Onttrekken aan het openbaar verkeer van een gedeelte van het voetpad tussen Schapendijkje en Poptawei. Bijlage no. 262 Leeuwarden, 7 augustus 1986. Aan de Gemeenteraad. Wij hebben op 25 februari 1986 besloten tot vaststelling van het uit werkingsplan "Westeinde V fase 1" zulks ter uitwerking van het door Uw Raad op 5 juni 1972 vastgestelde bestemmingsplan "Westeinde 1970". U hebt op 23 juni 1986 besloten met Mabon Maatschappij Bouwontwikkeling Nederland B.V. een exploitatie overeenkomst inzake het plangebied "Westeinde V" aan te gaan. Het ligt in de bedoeling, dat omstreeks september 1986 met de bouw van de in de eerste fase opgenomen 76 woningen wordt gestart. Dwars door het plangebied "Westeinde V" loopt noord-zuid een voetpad (betonverharding) als verbinding tussen het Schapendijkje en de Poptawei. De voorgenomen woningbouw in de eerste fase, alsmede de toekomstige verdere ont wikkeling van het plangebied "Westeinde V", maken het noodzakelijk dat het betreffende gedeelte van het voetpad komt te vervallen. Aangezien het hier een in de Wegenlegger opgenomen en dus openbaar pad betreft, zal het overeenkomstig de daarvoor in de Wegenwet omschreven procedure aan het openbaar verkeer moeten worden onttrokken. Hierbij zij opgemerkt, dat in het gebied "Westeinde V" voldoende alternatieve wandelmogelijkheden zullen ontstaan in de vorm van groen met paden met name langs de randen en van trottoirs in het binnengebied. Op grond hiervan zijn wij van mening, dat geen bezwaren bestaan tegen het onttrekken van het betreffende padgedeelte aan het openbaar verkeer, aangezien het algemeen belang zich daartegen niet verzet. Ons voornemen tot het doen van een voorstel tot het onttrekken aan het open baar verkeer hebben wij op 6 juni 1986 door middel van opneming in een tweetal dagbladen en door aanplakking op het gemeentelijk aanplakbord alsmede in de nabijheid van het padgedeelte, aan eventuele belanghebbenden ter kennis gebracht. Daarbij is medegedeeld, dat bezwaren tegen het opheffen van de open baarheid tot uiterlijk 24 juni 1986 schriftelijk bij U kunnen worden ingediend. Van deze gelegenheid is binnen de daarvoor gestelde termijn géén gebruik gemaakt, zodat mag worden aangenomen dat door de onttrekking geen belangen van derden worden aangetast. Het betreffende padgedeelte is op de ter inzage gelegde tekening nader aangegeven. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 56