een school kan in stand blijven, indien de werkelijke afstand tot de
dichtstbijzijnde andere school meer dan 1,5 km bedraagt en de school wordt
bezocht door ten minste 70 leerlingen;
een school kan in stand blijven, indien de werkelijke afstand tot de
dichtstbijzijnde andere school meer bedraagt dan 2 km en het aantal
leerlingen 23 of meer bedraagt.
Zoals reeds is aangegeven telt de openbare basisschool de J.H. van IJssel-
skoalle momenteel 28 leerlingen. De prognose voor de komende jaren geeft een
stabiel beeld te zien. De dichtstbijzijnde school ligt op 2400 meter van de
J.H. van IJsselskoalle verwijderd (Wiardaskoalle te Goutum en de Stins (Aldlan).
Opheffen van de J.H. van IJsselskoalle betekent dat de kinderen uit Hempens
één van de beide genoemde scholen zullen dienen te bezoeken, waarbij zij de
kruising Drachtsterweg-Hempenserdijk, die gelet op de hoge verkeersintensiteit
als zeer gevaarlijk moet worden beschouwd, dienen over te steken.
De openbare basisschool Prof. Wassenberghskoalle telt thans 54 leerlingen.
De prognose met betrekking tot het aantal leerlingen geeft in de loop der jaren
een stijging te zien. De eerstkomende jaren zal het leerlingenaantal rond de 55
schommelen.
De dichtstbijzijnde school, te weten de Krijn v.d. Helmschool, staat op een
afstand van bij benadering 2 km van deze school (1950 meter, gemeten langs een
voor kinderen veilig begaanbare weg).
Wij zijn van mening dat beide scholen nodig zijn om te voorzien in voldoendt
gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs.
Voor de beide scholen geldt voorts dat zij in hun dorp een sociaal-culturele
functie vervullen.
Opheffing van de scholen zal in beide gevallen verstrekkende gevolgen hebben
voor de leefbaarheid in de dorpen.
Naar aanleiding van de door de provincie geschetste instandhoudingscriteria
heeft er in december 1987 ambtelijk en bestuurlijk overleg plaatsgevonden
omtrent met name de instandhouding van de basisschool te Lekkum. Uit dit overle?
is duidelijk geworden dat aan een raadsbesluit tot instandhouding van de
Prof. Wassenberghskoalle de goedkeuring zal worden onthouden in verband met het
feit dat niet wordt voldaan aan de minimale afstandsgrens van 2 km tot de
dichtstbijzijnde openbare basisschool. De provincie heeft tegelijkertijd het
belang van het maken van afspraken betreffende op de toekomst gerichte
oplossingen benadrukt, met name in die gevallen waar de toekomst van scholen
onzeker is.
Wij zijn van oordeel dat het inderdaad wenselijk is om op langere termijn een
gezond scholenbestand te realiseren en ten aanzien van individuele gevallen
concrete afspraken te maken met de provincie. Dit betekent thans dat over de
0.b.s. te Lekkum concrete afspraken zullen moeten worden gemaakt.
De provincie stelt aan de instandhouding van de o.b.s. te Lekkum de volgende
voorwaarden:
1. De Gemeenteraad dient gelijktijdig met het instandhoudingsverzoek voor de
o.b.s. te Lekkum de intentie uit te spreken dat er zowel per 1 augustus 1985
als per 1 augustus 1989 een basisschool zal worden opgeheven.
2. Vóór 1 oktober 1988 zal de Gemeenteraad een spreidingsplan voor het openbaat
basisonderwijs moeten vaststellen voor de langere termijn.
3. Het aantal leerlingen van de o.b.s. te Lekkum dient niet te dalen beneden
het aantal van 45.
Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, geeft de provincie de garantie dat de
school te Lekkum gedurende twee instandhoudingsperiodes (in totaal 6 jaar vanaf
1 augustus 1988) kan blijven bestaan.
Indien dat instandhoudingsverzoek voor de o.b.s. te Lekkum uitsluitend wordt
getoetst aan de normen van de provincie Friesland zal sluiting van de school per
1 augustus 1988 onvermijdelijk zijn. Zoals reeds aangegeven zal opheffing van de
o.b.s. te Lekkum verstrekkende gevolgen voor de leefbaarheid in het dorp hebben.
Wij zijn dan ook van oordeel dat al het mogelijke zal moeten worden gedaan
genoemde school in stand te houden.
Met de door de provincie geformuleerde voorwaarden kan naar ons oordeel groten
deels worden ingestemd.
Zowel de VNG als de provincie dringen erop aan voor langere termijn een
instandhoudingsbeleid te ontwikkelen voor het openbaar basisonderwijs, zodat ook
naar de toekomst een evenwichtig onderwijsvoorzieningenniveau voor het openbaar
basisonderwijs in de gemeente wordt gerealiseerd. Wij achten het gewenst dat
daartoe een spreidingsplan voor de langere termijn wordt opgesteld. Wij stellen
U daarom voor in te stemmen met de voorwaarde voor 1 oktober 1988 een
spreidingsplan vast te stellen.
Met betrekking tot de voorwaarde om reeds nu de intentie uit te spreken om
zowel per 1 augustus 1988 als per 1 augustus 1989 een basisschool op te heffen
merken wij het volgende op.
De Floris Versterschool (Huizum-West) telt momenteel 74 leerlingen. Het
gemiddeld aantal leerlingen voor het schooljaar 1986/1987 bedroeg 92 1/3. Het
ligt niet in de lijn der verwachtingen dat het aantal leerlingen in de komende
jaren zal stijgen tot 100 (de instandhoudingsnorm). Dit betekent dat het aantal
leerlingen per 1 augustus 1989 gedurende drie jaar onder de opheffingsnorm heeft
gezeten en de school per die datum opgeheven dient te worden. Daar in de wijk
Huizum tevens de Ferdinand Bolschool is gevestigd, kan niet zonder meer worden
gesteld dat de Floris Versterschool in stand gehouden dient te worden om te
voorzien in voldoende openbaar onderwijs. Wij hebben met beide scholen reeds
overleg gehad over het feit dat de Floris Versterschool per 1 augustus 1989
opgeheven dient te worden c.q. dat de school met de Ferdinand Bolschool zal
dienen te fuseren.
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen stelt voor scholen die per 1 augustus
1988 opgeheven worden c.q. gaan fuseren faciliteiten in de personele sfeer
beschikbaar voor een periode van drie jaar. Wij zijn van oordeel dat zowel gelet
op de personele belangen als op de door de provincie gestelde voorwaarde tot
opheffing van een basisschool per 1 augustus 1988 met ingang van genoemde datum
de Floris Versterschool moet worden opgeheven c.q. dient te fuseren met de Fer
dinand Bolschool. Wij stellen U voor reeds nu de intentie hiertoe uit te spre
ken. Het feitelijke voorstel tot opheffing van de Floris Versterschool zullen
wij U binnenkort doen toekomen.
Met betrekking tot opheffing van een basisschool per 1 augustus 1989 merken wij
het volgende op. Hoewel uiteindelijk het vóór 1 oktober 1988 vast te stellen
spreidingsplan voor het basisonderwijs aan zal moeten geven op welke wijze een
gezond scholenbestand zal moeten worden gerealiseerd - met mogelijkerwijs als
resultaat dat één of meerdere scholen op langere termijn zullen moeten worden
opgeheven - zijn er naar ons oordeel ontwikkelingen die ervoor pleiten reeds nu
als intentie uit te spreken - en daarmee gedeeltelijk in te stemmen met de pro
vinciale voorwaarde - een basisschool op te heffen per een nader te bepalen
datum vóór uiterlijk 31 juli 1991, i.e. binnen de dan lopende instandhoudings
periode. Deze ontwikkelingen zijn de volgende:
- 2 -