Planning woningbouw en woningverbetering 1983-1992.
Bijlage no. 304 Leeuwarden, 12 oktober 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Ten behoeve van de nieuwbouw, verbouw en woningverbetering dient u de
jaarlijks in te vullen planningslijsten van het ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vast te
stellen. Naar aanleiding van deze planningslijsten wordt hieronder
nader ingegaan op de aspecten van planning en programmering in de
sector volkshuisvesting voor de periode 1988-1992.
In de planningslijsten wordt de gemeentelijke visie gevraagd met
betrekking tot:
- het nieuwbouwprogramma,
- het verbouwprogramma,
- het verbeteringsprogramma,
- een aantal bijzondere programma's, waaronder energiebesparing,
- de woningbehoefte,
- de bouwgrondcapaciteit en bouwplaninventarisatie,
- de behoefte aan woningverbetering,
- de inventarisatie van verbeteringsplannen en energiebesparing.
Dit jaar zijn enkele ondergeschikte wijzigingen in de opzet van de
lijsten aangebracht. Tevens is als nieuw onderdeel ingevoerd de
programmering van de uitvoering van zelfstandig te nemen maatregelen op
het gebied van energiebeparing Het betreft hier de complexgewijze
aanpak van huurwoningen op basis van de in 1987 ingevoerde Regeling
Geldelijke Steun Voorzieningen aan Huurwoningen 1987 (MG 86-32 en MG
87-19)
De introductie van dit onderdeel sluit aan op de wens van uw raad om de
isolatie van huurwoningen in combinatie met de planning en
programmering aan de orde te stellen. Bij de behandeling van het
onderdeel van de woningverbetering wordt aandacht geschonken aan de
prioriteiten op het gebied van de woningisolatie en energiebesparing.
Tevens zijn in de planningslijsten kolommen opgenomen ten behoeve van
de gecombineerde aanpak woningverbetering en de sanering van situaties
van woningen met een hoge geluidsbelasting.
De Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting zal mede op basis van
de planningslijsten aan Gedeputeerde Staten van Friesland advies
uitbrengen over de gewenste omvang van de contingenten voor de komende
jaren. Vervolgens zal dat college een programma- en een
verdelingsadvies aan het Rijk uitbrengen. De Hoofdingenieur-Directeur
van de Volkshuisvesting in de provincie Friesland, die als secretaris
deeluitmaakt van genoemde commissie, stelt vervolgens in
overeenstemming met het advies van G.S. de contingenten voor de
gemeenten vast.