4
K. Brief van 30 september 1988 van
het bestuur van de Stichting
NoorderBreedte gelijktijdig met
de aanbieding van een themanum
mer, waarin verzocht wordt om
een jaarlijkse financiële bij
drage, met als tegenprestatie
een aantal gratis abonnementen
op het tijdschrift van deze
stichting, met eveneens de naam
NoorderBreedte
Dit tijdschrift vervult met name
een rol bij aangelegenheden die
op provinciaal en regionaal ni
veau spelen en in duidelijk min
dere mate ten aanzien van speci
fiek gemeentelijke aangelegenhe
den. Voor wat betreft de ver
spreiding van kennis, ervaringen
en nieuws aangaande natuur-
milieu- en landschapszaken worden
thans reeds andere periodieken
uitgegeven welke in voldoende
mate in de behoefte voorzien; te
denken valt aan het ROM-magazine
en het blad "Handhaving".
Wij achten het dan ook niet nodig
een financiële bijdrage van plm.
4.250,-- te verlenen ten einde
dit tijdschrift in een aantal van
25 exemplaren te kunnen ontvan
gen.
Wij stellen U dan ook voor adres
sant te berichten dat de gevraag
de financiële bijdrage niet zal
worden verleend.
L. Brief van 3 oktober 1988 van de
Stichting Minderheden Belangen
te Amsterdam, waarmee een on
dernemingsplan wordt aangebo
den, gericht op de uitgave van
een zgn. Minderheden Weekkrant,
bestemd voor allochtone en
autochtone minderheden in Leeu
warden.
De stichting verzoekt een bij
drage te verstrekken in de
investeringskosten, die gemaakt
moeten worden om de weekkrant
te kunnen uitbrengen.
M. Brief van 7 oktober 1988 van
Wonen in de Binnenstad over het
voornemen tot verhoging van de
parkeertarieven voor bewoners
en belanghebbenden in de bin
nenstad
Het is de bedoeling om een lande
lijke weekkrant uit te geven,
gericht op (onder meer) de min
derheidsgroepen in onze gemeente.
Wij menen dat hiermee niet een
zodanig Leeuwarder belang gediend
is, dat een gemeentelijke bijdra
ge in de te maken investerings
kosten gerechtvaardigd is. Het
bestaansrecht van een weekkrant
zoals beoogd, zal - ook in finan
ciële zin - uit de publieke be
langstelling ervoor moeten blij
ken.
Wij stellen U voor adressante
overeenkomstig te berichten.
Voorgesteld wordt deze brief te
betrekken bij de behandeling van
het raadsvoorstel "parkeerregule
ring en wijziging parkeertarie
ven" (zie agendapunt 9).
N. Brief van 11 oktober 1988 van
het Bosschap waarin wordt inge
stemd met de voorgenomen wijzi
ging van de grenzen der bebouw
de kommen ingevolge de Boswet.
Voorgesteld wordt deze brief te
betrekken bij de behandeling van
het punt Vaststelling grenzen der
bebouwde kommen ingevolge de
Boswet (zie agendapunt 11).
5
0. Brief van 13 oktober 1988 van
de Staatssecretaris van Defen
sie inzake het bestuurlijk
overleg over de zonering van de
vliegbasis Leeuwarden.
Brief van 18 oktober 1988 van
mevrouw M.A. Bouma-Dekker te
Leeuwarden inzake de situering
van de stoeprand op de hoek
Euterpestraat-Offenbachstraat
Voorgesteld wordt de Staatssecre
taris van Defensie te berichten,
dat het bestuurlijk overleg zoals
dit op 4 november 1988 heeft
plaatsgevonden, mede geacht wordt
namens de Raad te zijn gevoerd.
De Commissie voor Openbare Werken
en Milieu heeft op 31 oktober
1988 met het vorenstaande inge
stemd
De in de brief genoemde klacht
wordt veroorzaakt doordat de
fundering van de Euterpestraat
bij de ter plaatse gelegen ver
smalling onvoldoende is. Hierdoor
treedt spoorvorming op met als
gevolg de verhoogde ligging van
de stoeprand ten opzichte van de
rijbaan van de straat.
Volgens de door de Dienst Stads
ontwikkeling opgestelde planning
zal de fundering in de zomer van
1989 worden verbeterd. Alsdan zal
de gevraagde reparatie van de
bestrating plaatsvinden en de
stoep van een afrit worden voor
zien.
Voorgesteld wordt adressante in
bovenstaande zin te berichten.
Brief van 19 oktober 1988 van
de Stichting Gereformeerd Peda
gogisch Centrum te Wezep met
verzoek om subsidiëring met
ingang van 1 januari 1989 van
schoolbegeleiding t.b.v. de
Johannes Bogermanschool te
Leeuwarden door de landelijke
begeleidingsdienst GPC.
In Uw vergadering van 28 april
1987 hebt U besloten de subsidi
ering van het GPC te beëindigen.
Deze beslissing werd door U be
vestigd in Uw vergadering van
9 november 1987 in reactie op het
door het GPC ter zake ingediende
bezwaarschrift
Door het GPC zijn geen inhoude
lijke overwegingen aangedragen op
grond waarvan deze beslissing zou
moeten worden herzien c.q. beslo
ten zou moeten worden met ingang
van 1989 (opnieuw) tot subsidi
ering over te gaan. De uitspraak
van de Afdeling Rechtspraak van
de Raad van State waarnaar het
GPC verwijst, betreft een niet
zonder meer vergelijkbaar geval
en geeft derhalve evenmin aanlei
ding thans tot een andere beslis
sing te komen.
Wij stellen U voor het subsidie
verzoek af te wijzen en adressan
ten daarvan te berichten.