-2-
Aan de schriftelijk ingenomen standpunten werden geen essentiële opmerkingen
toegevoegd. Wel stelde appellant, dat hij de intrekkingsbeschikking op 4
maart per gewone post had ontvangen en op 20 maart als aangetekend stuk
had afgehaald.
V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en
bezwaarschriften
De commissie is van mening, dat het niet of niet tijdig afhalen van aangeteken
de post niet het risico van de afzender (i.e. de gemeente), maar van de
ontvanger is. Het college van B W heeft, wellicht rekening houdend met
de problemen van appellant, de intrekkingsbeschikking niet alleen aangete
kend, maar ook per gewone post verzonden. Vastgesteld is, dat appellant de
per gewone post verzonden beschikking op 4 maart 1986 heeft ontvangen.
Het aangetekende stuk heeft hij pas op 20 maart 1986 afgehaald. De laatste
datum heeft hij als de ingangsdatum van de beroepstermijn gezien. De com
missie is van oordeel, dat dat niet terecht is, aangezien de datum van ver
zending maatgevend is voor het beginnen van de beroepstermijn en het excuus
van appellant m.b.t. de datum van 20 maart 1986, gelet op het eigen risico
en de verzending per gewone postniet als verschoonbare reden kan worden
gezien voor de te late inzending van het beroepschrift, nlop zijn vroegst
5 april (de datum van het beroepschrift). Het beroepschrift is derhalve niet
binnen de daartoe door de wet gestelde termijn van één maand na de datum van
verzending van de beschikking ingediend en appellant dient mitsdien in zijn
beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De commissie adviseert de Raad appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk
te verklaren en te besluiten conform bijgevoegd ontwerp-besluit
De voorzitter,
(mr. J.J. Keuning)
De secretaris,
(mr. A.D. vap-iDijk)
Nr. 13422
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief dd. 5 april 1986 van de heer P. Fahner te Leeuwarden,
waarbij hij ingevolge de Woningwet beroep bij de Raad instelt tegen de
beslissing van Burgemeester en Wethouders dd. 25 februari 1986, nr. 1382
(verzonden 3 maart 1986), tot intrekking van de bouwvergunning voor het
herbouwen van de woonboerderij op het perceel Suderbuorren 6 te Hempens
overwegende, dat het beroepschrift ingevolge artikel 2 van de Procedure
verordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften om
advies in handen is gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep
en bezwaarschriften;
dat de commissie in haar advies dd. 1 juli 1986, bijlage
nr283 hem adviseert appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk
te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie kan vereni
gen;
gelet op de Woningwet en de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor
de beroep- en bezwaarschriften;
BESLUIT:
de heer P. Fahner te Leeuwarden in zijn beroep niet-ontvankelijk te ver
klaren
Aldus besloten in de openbare
vergadering van
.Voorzitter
Secretaris