- 6 -
Het beleid is erop gericht bij de uitgifte van bouwterreinen circa 5055 van het
contingent in deze goedkope sector te brengen.
Samenvattend wordt geconcludeerd, dat de verwachte contingenten redelijk
aansluiten op de gewenste produktie.
De verhouding tussen grote en kleine woningen in de sociale sector plus de
premie-A-sector is 1 4. De verhouding tussen groot en klein in de marktsector
is 1 1
Omdat deze uitgangspunten ook reeds voor het lopende jaar gelden, kan worden
nagegaan in hoeverre deze zijn gerealiseerd.
De verhouding tussen het aantal grote en kleine woningen in de sociale sector
voldoet aan het uitgangspunt. Omdat hierbij sprake is van knipplannen en
verschillen binnen bouwplannen is een exacte cijfermatige presentatie niet moge
lijk.
In de marktsector wordt vrijwel niet klein gebouwd. Hoewel onze beoordeling van
de woningmarkt leidt tot de conclusie dat zulks wel mogelijk moet zijn, zijn de
opdrachtgevers op dit punt zeer aarzelend.
Het aantal goedkope premie-A-woningen binnen het toegewezen contingent in 1986
van 108 woningen bedraagt 37. Omdat dit resultaat niet aan onze verwachtingen
voldoet, zullen wij voor het komende jaar de gronduitgifte hierop nader toetsen.
Op blad II van de planningslijsten is de kwalitatieve woningbehoefte weergegeven
voor de planperiode 1987-1991.
Het hierop gebaseerde programma is op blad III opgenomen.
Op de bladen IV (A en B) en V (A en B) zijn de bouwgrondcapaciteit en de reeds
bekende bouwplannen geïnventariseerd. De aanwezige bouwgrondcapaciteit is
voldoende voor de gewenste en de verwachte produktie.
Priotiteiten nieuwbouw 1987 en. volgende jaren.
Uitgaande van de te verwachten contingenten voor de komende jaren zijn de
prioriteiten voor 1987 en de volgende jaren aangegeven. De prioriteiten zijn
zodanig gekozen dat stadsvernieuwingsbouwplannen de voorkeur hebben boven
stadsuitlegplannen
De bouwplannen, die in aanmerking komen voor realisatie in de periode 1987-1991
zijn opgenomen in een aparte prioriteitenlijst. Deze lijst is voor U ter inzage
gelegd. Bij het opstellen van de lijst is uitgegaan van het principe, dat alleen
plannen worden opgevoerd, wanneer de woonbestemming vaststaat en de plannen bin
nen de vereiste termijn de gewenste mate van planologische, stedebouwkundige en
financiële hardheid zullen bezitten.
Een aantal bouwinitiatieven is nog niet in de prioriteitenlijsten verwerkt omdat
deze nog geen zicht bieden op de gevraagde hardheid. Het betreft met name ini
tiatieven in de stadsvernieuwing.
Een overzicht van deze initiatieven is voor U ter inzage gelegd, waarbij tevens
een beknopte toelichting is opgenomen.
De P.C.V. heeft met de voorlopige verdeling van de contingenten besloten tot het
opnieuw instellen van een knelpuntencontingent voor de stadsvernieuwing. Voor
het jaar 1987 zijn hiervoor 160 woonruimten in de sociale sector voorzien. In de
jaren 1988 en 1989 zal dit aantal met 10 woonruimten per jaar worden verhoogd.
Ten behoeve van de plannen in de stadsvernieuwing, welke nog niet kunnen worden
opgenomen in de prioriteitenlijst zullen wij waar mogelijk een beroep doen op
het knelpuntencontingent.
- 7 -
Wij merken op, dat het jaarprogramma voor 1987 eerst definitief kan worden
samengesteld bij de definitieve toewijzing van contingent in de maand december,
wanneer tevens de definitieve toewijzing van contingent na herverdeling in 1986
bekend zal zijn. Tevens kan daarbij aandacht worden geschonken aan de voordracht
van plannen voor het knelpuntencontingent voor stadsvernieuwingsplannen.
De institutionele beleggers zijn momenteel zeer terughoudend met het realiseren
van plannen in Leeuwarden.
Wij zullen in de komende tijd het nodige doen om beleggers te interesseren voor
planontwikkeling. Hierbij kan ondermeer worden gedacht aan combinaties met de
bouw van premiekoopwoningen.
De premiekoopwoningen dienen in een dergelijk geval als trekker voor een ini
tiatief van een belegger.
Voor de bouw van woningen in de sociale huursector zal gestreefd worden naar het
maken van een budgetafspraak, waardoor marginale wijzigingen in het te reali
seren programma kunnen optreden.
Met name bij de bouw van premiekoopwoningen wordt gewerkt met kleine projecten
van verschillende opdrachtgevers. Hierdoor ontstaat (in een zekere mate van
onderlinge concurrentie) een gevarieerd aanbod. Op deze wijze wordt getracht
aansluiting te vinden op de woningbehoefte.
Woningverbetering
Op blad VI wordt het programma voor de woningverbetering weergegeven. Dit
programma is gebaseerd op de gegevens omtrent de geschatte behoefte aan woning
verbetering, zoals deze op blad VII is verwerkt. Het resulterende programma
verschilt slechts weinig ten opzichte van vorig jaar.
Het restant te verbeteren voor-oorlogse woningen omvat minder dan 600 woningen.
Wij streven naar de verbetering van alle nog niet verbeterde voor-oorlogse
woningen in de periode 1987-1991. Het aantal na-oorlogse woningen, dat nog ver
beterd moet worden bedraagt circa 6.500. Hieronder bevinden zich ook complexen,
die nog geen 25 jaar oud zijn. Deze complexen komen volgens de thans geldende
regelingen niet in aanmerking voor gesubsidiëerde verbetering. De Staatssecre
taris van Volkshuisvesting heeft echter het initiatief genomen te komen tot een
verlaging van de leeftijdsgrens voor subsidiabele woningverbetering. Voorlopig
wordt gedacht aan het creëren van een nieuwe leeftijds- en subsidiecategorie van
complexen gebouwd na 1968 en ouder dan 15 jaar.
Op blad VIII zijn de in ontwikkeling zijnde verbeteringsplannen
geïnventariseerd. Overeenkomstig de Nota Uitgangspunten Volkshuisvesting en de
Nota Woonlasten blijft de nadruk liggen op het ontwikkelen van plannen met geen
of zo gering mogelijke huurstijging.
Prioriteiten.
In de prioriteitstelling van 1985 vormde de verbetering van de 549 woningen in
het Valeriuskwartier een knelpunt. Omdat inmiddels de financiering van dit plan
is geregeld, is in 1985 een aanvang gemaakt met de uitvoering van het project.
Met het Rijk is overeengekomen dat de subsidiëring wordt verdeeld over de jaren
1985 tot en met 1988Daardoor is er ruimte voor het opstarten van enkele andere