Voeren van een rechtsgeding in hoger beroep.
Bijlage no. 285 Leeuwarden, 7 augustus 1986
Aan de Gemeenteraad.
Op 28 mei 1982 is de gemeente Leeuwarden op korte termijn gedagvaard door
Hout- en Bouwmaterialenhandel B. Postma B.V. te Leeuwarden tot betaling van een
geldsom van 71.154,met bijkomende renten en kosten, wegens schade welke zou
zijn veroorzaakt door nalatigheid van de gemeente Leeuwarden, althans voor haar
rekening komend.
Het betreft hier een schade, die zou zijn ontstaan wegens de aanwezigheid
van een hoofdwaterleiding, die niet was gemeld aan Postma B.V. en waardoor de
reeds aangevangen bouw van een bouwmarkt annex kantoren ernstige stagnatie
ondervond
Op 17 april 1986 wees de rechtbank het eindvonnis in deze zaak. De vordering
van Postma B.V. werd afgewezen, omdat Postma B.V. haar niet kon staven.
Tegen dit vonnis heeft genoemde B.V. op 15 juli 1986 beroep aangetekend bij het
Gerechtshof.
Aangezien het van belang is dat de gemeente Leeuwarden in de onderhavige
zaak verweer voert, stellen wij U voor om op grond van artikel 177 van de
Gemeentewet te besluiten het rechtsgeding ter zake te voeren.
Tevens geven wij U in overweging ons te machtigen om, indien de uitspraak
van het Gerechtshof voor de gemeente niet gunstig uitvalt, eventueel cassatie
bij de Hoge Raad in te stellen.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.