Nr. 520
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 januari 1988
(bijlage nr. 38);
gelet op het bepaalde in artikel 126 'van de Kleuteronderwijswet;
BESLUIT
1. het bedrag van de vergoeding als bedoeld in artikel 126, le lid van de
Kleuteronderwijswet voor de Vereniging voor Protestants Christelijk Basis
onderwijs te Leeuwarden-Zuid ten behoeve van de kleuterschool "Boartlik
Bigjin", Ludolf Bakhuizenstraat 32 te Leeuwarden voor het jaar 1987 defini
tief vast te stellen op 3 lokalen x f 1.335,(door te betalen rijksvergoe
ding) is f 4.005,
2. het bedrag van de vergoeding onder 1 genoemd voor het jaar 1988 voorlopig
vast te stellen op f 4.005,x 7/12 is f 2.336,25.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nota Verkeersluwe Gebieden.
Bijlage no. 39 Leeuwarden, 14 januari 1988.
Aan de Gemeenteraad.
Sinds 1 januari 1984 is het mogelijk om met zoneborden gebieden af te bake
nen waarbinnen de maximumsnelheid van weggebruikers niet hoger mag zijn dan 30
km per uur. Hiermee is aan de wegenverkeersregeling een instrument toegevoegd
dat voor woongebieden van betekenis kan zijn. Het grote verschil met het woonerf
i-s dat voor 30 km/u-zones minder stringente inrichtingseisen worden gesteld,
waardoor invoering ervan eenvoudiger is.
De belangrijkste inrichtingseisen zijn dat wegen geen doorstroomfunctie mogen
hebben (alleen bestemmingsverkeer) en dat de aard en gesteldheid van de wegen
van dien aard zijn dat een maximumsnelheid van 30 km redelijkerwijs uit die
omstandigheden voortvloeit. Er kan derhalve niet worden volstaan met de
plaatsing van een verkeersbord; 30 km/u-zones vragen fysieke maatregelen die de
maximumsnelheid als het ware afdwingen, zodat niet extra snelheidscontroles e.d.
nodig zijn.
Over de toepassingsmogelijkheden van de 30 km/u-regeling in de gemeente
Leeuwarden hebben wij de Nota Verkeersluwe Gebieden doen opstellen. Deze nota
geeft voor de aanpak van de materie een drietal mogelijkheden aan. Als alleen de n
verkeerstechnische kant wordt aangepakt, de noodzakelijke vormgeving minimaal
wordt gehouden en de inspraak wordt beperkt tot een informatie-avond op het
moment dat het om concrete planuitwerking gaat, zou het in de nota voorgestelde
programma negen miljoen gulden gaan kosten.
Een iets uitgebreidere versie, waarin op beperkte schaal ook voorzieningen ter
verfraaiing van de omgeving worden meegenomen, kost een miljoen meer.
Een projectmatige aanpak met de daarbij behorende inspraak en resulterend in een
"aangekleed" plan zou twaalf miljoen gulden kosten. Opgemerkt wordt hierbij dat
de kosten van het verkeersluw maken van de gebieden Willem Loréstraat, Indische
Buurt en Zeeheldenbuurt niet in deze bedragen zijn begrepen, aangezien hiervoor
reeds bedragen zijn gereserveerd binnen het Meerjarenprogramma Stadsvernieuwing.
Bovendien zijn geen kosten geraamd voor de aanpak van verkeersknelpunten in de
binnenstad
De Nota Verkeersluwe Gebieden werd op 25 augustus 1986 in de Commissie voor
Openbare Werken en Milieu behandeld. De commissie stemde in met de relatief
goedkope opzet van het verkeersluw maken van woonwijken en met de in de nota
weergegeven prioriteitstelling. Over de voor de uitvoering van de in de nota
genoemde maatregelen beschikbare financiële middelen bestond destijds evenwel
nog geen zekerheid. Wél kon worden gesteld, dat het gelet op de financiële con
sequenties en de financiële positie van de gemeente uitgesloten moest worden
geacht het in de nota gepresenteerde programma volledig te realiseren.
Intussen is over de ter zake beschikbare middelen de nodige duidelijkheid
ontstaan. Aangezien een aantal van de maatregelen wordt genomen in de
oorspronkelijke stadsvernieuwingsgebieden, kunnen de kosten daarvan ten laste
van de stadsvernieuwingsmiddelen worden gebracht voor zover de te nemen maatre
gelen geen nadelige gevolgen hebben voor de inrichtingsmogelijkheden van de in