Nr. 1545
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het wenselijk is met betrekking tot het plangebied
"Indische Buurt" een voorbereidingsbesluit te nemen;
dat dit plangebied is gelegen binnen de bebouwde kom en dat ten aanzien van
dit gebied bij het structuurplan voor de gehele gemeente le fase, aanwijzingen
voor de bestemming zijn gegeven, zodat aan het voorbereidingsbesluit een
werkingsduur van maximaal twee jaar kan worden verbonden, hetgeen hij in dit
geval wenselijk acht;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 februari 1988
(bijlage nr. 57);
gelet op artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening;
BESLUIT:
I. te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied
(globaal) begrensd door het Vliet, de Bleeklaan, de Ruyterweg, de Insulinde-
straat en de Archipelweg, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de
bij dit besluit behorende tekening nr. 11N4-17 (plangebied Indische Buurt);
II. te bepalen, dat de werkingsduur van het hiervoorgenoemde voorbereidingsbe
sluit wordt bepaald op twee jaar en dat het voorbereidingsbesluit in werking
treedt met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Gemeenschappelijke regeling regio Noord-Friesland.
Bijlage no. 58
Leeuwarden, 4 februari 1988.
Aan de Gemeenteraad.
In de raadsvergadering van 2 februari 1987 hebben wij aan U de ontwerp-
gemeenschappelijke regeling regio Noord-Friesland voorgelegd. Gevraagd werd
een uitspraak van de Raden, de Colleges van Burgemeesters en Wethouders en de
Burgemeesters over het concept. Bij brief van 17 februari 1987 hebben wij de
Integratiecommissie geïnformeerd over de ter zake gemaakte opmerkingen. Aan de
hand van de diverse reacties heeft de Integratiecommissie de regeling nader
beschouwd en zijn de suggesties al dan niet overgenomen.
Het resultaat hiervan is door de Integratiecommissie aan ons toegezonden ter
vaststelling. Zoals uit de begeleidende brief van de commissie blijkt betreft
het in feite het vaststellen van een formeel raamwerk. De feitelijke invulling
vindt plaats als elke gemeente per onderdeel zelf besluit welke gemeentelijke
bevoegdheden zij aan de regio zal overdragen. Concrete voorstellen in verband
met deze feitelijke invulling zullen nog aan U worden voorgelegd.
Van de suggesties die de gemeente Leeuwarden heeft ingebracht zijn de meeste
overgenomen. Een wijziging welke wij hier niet onvermeld willen laten is de ver
tegenwoordiging van gemeente Leeuwarden in de Regioraad. In de concept-regeling
was sprake van 10 leden namens Leeuwarden. Een alternatief genoemd in de toen
malige aanbiedingsbrief was 8 leden, een alternatief dat voor Leeuwarden niet
aanvaardbaar zou zijn. Uiteindelijk is het resultaat een vertegenwoordiging van
de gemeente Leeuwarden van 9 leden. Het totale aantal leden van de Regioraad is
van 63 verminderd tot 53 leden, inclusief de voorzitter. Verhoudingsgewijs is de
nu ontstane samenstelling van de Regioraad zelfs gunstiger voor gemeente
Leeuwarden. Wij stellen U dan ook voor daarmede in te stemmen.
Een andere suggestie van Leeuwarden was de maatschappelijke dienstverlening
te schrappen als onderdeel van het takenpakket van de regio, dit in verband met
bepalingen van ons eigen collegeprogramma en onze visie dat het geen specifiek
gemeentelijke bevoegdheid betreft. De suggestie is overgenomen doch niet
geschrapt in de huidige regeling. Niettemin hebben wij tegen handhaving thans
geen overwegend bezwaar, zij het dat wij niet zullen overgaan tot overdracht van
de bevoegdheden op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening. Voorts
gaan wij ervan uit dat bij een eerstvolgende aanpassing van de regeling dit
onderdeel alsnog zal worden geschrapt.
De Burgemeester stemt eveneens in met de onderhavige regeling, zij het dat
hij daarbij uit staatsrechtelijke overwegingen het voorbehoud maakt dat nog een
aanpassing van artikel 18, tweede lid plaatsvindt. Deze aanpassing moet ertoe
leiden dat de genoemde bepaling mede regelt dat de Burgemeester (in plaats van
Burgemeester en Wethouders) bericht of hij een advies geheel of gedeeltelijk
heeft aanvaard, dan wel heeft afgewezen.
Voorts acht de Burgemeester het van belang dat een waardevolle overlegstruc
tuur als het regionale tripartite overleg zoals de Regio Friesland-Noord kende,
onder de werking van de nieuwe regeling wordt gecontinueerd.
Bij de huidige gemeenschappelijke regeling is tevens een aanzet tot de
begroting 1988 van de regio gevoegd. Aangezien de afzonderlijke gemeenten nog
zullen besluiten welke gemeentelijke bevoegdheden zij wel of niet overdragen aan
de regio is de bijgevoegde aanzet tot een begroting niet meer dan een optelsom
van de huidige twee begrotingen van de regio's Noordoost en Noord. Zoals uit de
begeleidende brief van de Integratiecommissie blijkt zijn concrete voorstellen