A-3
De kans is zeer groot dat de begrotingstekorten die nu geraamd worden,
zich ook op rekeningsbasis gaan voordoen. Dit bevestigt het beeld dat
sprake is van structurele tekorten. Dekking uit de algemene reserve
kan, zoals uit dit beleidsplan blijkt, nog maar in beperkte mate
plaatsvinden
Wij achten de beschreven financiële problematiek van dien aard dat het
onzes inziens niet verantwoord is met het formuleren van nieuwe her-
waarderingsvoorstellen te wachten tot het opstellen van het Beleidsplan
1988-1992.
Wij hebben derhalve besloten tot de voorbereiding van een additionele
herwaarderingsoperatie, waarbij ervan wordt uitgegaan dat besluitvor
ming hieromtrent door Uw Raad in het voorjaar 1987 kan plaatsvinden.
Momenteel beraden wij ons o.a. op de hoogte van het additioneel te her
waarderen bedrag en op de vraag op welke wijze het accent van de opera
tie op het begin van de beleidsperiode kan liggen.
Gehanteerde methodiek.
In deze bijlage willen wij tevens kort ingaan op de bij de formulering
van deze herwaarderingsvoorstellen gehanteerde methodiek.
Wij hebben niet gekozen voor het hanteren van een aanpak waarbij be
zuinigingen naar evenredigheid over sectoren worden verdeeld.
Wij zijn van mening dat een dergelijke aanpak onvoldoende is gebaseerd
op het bestaan c.q. het stellen van politieke prioriteiten per sector.
Aangezien in de ene sector meer politieke prioriteiten voorkomen dan in
de andere sector zou een evenredige verdeling van de taakstellingen
ertoe leiden dat er een ongewenste pressie zou kunnen ontstaan op een
aantal politieke prioriteiten.
Wij hebben voorts afgezien van de zgn. "kaasschaaf-methode". Met deze
methode, waarbij elke sector een ombuigingstaakstelling van enkele
procenten krijgt, wordt beoogd lucht uit de begroting "te persen".
Aangezien dit de zesde maal in successie is dat wij U voorstellen tot
herwaardering voorleggen zijn wij van mening dat de in de begroting in
het verleden aanwezige lucht, reeds in de vorige herwaarderingsopera
ties is uitgeperst. De hantering van de kaasschaaf-methode zou dan zijn
doel voorbij schieten en in wezen neerkomen op een verdeling van taak
stellingen naar evenredigheid. Wij hebben reeds de redenen aangegeven
waarom wij niet voor een dergelijke benadering hebben gekozen.
Wij hebben derhalve voor het op centraal niveau formuleren van concrete
herwaarderingsprojecten gekozen. Dit keuzeproces was niet gebaseerd op
een "systematische/wetenschappelijke" benadering.
Wij hebben de ervaring dat de ontwikkeling van een dergelijke benade
ring, die zich specifiek richt op het politieke karakter van het
keuzeproces, meer tijd vergt dan in de praktijk beschikbaar was. Overi
gens zijn wij in de voorbereidingsfase van het beleidsplan wel bezig
geweest met het ontwikkelen van een dergelijke benadering. De uit dit
proces van analyse van bestaand beleid gevolgde herwaarderingsprojecten
vormen op dit moment een onderdeel van de invulling van de totale
A-U
herwaarderingstaakstelling.
Voor het overige hebben wij een meer "brainstorm/ervaringsgerichte"
benadering gehanteerd, waarbij de volgende elementen een rol hebben
gespeeld:
1. het hanteren van de in ons programma aangegeven uitgangspunten.
Deze houden o.a. in dat, in volgorde van prioriteit, de volgende
mogelijkheden tot herwaardering in aanmerking kunnen komen:
1. efficiency-verbetering;
2. het geven van medeverantwoordelijkheid aan burgers;
3. privatisering;
4. vermindering dan wel afbouw van taken;
5. belastingen- en tariefsverhoging.
2. het ontzien van politieke prioriteiten.
Bij de bepaling van de herwaarderingsprojecten is zoveel als, ge
zien de budgettaire problematiek, mogelijk is, niet gekozen voor
projecten die betrekking hebben op de in ons programma aangegeven
politieke prioriteiten, tenzij de consequenties hiervan voor het
uitvoeringsniveau gering zijn.
Voorts hebben wij in het keuzeproces de volgende uitgangspunten
gehanteerd
- de schaarser wordende middelen worden met voorrang voor de zwak
kere groepen ingezet;
- taken/activiteiten en daarmee samenhangende voorzieningen met
aantoonbaar belangrijke multiplier-effecten op de werkgelegenheid
zullen zoveel mogelijk in tact worden gelaten;
- er zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden;
- herwaarderingsmaatregelen zullen eerder gezocht moeten worden in
relatief ongerichte voorzieningen dan in voorzieningen die
gericht zijn op specifieke problemen of op individuen/groepen met
lagere inkomens.
3. in het keuzeproces wordt meer dan voorheen gebruik gemaakt van
kwantitatieve vergelijkingen met andere gemeenten. In dit verband
wijzen wij U met name op het op pagina 1-13 van het ontwerp-
beleidsplan genoemde V.B.A.-onderzoek, op het op pagina 1-27 ge
noemde vergelijkend onderzoek naar de personele omvang van een
aantal Sociale Diensten in den lande en het op dezelfde pagina
genoemde Loonsom- en Formatie-onderzoek.
Hoewel de resultaten van deze onderzoeken, voorzover deze reeds
voorhanden zijn, nog geen definitieve conclusies over de relatieve
positie van Leeuwarden toelaten, kunnen zij gehanteerd worden bij
de keuze van herwaarderingsprojecten. Wij hebben opdracht gegeven
tot het uitvoeren van het hiertoe benodigde nadere onderzoek.
4. vooralsnog hebben wij op dit moment de sociaal-culturele sector
ontzien. Wij beraden ons nog over de wijze waarop en de mate waarin
de te verwachten rijkskortingen op het sociaal-cultureel werk door
berekend zullen worden. Wij zijn overigens niet voornemens om nog
voor het jaar 1987 tot ingrijpende maatregelen in de sociaal-
culturele sector over te gaan.
Nadat wij de herwaarderingsprojecten in principe hadden vastgesteld
hebben wij de betrokken herwaarderingswerkgroepen opgedragen deze pro-