085
00*200
00*009
00*009
OX'085
80*226
00*026
00*026**
00*0X9
00*X26
066X-986X UBpdsppapag »A-o-p
066X n/l saappBAaaw
066X-986X UBpdsppapag -A-o-p
066X i*/3 saappBAuaSap
Voor de met aangeduide posten is gedeeltelijke compensatie ontvangen via de
algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
De hier bedoelde tegenvaller is opgevangen door verhoging van de rioolretri
butie en verhoging van de reinigingsrechten (zie functie 920. belastingen).
De grootste tegenvaller wordt gevonden in de algemene uitkering uit het Gemeen
tefonds. In hoofdfunctie 9 van hoofdstuk II zijn wij daarop al meer gedetail
leerd ingegaan; in de volgende paragraaf geven wij de hoofdlijnen daarvan nog
weer.
Bij het opstellen van de ramingen ongewijzigd beleid hebben wij zoveel mogelijk
met toekomstige ontwikkelingen rekening gehouden, voor zover zij voorzienbaar en
kwantificeerbaar zijn.
Ontwikkelingen die in de toekomst mogelijk gaan spelen maar die nog zeer onzeker
zijn, en niet financieel te kwantificeren (b.v. Stelselherziening sociale
zekerheid), hebben wij vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Zo hebben wij
verondersteld dat de financiële positie van het Woningbedrijf en het Grondbe
drijf vooralsnog geen aanleiding geeft tot het bijstellen van de ramingen.
Tevens hebben wij ook nog geen rekening gehouden met de voorgestelde rijkskor
tingen op het sociaal-cultureel werk.
Zodra de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zullen wij eventuele conse
quenties in de toekomst in de ramingen van het beleidsplan opnemen.
3.3 Ontwikkeling financiële verhouding met het Rijk.
A._Algemene uhtkeprinj; ui_t he_t Gemeentefonds
De wijzigingen in de Financiële Verhouding met het Rijk staan vooral in het
teken van het op 8 juli 1986 openbaar gemaakte regeerakkoord.
Wij noemen hier de belangrijkste punten en verwijzen U voor een nadere toe
lichting naar hoofdstuk II, hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkings
middelen.
Als uitvloeisel van het zogenaamde evenredigheidsbeginsel (dit houdt in dat van
de ombuigingen op de Rijksbegroting in enge zin in principe 6,75% ten laste van
het Gemeentefonds komt) wordt een deel van de ombuigingsproblematiek waartoe het
kabinet zich zag genoodzaakt ter beheersing van het financieringstekort doorge
schoven naar het Gemeentefonds (1987-1990 f 455,8 miljoen).
De laatste - tot 1987 uitgestelde - fase van de z.g. profijtkortingen ad f 93
miljoen zal in het kader van het regeerakkoord worden kwijtgescholden.