f iii—17 •uazap ut uapjEwnaaq uba axq^sod ap aaAO saxqeaxP11! apuaop^oA Suxuaui azuo jbbu uaqsmo^qxn ap uaAa8 4apoqqamxiaozjapuo apSxoAaS ap uba qxa3X3BM:3l ap xaAO uajjaA jaapaoo uaa8 quamom qxp do Cyw uooqosjo '9W 3 uaquaauia8 aqqaozxapuo ap uba aqsdooqpaoS ap uba uaa sjb jjaM8uTxxaqs-3so0 4'£LS 3 jjaw8uxx3BqS-3saM '999 3 laapBaa^s^xaC^aTl 44£8i J uaaAuaxaaq 4Z38 3 TBspBxaSuoa 4 '93^*3 3 -uaqqqz a3 ^lfTIaPaJ fl-*A 9863 uq aquaauiaS azuo q^Cqxq uaquaauiaS (apua88jxmo) Bsa^xj qam 8uxifxx33.iaA ap ux qoo •uCxz uapnoz jBeq^xqosaq suaAa8a8 apuaopjoAuo aa qep Suqua^aq ubb ap XBAaq (5863 UBA spxSuaquamnsuoQ ap uba -ju) xa^f^xB aqsnwaq qaq (x (oqaSuan) 41Z9 3 '<799 3 (mepaqqas) Z99 3 3 (oxaSuaH) '599 3 (3) '929 3 (333aa) '9<79*3 3 :Bmquqpq luapjewnaaq BmjxBw 9863 9863 :qeAa8uames xapuoxajq ufxz qa^pied qaq qqn Buiquxm ua BmqxBui apua^axaq aa -bu aawq do 9863 u3 ua ufïz noz daoxS ap qqn aquaamaS aqsdoo^paoS ap bu jfxA do 5863 UT uapjewnaaq qep qqfxxq ua^aozxapuo ap qjfl 'qqaozxapuo uaAaqxBq £x UBA qaqpisd uaa uaquaamaS xB3®33 -jap uaa uba sq sxauowui 000*003 - 000*09 UBA daoxS ap jooa *uaAaqjeq axjCqqaq -uaauiaS ap jbbu pxaoAaSqxn uaqaozjapuo sqCqqaeBf uapjow puoquaquaumsuoQ ap jooq •tTaTuaama¥ ^x¥puB qam Suq^f qqaSaaA UT qa^ppïduaAaqjBj, •uapxoM pqaqsaS uaquaamaS-^q qa>iqqjB ubb aqp uauixou ap C qq uaAfqxqjaqqoe aqern axapuxm up uapqoaxs8ux8 -pu'paa ap ua -^CppuapzuBB Sou ap^nq^aqaixoöT-i 9p xep xnf-jTq xqajzaaAO Tip xpn I)e_taxi_ef^sver3i^gl_ngen voor 1987. Blijkens een publikatie in de Staatscourant van 24 juli 1986 nr. 140 wordt het voor 1986 gevoerde overheidstarievenbeleid voor 1987 gecontinueerd. In een cir culaire van 25 juli 1986 is het elektriciteitstarievenbeleid voor 1987 nader uiteengezet Het tarievenbeleid gaat uit van een uiterste terughoudendheid bij het toepassen van tariefsverhogingen. Ook kostenbesparende maatregelen zouden in de besluit vorming betrokken moeten worden. Indien en voorzover individuele tariefsverho gingen binnen een groep tot gevolg hebben dat de gemiddelde gewogen tariefs verhoging voor de totale groep meer dan 10% bedraagt, moet voor de gehele groep melding van de tarieven plaatsvinden. Met betrekking tot de organisatie van de produktiesector vallen in de elektrici teitssector wijzigingen te verwachten. Aangezien de feitelijke tariefsconsequen ties voor de afzonderlijke bedrijven op dit moment nog niet zijn te bepalen, is met de VEEN overeengekomen geen wijzigingen in de thans geldende tarieven aan te brengen. Op het moment dat wel inzicht is verkregen in de mate waarin het hier— bovengenoemde element een rol speelt ten aanzien van de tarieven zal nader overleg met de VEEN worden gevoerd. De Minister van Economische Zaken doet wel een beroep op de elektriciteitsbedrijven voorzover mogelijk per 1 januari 1987 incidentele of structurele tariefsverlagingen door te voeren. Het tarievenbeleid heeft geen betrekking op belastingen. Wel behoudt de Minister van Binnenlandse Zaken zich het recht voor extreme verhogingen niet voor te dragen voor Koninklijke Goedkeuring. Zoals U bekend is voeren wij in het alge meen een beleid waarbij de noodzakelijke aanpassingen van de leges en retribu ties is geënt op de gemiddelde prijsstijging overheidsconsumptie (salarissen materiële uitgaven) en voor wat betreft de belastingen op de gemiddelde prijs stijging Nationale Bestedingen in het voorafgaande jaar. In de begroting 1987 wordt ter zake uitgegaan van veronderstellingen met betrekking tot de loon- en prijsontwikkeling over 1986. Op basis van deze veronderstellingen is in de begroting 1987 in zijn alge meenheid uitgegaan van een verhoging van de belastingdruk met 1%, terwijl de leges en retributies niet aangepast zouden behoeven te worden. Aangezien de verschillen tussen de nominale geraamde tariefsaanpassingen en de nominale feitelijke tariefsaanpassingen geweten moeten worden aan verschillen in loon- en prijsontwikkelingen, zullen deze het begrotingssaldo vrijwel niet beïn vloeden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 237