Nr. 19878 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 november 1986 (bijlage nr. 429); gelet op de artikelen 272 en 274a van de gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van een belasting op honden (9e wijziging). Artikel I. In artikel 4 wordt voor: 60,--, 90,en 120,vermeld in het eerste lid onder sub a tot en met c, gelezen respectievelijk 65, 97,50 en 130, 120,—" vermeld in het tweede lid, gelezen 130, Artikel II. Artikel 5 wordt gewijzigd en gelezen als volgt: Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent de aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar. 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermeerdert, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel kwartalen als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de wijziging van het aantal honden, nog volle kwartalen overblijven. 3» Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt geheel of gedeeltelijk ontheffing verleend over zoveel kwartalen als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht respec tievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kwartalen overblijven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 304