6
L. Brief van 13 april 1988 van
Wonen in de Binnenstad, betref
fende plannen tot wijziging
van het gevangeniscomplex op
het perceel Keizersgracht 4 te
Leeuwarden.
In het kader van een voorgenomen
renovatie van het gevangeniscom
plex op het perceel Keizersgracht
4 ligt het in de bedoeling om de
toegang van het hiervan deel
uitmakende "poortgebouw" een
uiterlijke verandering te laten
ondergaan.
Voor het aanbrengen van de beoog
de verandering dient ter verkrij
ging van een daarvoor ingevolge
artikel 47, eerste lid van de
Woningwet vereiste vergunning een
bouwaanvraag bij ons college te
worden ingediend. Ter plaatse
geldt het bestemmingsplan "Blok
huisplein"
Ingevolge artikel 48, eerste lid
onder a, b en c van de Woningwet
mag en moet een bouwvergunning
door ons college slechts worden
geweigerd, indien het bouwwerk
waarop de aanvraag betrekking
heeft niet zou voldoen aan de
bepalingen van de Bouwverordening
of in strijd zou zijn met een
geldend bestemmingsplan dan wel
voor het bouwwerk een vergunning
ingevolge de Monumentenwet of een
provinciale of gemeentelijke
monumentenverordening is vereist
en deze niet is verleend.
Het gevangeniscomplex inclusief
het "poortgebouw" is geen offi
cieel geregistreerd monument,
zodat dit complex bij verandering
ervan uit dien hoofde via een
vergunningsmechnisme geen
bescherming geniet; evenmin is op
het complex een provinciale of
gemeentelijke Monumentenverorde
ning van toepassing, zodat ook
uit hoofde daarvan niet regule
rend kan worden opgetreden.
Voor zover een in te dienen bouw
aanvraag in overeenstemming is
met de bepalingen van de Bouwver
ordening, waaronder de in artikel
34 opgenomen welstandsbepaling en
met een geldend bestemmingsplan,
is ons college vanwege het dwin
gend bepaalde in artikel 48 van
de Woningwet gehouden een
gevraagde vergunning te verlenen.
Gelet op het gevoelige karakter
van het "poortgebouw" zal door
7
ons bij de besluitvorming omtrent
een in te dienen bouwaanvraag
aan het welstandsaspect specifie
ke aandacht worden geschonken. In
dit wettelijk stelsel past der
halve niet een gemeentelijke
bemoeienis met een eventuele
alternatieve ontsluitingswijze
zoals adressant voor ogen staat.
Wij stellen U voor adressant
overeenkomstig het vorenstaande
te informeren.
Voor de raadsleden ter inzage gelegd:
Stukken en conclusies van de vergadering van 11 maart 1988 van het dage
lijks bestuur van de Regio Friesland-Noord.
Brief van 7 april 1988 van de CPN district Friesland, waarin informatie
wordt gevraagd over het gemeentelijk minimabeleid, alsmede het antwoord
van Burgemeester en Wethouders hierop.