Het toepassen van het zgn. kubusprincipe in die zin dat er een
afzonderlijke bestuurslaag wordt ingebouwd d.m.v. het
instellen van bestuurscommissies per regio achten wij niet
noodzakelijk.' De huidige gemeenschappelijke regeling biedt
reeds de mogelijkheid van regionale adviesorganen.
Daarvan is in de praktijk nooit gebruik gemaakt. Bovendien
biedt het portefeuillehoudersoverleg van de regio voldoende
mogelijkheden om aangelegenheden betreffende de schoolbege
leiding aan de orde te stellen.
Dat gebeurt in de praktijk ook al.
De vraag of de gemeenschappelijke regeling voor de schoolbege
leiding nog wel de juiste rechtsvorm is, dient in VFG-verband
nader onderzocht te worden. Daaraan zitten zowel principiële
als praktische aspecten die nadere studie vereisen.
Ambulancevervoer
Op grond van de Wet ambulancevervoer zijn Provinciale Staten
bevoegd gebieden aan te wijzen, waarvoor centrale posten voor
ambulancevervoer werkzaam zijn. In afwijking van het gestelde
in de WGR is de gehele provincie aangewezen als zijnde één
gebied. Aangezien de huidige regeling tot onze tevredenheid
werkt, ondersteunen wij, mede gelet op de aard en de schaal van
het te behartigen belang in de Friese verhoudingen, voort
zetting van deze regeling. Wij zijn dan ook van mening dat er
een verzoek aan GS gericht moet worden tot ontheffing van de
bundelingsplicht ten behoeve van de CPA.
A fvalve rwe rkin
Voor wat betreft de intergemeentelijke samenwerking op het
terrein van de afvalverwijdering zijn wij van mening dat
vastgehouden dient te worden aan het huidige samenwerkings
gebied, dat overigens als zodanig in het kader van de uit
voering van de Afvalstoffenwet door Provinciale Staten is
aangewezen. Gelet op de doelstellingen van het provinciale
af valstof fenplan, in het bijzonder het streven naar een doelma
tige wijze van afvalverwijdering, is naar ons oordeel samen
werking op ten minste provinciale schaal gewenst. Ten aanzien
van de bestuurlijke uitwerking van de samenwerking op het
onderhavige taakgebied gaat onze voorkeur eveneens uit naar
voortzetting van de huidige situatie i.e. een gemeenschap
pelijke regeling waaraan behalve de gemeentelijke overheden ook
het provinciaal bestuur deelneemt.
Met name de schaal van het te behartigen belang vergt in dit
geval afwijking van de bundelingseis
Woonwagen z a_ken
Bij brief van 12 oktober 1987, nr. R.O.V. 13298 HH/EH hebben
wij gereageerd op het Concept Gemeenschappelijke Regeling Woon
wagenschap Friesland, zoals die door het dagelijks bestuur van
het schap ter beoordeling i-s voorgelegd.
In de inleiding op het nieuwe concept wordt aangegeven dat er,
gelet op de aard en de schaal van het te behartigen belang,
- 7 -
gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingsbepaling van de bun
delingsplicht en er een "boven-regionale" gemeenschappelijke
regeling moet worden aangegaan. De motivatie hiertoe is even
eens aangegeven.
Kortheidshalve verwijzen wij U naar bijgevoegde kopie van de
inleidende brief van het schap. Wij onderschrijven het daarin
opgenomen standpunt.
eWelstandszorg/Huen__H_iem.
Momenteel beraden wij ons nog over eventuele aansluiting bij de
gemeenschappelijke regeling Hus en Hiem. Begin 1988 hopen wij
de besluitvorming hieromtrent te hebben afgerond.
Wij vertrouwen U met het vorenstaande voldoende te hebben geïnfor
meerd
Burgemeester en Wethopders van Leeuwarden,
Burgemeester.
:P
Secretaris
ItCHIEF
1 i JAN. 1988