Nr. 3
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 december 1987
(bijlage nr. 3);
BESLUIT:
aan ir. J.J. Muller, directeur Openbare Werken van de Dienst Stadsontwikkeling
met ingang van 1 maart 1988 op diens verzoek eervol ontslag te verlenen onder
dankzegging voor de aan de gemeente Leeuwarden bewezen diensten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Preadvies inzake de boycot van bedrijven in verband met het beleid met
betrekking tot kernbewapening en apartheid.
Bijlage no. 4 Leeuwarden, 30 december 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Het BIVAK-Fryslan heeft zich bij brief van 18 mei 1987 tot Uw Raad gericht
met het verzoek om te besluiten geen werken te laten uitvoeren door en geen
diensten te vragen aan bedrijven die bij de bouw van installaties voor de kruis-
vluchtwapens in Woensdrecht betrokken zijn.
In Uw vergadering van 29 juni 1987 besloot U om deze brief om preadvies in onze
handen te stellen.
Het vorenstaande verzoek is voor ons aanleiding geweest om niet alleen aan
dacht te besteden aan de mogelijkheden van een boycot van bedrijven in verband
met de kernbewapening, maar tevens ook aan de relatie met het anti-apartheids-
beleid.
Boycot in verband met kernbewapening.
Het besluit van de Raad van 18 augustus 1986, om de gemeente kernwapenvrij
te verklaren moet worden gezien als ondersteuning van het protest tegen de.
voorgenomen plaatsing van 48 kruisvluchtwapens op de vliegbasis Woensdrecht en
is voorts in algemene zin een uiting van bezorgdheid over de voortdurende kern
bewapening.
Vanuit deze bezorgdheid streeft de gemeente er onder meer naar om de bewust
wording van de gevaren van de (kern)wapenwedloop onder de Leeuwarden bevolking
te vergroten.
Vanuit dezelfde bezorgdheid is nagegaan of het verzoek van het BIVAK-FryslAn
om over te gaan tot een boycot van bedrijven die bij de bouw van installaties in
Woensdrecht betrokken zijn, kan worden gehonoreerd.
De protesten die in brede lagen van de bevolking opklonken tegen de voorgenomen
plaatsing van kruisvluchtwapens, hebben tot doel gehad om de besluitvorming in
de beide kamers van de Stat en-Generaal te beïnvloeden.
Nu die besluitvorming op democratische wijze heeft plaatsgevonden, is het naar
onze mening niet gerechtvaardigd om bedrijven, die contracten met de centrale
overheid hebben gesloten om dat besluit te kunnen uitvoeren, uit te sluiten bij
het verlenen van opdrachten. Het feit dat het - ook in de brief van het BIVAK-
Fryslan genoemde - Arnhemse besluit door de Kroon is vernietigd met een ver
wijzing naar het in het artikel 1 van de Grondwet neergelegde beginsel van
gelijke behandeling, onderstreept deze stelling. Dat beginsel geldt overigens
ook voor rechtspersonen.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat aan het verzoek van het BIVAK-
Frysl&n om medewerking aan een boycot niet kan worden voldaan.
Naar aanleiding van het verzoek van BIVAK-Fryslan hebben wij overwogen of
het mogelijk is om uit te spreken, dat bedrijven die niet aan de bouw van
installaties in Woensdrecht willen meewerken, voorkeur genieten bij het verlenen
van opdrachten.
Een algemene uitspraak in dezen zou in de praktijk evenals een boycot discrimi
nerend kunnen werken, wanneer een bedrijf op grond van andere dan zakelijk-
economische overwegingen niet voor een opdracht in aanmerking zou kunnen komen.
Alleen in gevallen waarin de gemeente onder overigens gelijke omstandigheden een
keus moet maken uit meerdere ondernemingen (b.v. omdat er meerdere inschrijvers
zijn met dezelfde - laagste - aanneemsom)zou de voorkeur gegeven kunnen worden
aan bedrijven die niet betrokken zijn bij de bouw in Woensdrecht.
Overigens merken wij op dat de onderhandelingen tussen de Verenigde Staten
van Amerika en de Sovjet Unie met betrekking tot de wederzijdse vermindering van
kernwapens inmiddels de plaatsing van de 48 kruisvluchtwapens in Woensdrecht
zeer onwaarschijnlijk maken.