Nr. 11580 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 augustus 1986 (bijlage nr. 264); BESLUIT: de door de Stichting Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland te Leeuwarden inge zonden jaarrekening over het jaar 1985 goed te keuren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN. Advies inzake het beroepschrift van de heer F. Stoelwinder. Bijlage nr. 265 Leeuwarden, 1J juni 1986» Aan de Gemeenteraad. I. Inleiding. Bij besluit van 10 december 1985, nr. B, 327-85 (verzonden 17 februari 1986) hebben Burgemeester en Wethouders een bouwvergunning geweigerd voor het op richten van een berging annex veeruimte op het perceel Dokkumertrekweg 60. De vergunning was aangevraagd door de heer F. Stoelwinder. Bij brief van 10 maart 1986 (ingekomen 19 maart 1986) heeft de heer Stoelwinder tegen voormelde be slissing ingevolge de Woningwet bij de Raad een beroepschrift ingediend. Ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften. II. Beroepschrift. Het beroepschrift van de heer Stoelwinder luidt, samengevat, als volgt: - De directe buurman de heer Kooistra heeft op zijn terrein wel met vergunning een berging annex veestalling mogen plaatsen. - Voor appellant dienen dezelfde normen te gelden. Weigering is dus in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. III. Reactie van Burgemeester en Wethouders. Bij schrijven van 9 april 1986 hebben Burgemeester en Wethouders op het be roepschrift gereageerd. Hun reactie luidt, samengevat, als volgt: - Het beroepschrift is, blijkens controle bij de PTT, één dag te laat ingediend en is mitsdien niet-ontvankelijk. - Voor het perceel geldt het bestemmingsplan "Buitengebied 1970" en is de bestem ming "Agrarisch gebied C" aangegeven. Het perceel mag uitsluitend als cultuur grond worden gebruikt en er mogen geen gebouwen worden opgericht (artikel 4a, onder 1). De aanvraag is dus in strijd met de bestemming. - Aan de directe buurman de heer Kooistra zijn geen vergunningen verleend. Deze handelt derhalve illegaal. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel is geen sprake. IV. Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting. De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 21 tot en met 25 april 1986 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. Appellant heeft kennisgedragen van de stukken. Appellant en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten in een hoor zitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op 6 mei 1986 te 16.00 uur in het Stadhuis. Er werden geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. Wel gaf appellant een verklaring voor de te late indiening van het beroepschrift. V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en be zwaarschriften. T^a.v. de ontvankelijkheid. Gelet op de tijdens de hoorzitting door appellant gegeven verklaring omtrent

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 59