- 2 - Beïnvloeding van (het beleid van) particuliere organisaties is zelfs en blijft o.i. inherent aan het doeltreffend besturen van de gemeente. Dat gebeurt langs allerlei formele en informele kanalen, zoals via overleg, overtuigen, (politieke) uitspraken van de Gemeenteraad, algemene gemeentelijke regelgeving, gemeentelijke plannen, subsidieverstrekking en daaraan verbonden voorwaarden en nog op talloze andere manieren. Wij zijn van mening dat de mogelijkheden voor gewenste beleidsbeïnvloeding door het volgen van de in het rapport opgenomen aanbevelingen in wezen niet worden aangetast. Wel wordt op de voorgestelde wijze consequenter recht gedaan aan de autonomie van particuliere besturen die voortvloeit uit de keuze om als gemeentebestuur bepaalde activiteiten over te laten of op te dragen aan een privaatrechtelijke rechtspersoon. Voor het beïnvloeden van het beleid van particuliere organisaties blijven in de regel voldoende en voldoende controleerbare mogelijkheden open. Overigens blijft het zij het in uitzonderingsgevallen mogelijk om desgewenst, met inachtneming van een aantal randvoorwaarden, toch een gemeentelijk vertegenwoordiger in het bestuur van een particuliere instelling te benoemen indien de gewenste gemeen telijke invloed op andere wijze onvoldoende gewaarborgd is. Wij merken in dit verband nog op, dat in hoofdstuk 5 van het rapport nader is ingegaan op de beleidsbeïnvloeding en de controlemogelijkheden en sancties ingeval er sprake is van een subsidierelatie en/of van garantstelling door de gemeente. Ten aanzien van veel van de instellingen waar ook de vertegenwoordigingskwestie speelt, is een dergelijke relatie aan de orde en kan derhalve altijd worden teruggegrepen op de in dat kader gestelde voorwaarden, die veelal op zichzelf (meer dan) toereikend zijn. Omvang en intensiteit van beleidsbeïnvloeding en controle zijn naar onze mening feitelijk niet zozeer afhankelijk van de mogelijkheden daartoe - die er in voldoende mate zijn - maar veeleer van de wil om van die mogelijkhe den gebruik te maken en de intentie waarmee dat gebeurt. Wij stellen U voor het rapport "Wie vertegenwoordigt de gemeente in par ticuliere organisaties?" te aanvaarden als uitgangspunt voor het beleid ten aan zien van benoemingen van gemeentelijke vertegenwoordigers in bestuurlijke orga nen van particuliere instellingen conform het bij dit voorstel behorende concept-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 674 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 januari 1988 (bijlage nr. 44 BESLUIT: het bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte rapport "Wie vertegen woordigt de gemeente in particuliere organisaties?" te aanvaarden als uitgangs punt voor het te voeren beleid ten aanzien van benoemingen van gemeentelijke vertegenwoordigers in bestuurlijke organen van particuliere instellingen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 145