- 2 -
Binnen het gebied, waarop het voorbereidingsbes luit betrekking heeft, is het
verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning
(aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders bepaalde werken, geen
bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren. Bedoelde vergunningen
kunnen slechts worden verleend indien de belangen die ermee worden gediend
van zodanige aard zijn dat uitvoering van de werken of werkzaamheden nood
zakelijk is en indien hierdoor geen onevenredige schade wordt toegebracht
aan de waarden van het plangebied, zoals nader omschreven in Deelnota I, II
en III voor het bestemmingsplan buitengebied. In het in procedure zijnde
bestemmingsplan voor het buitengebied is dit terrein aangewezen voor
agrarisch gebied met een beperkte ecologisch functie. Tegen het besluit van
Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van dit bestemmingsplan, is destijds
beroep ingesteld bij de Kroon. Deze beroepen zijn nog in behandeling.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie, dat de aanleg van een golfbaan ter
plaatse in strijd is met zowel het geldende bestemmingsplan als met het in
procedure zijnde bestemmingsplan voor het buitengebied en dat de beslissing
op een in te dienen verzoek om aanlegvergunning door ons college zou moeten
worden aangehouden. In het Uitbreidingsplan in hoofdzaak Tietjerksteradeel
1960 ontbreken namelijk voorschriften, die voor uit te voeren werken of
werkzaamheden een aanlegvergunning vereisen, zodat er geen grond is een
eventueel gevraagde aalegevergunning te weigeren. Voorts zou anticipatie
slechts mogelijk zijn indien het werk of de werkzaamheid niet strijdt met
het in procedure zijnde bestemmingsplan, hetgeen hier niet het geval is.
Aan het plan voor de aanleg van de golfbaan zal dan ook slechts medewerking
kunnen worden verleend indien een voorbereidingsbes luit wordt genomen. Hier
door wordt het mogelijk op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits
vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen
het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Uit stedebouwkundige
overwegingen bestaan er naar onze mening geen bezwaren tegen de hiervoor
geschetste ontwikkeling. De aanleg van een golfbaan ter plaatse sluit ruim
telijk en functioneel goed aan op de rest van het gebied. De diversiteit aan
sport- en recreatievoorzieningen in dit gebied zal hierdoor worden vergroot.
Wij hebben de Stichting Golfbaan Leeuwarden inmiddels dan ook bericht in
principe bereid te zijn medewerking te verlenen aan de door haar ontwikkelde]
plannen, alsmede dat wij U zouden voorstellen bedoeld voorbereidingsbes luit
te nemen.
Alvorens te beginnen met het maken van het ontwerp-plan (dat de basis zal
vormen voor de t.z.t. te voeren vrijstellingsprocedure en in dat kader aan
Gedeputeerde Staten zal moeten worden overgelegd), dient er naar onze mening
vooraf meer duidelijkheid te zijn omtrent de financiële uitvoerbaarheid van
het plan. Hierover zal nog nader overleg moeten worden gevoerd tussen Rijk,
provincie en gemeente en de stichting, parallel hieraan zal door de
stichting een inrichtingsschets van het gehele plan moeten worden gemaakt,
welke mede de basis zal vormen voor het ontwerp-plan. In dit plan zal o.a.
ook aandacht worden besteed aan de (beperkte) ecologische functie en de
bereikbaarheid. Nadat het ontwerp-plan zal zijn afgerond, hieromtrent
inspraak heeft plaatsgevonden en het resultaat van het overleg als bedoeld
in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 bekend is
(zodat er omtrent de planologische inpassing meer zekerheid bestaat, zullen
de in te dienen verzoeken om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan
(aanleg golfbaan en eventuele bebouwing) in procedure kunnen worden
gebracht. Een ieder heeft de bevoegdheid om gedurende de termijn van ter-
visieligging schriftelijk bezwaren tegen het verlenen van vrijstelling in te
dienen.
- 3 -
Inmiddels is duidelijk geworden dat - met name om planologische redenen - de
aanleg van een definitieve oefengelegenheid (driving range) in 1988 niet zal
plaatsvinden. De stichting onderzoekt op dit moment evenwel de mogelijkheid
om met minimale ingrepen toch te kunnen beginnen en wel door het inrichten
van een voorlopige oefengelegenheid op de percelen kadastraal bekend
gemeente Hardegarijp, sectie G, nrs. 1627, 1628 en 1629 (tussen de weg
Woelwijk en de spoorlijn).
Men denkt o.a. in de richting van een beperkte drainage en verplaatsbare
"afslagplaatsen". Ook voor het inrichten van deze voorlopige oefengele
genheid zal de hiervoor aangegeven vrijstellingsprocedure moeten worden
gevolgd. Het gaat hier echter slechts om uiterst beperkte ingrepen, die niet
of nauwelijks zullen leiden tot aantasting van de structuur van het gebied,
zodat wanneer het plan voor de aanleg van de golfbaan eventueel niet door
mocht gaan, deze voorzieningen zonder veel moeite weer ongedaan kunnen wor
den gemaakt en het terrein weer in zijn oorspronkelijke toestand kan worden
hersteld. Wij stellen ons dan ook voor, dat - gelet op hetgeen zojuist
gesteld is - deze vrijstellingsprocedure kan worden gevoerd zonder dat er
reeds sprake is van een (nieuw)-ontwerp-bestemmingsplan in een bepaald sta
dium.
Mede gelet op de hiervoor gegeven argumentatie wat betreft de voorlopige
oefengelegenheid, moet het verantwoord worden geacht dat de behandeling van
vrijstellingsverzoeken, voor zover deze hierop betrekking hebben, wordt
overgelaten aan ons college. Wij stellen U daarom voor daartoe te besluiten.
II. De stichting heeft ons t.b.v. de inrichting van deze tijdelijke oefenlocatie
verzocht genoemde percelen grond beschikbaar te stellen. Deze percelen, die
eigendom zijn van de gemeente en zijn ondergebracht in het Grondbedrijf wor
den thans nog van jaar tot jaar verpacht voor het laatst vanaf 1 maart 1987
tot 6 maart 1988. Deze pachtovereenkomst kan te allen tijde worden beëin
digd.
Gelet op het bovenstaande en in aanmerking genomen, dat wij het van groot
belang achten dat met weliswaar minimale voorzieningen een begin kan worden
gemaakt met de golfactiviteiten zijn wij van mening, dat de voornoemde per
celen voor een bedrag van f 3.460,per jaar dienen te worden verhuurd aan
de Stichting Golfbaan Leeuwarden en onder overigens nog nader overeen te
komen voorwaarden. De huurprijs is gelijk aan het bedrag dat thans voor het
gebruik van de grond wordt ontvangen.
U hebt ons bij besluit van 26 januari 1976 gemachtigd tot het verhuren of op
enige andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen, voor zover het
betreft het verhuren van in het Grondbedrijf ondergebrachte percelen of per
ceelsgedeelten, die worden gebruikt of zullen worden gebruikt voor niet-
agrarische doeleinden.
Wij zullen ervan uitgaande, dat U zich met het onder I. gestelde kunt
verenigen de desbetreffende percelen aan de Stichting Golfbaan Leeuwarden
m.i.v. 6 maart 1988 voor onbepaalde tijd verhuren tegen een huurprijs van
f 3.460,per jaar en overigens onder nog nader door ons te bepalen voor
waarden.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Sport en Recreatie in haar verga
dering van 1 oktober 1987 ons reeds heeft geadviseerd de hierboven bedoelde
medewerking aan de Stichting Golfbaan Leeuwarden te verlenen en de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting in haar op 2 februari 1988