4. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners wordt aangehouden
de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek
openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Artikel 32.
1De gewone tijd voor de benoeming van de leden van de Regioraad is
de eerste vergadering van de nieuwe raden van de deelnemende
gemeenten als bedoeld in de kieswet.
2. Zij treden tegelijk af met ingang van de dag waarop de
eerstvolgende benoeming als bedoeld in het eerste lid
plaatsvindt. Wanneer een gemeenteraad aan het gestelde in het
eerste lid niet voldoet, blijven de leden uit de desbetreffende
gemeenten hun lidmaatschap van de Regioraad vervullen, totdat hun
opvolgers zijn benoemd en hun benoeming hebben aanvaard.
3. Hij, die ophoudt lid te zijn van de raad van een deelnemende
gemeente, houdt tevens op lid te zijn van de Regioraad, het
dagelijks bestuur of een vaste commissie van advies.
Artikel 33.
1Naast de in artikel 20 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
genoemde, voor leden van de Regioraad verboden, betrekkingen en
handelingen, mag een lid van de Regioraad ook niet als ambtenaar
of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst van de
Regio werkzaam zijn.
2. Wanneer is gehandeld in strijd met het bepaalde in het eerste
lid, is artikel W9, eerste tot en met vierde lid, van de kieswet
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 34.
Een lid van de Regioraad geeft de gemeenteraad, die hem als lid heeft
aangewezen, schriftelijk de door één of meer leden van die raad
schriftelijk verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in
strijd is met het openbaar belang.
Artikel 35.
Een lid van de Regioraad is aan de gemeenteraad,- die hem als lid heeft
aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in de
Regioraad gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording gebeurt
volgens door de betrokken gemeenteraad nader te stellen regels - als
volgt:
a. schriftelijk, indien het lid van de Regioraad daaraan de voorkeur
geeft;
b. mondeling in de vergadering van de betrokken gemeenteraad.
Artikel 36.
1. Een lid van de Regioraad kan te allen tijde ontslag nemen. Hij
deelt dit mede aan de raad die hem of haar heeft benoemd en aan
de Regioraad. Het lid blijft de functie waarnemen totdat een
opvolger is benoemd en deze de benoeming heeft aanvaard.
2. De gemeenteraad kan een door hem aangewezen lid ontslaan als dit
het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit. Daarbij
wordt gehandeld overeenkomstig artikel 87a van de gemeentewet.
Artikel 37.
1De voorziening in een tussentijdse vacature in de Regioraad
geschiedt binnen tien weken.
2. Van elke benoeming tot lid van de Regioraad geeft het des
betreffende college van burgemeester en wethouders binnen acht
dagen kennis aan de Regioraad.
Artikel 38.
De voorzitter van de Regio is voorzitter van de Regioraad.
Artikel 39.
1De Regioraad stelt voor zijn vergadering een reglement van orde
vast
-12-
-13-