Uitvoering van het beleid inzake vestiging en praktijkomvang van huisartsen.
Bijlage no. 266 Leeuwarden, 7 augustus 1986.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Met ingang van 1 februari 1986 is het Besluit vestiging en praktijkomvang huis
artsen in werking getreden, waardoor de gemeenten (Burgemeester en Wethouders)
de bevoegdheid hebben gekregen ingevolge de van kracht zijnde artikelen van de
Wet voorzieningen gezondheidszorg (WVG) tot het voeren van een wettelijk ge
sanctioneerd vestigingsbeleid voor huisartsen.
Deze Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) legt de gemeenten de taak op de
vestiging en praktijkomvang van huisartsen te reguleren. De formele bevoegdheid
van de gemeenten blijft overigens beperkt tot het bepalen van de spreiding van
huisartsen en tot het afgeven van vestigingsvergunningen. Bij één en ander moet
rekening gehouden worden met vrij strikte, in de AMvB vastgelegde normen voor
het aantal toegestane huisartsen in een bepaald gebied en voor de omvang van de
praktijk van deze artsen (normpraktijk van 2350 patiënten).
Bepalingen in de regeling.
De AMvB bepaalt dat de gemeenten bij het voeren van een vestigingsbeleid dienen
samen te werken. Voor de gebiedsindeling daarbij dient te worden uitgegaan van
de samenwerkingsgebieden als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen
(WGR); in de Friese situatie worden deze gevormd door de bestuurlijke regio's.
Binnen de gegeven begrenzing kan wel op kleinere schaal worden samengewerkt.
Deze samenwerking is erop gericht om zoveel mogelijk tot afstemming van beleid
te komen; de beleidsbepaling blijft een zaak van de gemeentebesturen.
Het afgeven van een vestigingsvergunning is volgens de regeling een bevoegdheid
van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarin een huisarts zich wil
vestigen
Voor meer gedetailleerde gegevens met betrekking tot de inhoud van de AMvB ver
wijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken.
Uitvoering van de regeling.
Alvorens de uitvoering van het besluit ter hand kan worden genomen, dient er
besloten te worden op welke schaal (plaatselijk of regionaal) de uitvoering zal
plaatsvinden en moet een vestigingscommissie samengesteld worden conform artikel
56, lid 3 van de Wet voorzieningen gezondheidszorg. Laatstgenoemde commissie
heeft op grond van bedoelde regeling tot taak advies uit te brengen aan het uit
voerend bestuur over de gehele uitvoering van het vestigingsbeleid.
Voordat de commissie haar advisering over vergunningaanvragen kan starten, dient
zij zich te beraden over onderwerpen waarvoor in de AMvB enige beleidsruimte is
gecreëerd (extra huisartsen of grotere praktijken in verband met bijzondere om
standigheden of te verwachten bevolkingsgroei; spreiding van huisartsen). Ook de
te volgen procedure voor vergunningaanvragen dient te worden vastgelegd.
