- 2 - □oor deze gang van zaken moest de planning voortdurend worden bijgesteld, zodat tenslotte pas een conversie en overgang naar het nieuwe systeem per 1 januari 1986 mogelijk leek, In de loop van april en mei 1985 werd echter door de G.S.D. tij dens de verdere ontwikkeling van aanpassingen en bij het testen van de programmatuur een aantal essentiële onvolkomenheden ge constateerd, welke zeer grote aanpassingen aan de (standaard]- programmatuur noodzakelijk maakten. I.G.A. ging niet akkoord met de conclusie van de G.S.D.dat het bedrijf de programmatuur zo spoedig mogelijk zou moeten aanpas sen aan de door de G.S.D. naar voren gebrachte (nadere] eisen en wensen. I.G.A. beriep zich in dat verband op het geoffreerde standaardpakket en de in een aanvullende offerte omschreven aan passingen, waarin nergens over de door de G.S.D, genoemde "es sentiële tekortkomingen" werd gesproken. In het vervolg van het jaar hebben diverse gesprekken tussen alle betrokken partijen plaatsgevonden, waarin naar een accepta bele compromis-op1ossing voor de gerezen problemen is gezocht. Ondanks de positieve intentie van alle partijen is het niet ge lukt deze te vinden. Enerzijds omdat de maximaal realiseerbare programmatechnische aanpassingen binnen het standaardpakket voor de G.S.D.-organisatie onacceptabel bleken, anderzijds omdat als I.G.A. volledig de standaardprogrammatuurbasis overboord zou moeten zetten, dit met enorme financiële consequenties gepaard zou gaan (een investering van f 3.000.000,-- was noodzakelijk]. Tenslotte is 20 december in een gesprek tussen de direkties van Philips, I.G.A.de G.S.D., alsmede wethouder Kessler en verte genwoordigers van de afdelingen K.A.Z. en E.B.O. besloten, het projekt definitief te beëindigen. Daarbij zouden alle betrokke nen trachten de verrekening van gemaakte kosten via een minne lijke schikking soepel te laten verlopen. De beëindiging van het projekt betekende dat er onderhandeld zou moeten worden c.q. dat er beslissingen zouden moeten worden ge nomen over 1. de verdere automatisering van de G.S.D.; 2. apparatuurterugname door Philips; 3. programmatuuraanpassmgskosten van I.G.A. Ad 1 Toen het er in de loop van 1985 naar begon uit te zien dat rea lisatie van de gekozen oplossing zeer grote problemen zou ople veren, is naar alternatieven gezocht. De mogelijkheden welke daarvoor tenslotte in aanmerking kwamen, waren Philips/Vuga en het Cevan. Met betrekking tot de eerste oplossing - welke naar tevredenheid wordt toegepast in onder andere Nijmegen, 's- Hertogenbosch en Emmen - bestond grote onzekerheid ten aanzien van de vraag in hoeverre deze zonder een ingrijpende reorganisatie bij de G.S.D. en een daarmee samenhangende personeelsuitbreiding kan worden doorgevoerd. Deze onzekerheid, tezamen met het feit dat de G.S.D. een grote voorkeur had voor handhaving van het inmiddels sterk verbeterde CEVAN-systeem heeft ons doen besluiten niet te kiezen voor Philips/Vuga. maar alsnog terug te keren tot het CEVAN. - 3 - Medio december heeft het College het Cevan hierover ingelicht. Ad 2 De aangekochte apparatuur (Philips P4800] is niet bruikbaar in het door het Cevan toegepaste GGV-concept (met name omdat alle programmatuur welke thans op de P7000 wordt gebruikt zou moeten worden herschreven in Cobol] Dit impliceert dat Philips deze apparatuur zou moeten terugnemen. In de onderhandelingen daarover bleek dat Philips niet bereid was de apparatuur tegen de volledige aankoopprijs terug te nemen, doch wel - via een systeem van compenserende opdrachten - wilde meewerken aan een compromis. Uit de gevoerde onderhandelingen is tenslotte de volgende constructie geresulteerd. De P4800 wordt door Phi lips ingeruild bij de levering van een nieuwe P7300 computer, welke de te kleine en afgeschreven P7000 kan vervangen. In deze transactie is door Philips een afschrijving van 42% gehanteerd in plaats van de 60 7. volgens de thans door het bedrijf intern gehanteerde methodiek. Een en ander betekende, dat in totaal f 306.277,20 (inclusief B.T.W.] aan Philips moest worden bijbe taald Aanbod PhilipsEx c 1 BTWIne 1 BTW Aanschaf P-7300 f 541.931,-- f 650.317,20 Inruil P-4800 op basis van restwaarde 58% f 306.700.-- f 368.040.-- f 235.231,-- f 28227720 Extra inruil: - 1/2 kosten standaardprogram matuur: f 43.000,-- - inlevering pakket postregistratie ad f 13.090,-- - afrondingsbedrag f 8.910.-- f 65.000. Bij te betalen door de gemeen te aan Philips f 170.231, -- f 78.000.-- -- f 20427720 Hierbij moet nog het bedrag geteld worden dat de gemeente Leeuwarden reeds heeft be taald inzake de standaardpro grammatuur, zijnde: In totaal blijven in de af handeling met Philips de volgende lasten voor de ge meente Leeuwarden middels in ruil van de P-4800 voor een P-7300 f 86.000.-- f 1 0 2 000-- f 256231-- f 306.277,20

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 37