Nr. 13487 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 augustus 1986 (bijlage nr. 285); gelet op artikel 177 van de Gemeentewet; BESLUIT I. in hoger beroep verweer te voeren ter zake van de dagvaarding van de gemeente voor het Gerechtshof te Leeuwarden door Hout- en Bouwmaterialen- handel B. Postma B.V. te Leeuwarden d.d. 15 juli 1986 tot betaling van een geldsom van 71.154,met bijbehorende renten en kosten, wegens schade veroorzaakt door nalatigheid van de gemeente Leeuwarden, althans voor haar rekening komend; II. indien dit noodzakelijk blijkt Burgemeester en Wethouders te machtigen om deze procedure eveneens in geding tot cassatie te doen voeren voor de Hoge Raad der Nederlanden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vervangende nieuwbouw ten behoeve van de protestantse christelijke basisschool, de Johan Willem Frisoschool, Carel Fabritiusstraat 21. Bijlage no. 286 Leeuwarden, 7 augustus 1986 Aan de Gemeenteraad. Op 1 oktober 1984 (raadsbesluit 14899) heeft U onder intrekking van Uw besluit nr. 3148 van 14 maart 1983? dat gebaseerd was op artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, krachtens artikel E 42 OWBO het bestuur van de Ver eniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden-Zuid medewerking verleend voor de renovatie van de Johan Willem Frisoschool, Carel Fabri tiusstraat 21. Het hierop gebaseerde verzoek van het schoolbestuur aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen om toestemming voor de voorgenomen renovatie heeft inmiddels geresulteerd in een gewijzigde invulling van de behoefte aan betere huisvesting voor deze school. Op grond van de prognose van het aantal leerlingen, die voor U ter inzage is gelegd, kan het schoolbestuur recht doen gelden op huisvesting, die geschikt is voor een zevenklassige basisschool. Renovatie van het bestaande gebouw zal niet leiden tot een volledig en op juiste wijze op het basisonderwijs afgestemde huisvesting. Bovendien zullen de kosten van een grondige renovatie die van nieuwbouw evenaren. Het ministerie heeft dan ook het bestuur geadviseerd ver vangende nieuwbouw te overwegen. Het is om die reden, dat het schoolbestuur heeft besloten af te zien van renovatie van het bestaande gebouw en vervangende nieuwbouw na te streven. Met brief van 12 juni 1986, ingekomen op 3 juli d.a.v., verzoekt hij U derhalve om de voorgenomen nieuwbouw, die zeven groepsruimten, een speellokaal en een gemeenschapsruimte c.a. zal moeten bevatten, alsnog op te nemen in het door U op 2 juni 1986 (raadsbesluit nr. 7145) vastgestelde "Overzicht vermeerdering huis vesting voor de periode 1987 t/m 1990". Aangezien opname in genoemd overzicht niet meer mogelijk is, omdat dit reeds op 8 juli 1986 ter goedkeuring aan het ministerie is gezonden en realisering van de nieuwbouw op korte termijn noodzakelijk is, zal gebruik moeten worden gemaakt van de "noodprocedure", die artikel 70 WBO kent. Artikel 70 WBO bepaalt: "indien een voor blijvend gebruik bestemde voor ziening in de huisvesting bedoeld in artikel 64a, 1e lid onder a (nieuwbouw) voor een bijzondere school nodig is in het jaar van de laatste vaststelling van een overzicht als bedoeld in artikel 65, dan wel in het eerste of het tweede jaar na die vaststelling en deze voorziening door bijzondere omstandigheden niet in het laatst vastgestelde overzicht kon worden opgenomen, dient het bevoegd gezag een daartoe strekkend verzoek in bij de Gemeenteraad". Het bevoegd gezag vermeldt de redenen en de omvang van de voorziening. In arti kel 70 WBO is voorts voorgeschreven, dat de Gemeenteraad binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek besluit tot een oordeel over de noodzaak van de gevraagde voorziening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 97