Rapport "Wie vertegenwoordigt de gemeente in particuliere organisaties?".
Bijlage no. 44
Leeuwarden, 14 januari 1988.
Aan de Gemeenteraad.
De gemeente is op een aantal manieren betrokken bij het bestuurlijk reilen
en zeilen van particuliere organisaties. Zo kan er sprake zijn van een sub
sidierelatie met de daaraan door de gemeente verbonden voorwaarden waaraan
instellingen moeten voldoen; ook bij gemeentelijke garantstelling voor leningen
worden aan instellingen voorwaarden gesteld. Daarnaast - soms in combinatie met
het voorgaande en soms los daarvan - heeft de gemeente in een aantal par
ticuliere instellingen bestuursinvloed door de benoeming van bestuursleden
(waaronder in dit verband het recht van voordracht of aanbeveling mede begrepen
wordt); ook komt het voor dat van gemeentewege een waarnemer deelneemt aan de
vergaderingen van het bestuur van een instelling of dat daaraan een adviseur is
toegevoegd. Voorts is de gemeente aandeelhoudster van een aantal vennootschap
pen en wordt er een aantal commissarissen benoemd.
Bij deze vormen van afvaardiging van personen naar bestuurlijke organen van par
ticuliere instellingen zijn de laatste jaren op verschillende momenten vraagte
kens gezet. Niet zozeer omdat de gemeente geen invloed zou mogen uitoefenen op
particuliere organisaties maar veeleer omdat niet altijd duidelijk is in
hoeverre er sprake is c.q. kan zijn van een gemeentelijke "vertegenwoordiging"
in particuliere organisaties, hoe het afleggen van verantwoording
(terugkoppeling naar het gemeentebestuur) in dat kader is of kan worden gere
geld, welke vormen van "vertegenwoordiging" de voorkeur verdienen zowel op for
mele gronden als om redenen van effectiviteit e.d.
Tegen die achtergrond hebben wij het rapport "Wie vertegenwoordigt de gemeente
in particuliere organisaties" doen opstellen, waarin op dit soort vragen nader
wordt ingegaan. Met name in het zesde hoofdstuk daarvan worden ter zake conclu
sies getrokken en aanbevelingen gedaan die in algemene zin zijn gebaseerd op de
gedachten dat:
- terughoudendheid moet worden betracht bij het afvaardigen van gemeentelijke
vertegenwoordigingen in particuliere instellingen;
- er geen sprake kan zijn van gemeentelijke vertegenwoordiging indien daaraan
geen adequaat verantwoordingskader is gekoppeld;
- voor zover derden (nog) door de gemeente in besturen van particuliere
instellingen zijn of worden benoemd, dezen niet als vertegenwoordigers van de
gemeente kunnen worden beschouwd en derhalve niet op grond van hun benoeming
door de gemeente ter verantwoording kunnen worden geroepen.
Voor de verdere uitwerking daarvan verwijzen wij U hier kortheidshalve naar het
bijgevoegde rapport.
Het onderhavige rapport is behandeld in de vergadering van de Commissie van
Algemene Zaken van 30 november 1987. De commissie heeft U geadviseerd met dit
rapport in te stemmen. Naar aanleiding van de bespreking in de commissie merken
wij overigens nog het volgende op.
In het begin van deze raadsbrief is al aangegeven dat de gemeente op
verschillende manieren betrokken is bij en invloed kan uitoefenen op het
bestuurlijk reilen en zeilen van particuliere organisaties. Het onderhavige rap
port beoogt niet om daaraan een einde te maken, maar om duidelijkheid te schep
pen en enige terughoudendheid te betrachten ten aanzien van enkele van de gehan
teerde vormen van gemeentelijke betrokkenheid/beinvloeding