afdeling c.q. school
werkelijke beschikbaar
uitgaven gesteld
meer uit
gegeven
dan beschik-
baar gesteld
Afdeling VBO-school
voor kinderen met
leer- en opvoedings
moeilijkheden
Afdeling onaangepas
te kleuters, school
voor kinderen met
leer- en opvoedings
moeilijkheden
f 125.427,84 f 143.447,20
f 24.437,73 f 29.046,25
minder uit
gegeven
dan beschk-
baar gesteld
f 18.019,36
4.608,52
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Het vaststellen van de bedragen bedoeld in arikel 88, eerste lid, van de Wet op
het voortgezet onderwijs over het jaar 1984, voor:
a. de gemeentelijke scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs,
hoger algemeen voortgezet onderwijs en middelbaar algemeen voortgezet onder
wijs;
b. de Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters, tot 1-7-1984.
Bijlage no. 79 Leeuwarden, 25 februari 1988.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs,
dient de Gemeenteraad jaarlijks vast te stellen:
a. het bedrag, dat in het voorafgaande kalenderjaar is uitgegeven ter zake van
de exploitatiekosten voor de gemeentelijke scholen voor voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en mid
delbaar algemeen voortgezet onderwijs en voor de Gemeentelijke Opleidingsschool
voor Kleuterleidsters;
b. het bedrag, dat door het Rijk in dat jaar voor de genoemde soorten van
onderwijs beschikbaar is gesteld.
De vaststelling van deze bedragen over het jaar 1984 kan nu plaatsvinden.
Met betrekking tot de Opleidingsschool voor Kleuterleidsters merken wij op,
dat in verband met de fusie met de Gemeentelijke Pedagogische Akademie de
vaststelling van de werkelijke uitgaven en inkomsten slechts de periode
1 januari tot en met 30 juni betreft.
Ingevolge artikel 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs dient de
gemeente eens in de vijf jaren aan de overeenkomstige bijzondere scholen binnen
de gemeente, een overschrijdingsbedrag per leerling uit te keren, wanneer de
uitgaven de rijksvergoeding overschrijden.
Dit overschrijdingsbedrag per leerling moet worden vermenigvuldigd met het
gemiddelde van de aantallen leerlingen van de bijzondere scholen over het des
betreffende tijdvak van vijf jaren.
Voor het laatst is dit gedaan voor het tijdvak 1979 tot en met 1983.
De administratiekosten ter secretarie zijn niet in de uitgaven meegenomen omdat
zij geacht worden gelijk te zijn aan de ter zake ontvangen rijksvergoedingen,
welke eveneens buiten beschouwing zijn gelaten.
Een overzicht per schoolsoort van de uitgaven, ingedeeld naar kostensoorten en
de samenstelling van de inkomsten is ter inzage gelegd.
Wij stellen U voor te besluiten zoals is aangegeven in het hierbijgaande
ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.