- 2 - Voor de goede orde merken wij op, dat in 1986 ten opzichte van 1985 tot reële besparingen zal worden gekomen, doordat het personeelsbestand van 2 naar 1,5 formatieplaatsen is teruggebracht, alsmede een aantal rendabele energiebesparende maatregelen omstreeks 1 februari 1986 ten uitvoer zijn gebracht. Hiermee zijn de mogelijkheden tot het doorvoeren van bezuini gingsmaatregelen echter nagenoeg benut. Voor de kostenontwikkeling in de verdere toekomst is het volgende van belang. De stichtingskosten van de IJshal ten bedrage van circa 4.500.000,-- zijn indertijd voor 3.000.000,gedekt door bijdragen a fonds perdu, verstrekt door de gemeente en de ijssportverenigingen. Het resterende deel van de investering, betrekking hebbend op de technische installaties, wordt op basis van een afschrijvingstermijn van 15 jaar volgens de annulteitenmethode afgeschreven. Aangezien deze afschrijvingstermijn in 1995 is verstreken zal in dit jaar een aanzienlijk vrijval van kapitaalslasten optreden. Ofschoon rekening gehouden dient te worden met stijgende onderhoudskosten, kan op grond hiervan een niet onbelangrijke kostenvermindering worden verwacht. Hoewel de entree-opbrengsten van de IJshal gelet op hun afhankelijkheid van niet beheersbare factoren moeilijk te voorspellen zijn, is in dit opzicht naar onze mening enig optimisme gerechtvaardigd. In het seizoen 1985/1986 was sprake van een duidelijke toename van het bezoekersaantal ten opzichte van het voorgaande seizoen. Ook op landelijk niveau kan een groeiende belangstelling voor de schaatssport worden geconstateerd. Door middel van het organiseren van vele activiteiten, waaronder trim-, familie en schoolschaatsen alsmede door het onlangs ingevoerde Sportief Jongeren Paspoort wordt getracht het bezoek aan de IJshal verder te stimuleren. Op grond van de hierboven aangegeven verwachtingen ten aanzien van de ont wikkelingen van het financiële resultaat van de IJshal en vanwege het maatschap pelijk nut dat wij aan deze sportvoorziening toekennen, zijn wij van oordeel dat sluiting van deze accommodatie vooralsnog niet moet worden overwogen. Uiteraard zal ook in de toekomst ons beleid gericht blijven op een verbetering van het exploitatie-resultaat van de IJshal. We zullen met name attent blijven op moge lijkheden tot alternatieve aanwending van de accommodatie buiten het schaatsseizoen. Onder vermelding dat de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven omtrent het onderhavige voorstel in haar vergadering van 3 november 1986 zal worden gehoord en onder verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 18690 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 oktober 1986 (bijlage nr. 402); BESLUIT in verband met het belang van de IJshal in het kader van de recreatieve voor zieningen, de exploitatie van de IJshal te continueren met als uitgangspunt dat de variabele kosten worden gedekt door de opbrengsten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 247