Boycot in verband met apartheid. Het eerderbedoelde verzoek om een boycot van bedrijven in verband met de kernbewapening is voor ons reden geweest om na te gaan of in geval van een voorkeursregeling een zelfde gedragslijn zou kunnen worden vastgesteld ten aan zien van bedrijven die relaties met Zuid-Afrika onderhouden. In dat verband moet worden opgemerkt dat de Ministers van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken in een gezamenlijke circulaire onlangs aan alle gemeenten het regeringsstandpunt hebben uiteengezet ten aanzien van activiteiten die gemeentel ontplooien op het gebied van het buitenlands beleid*met betrekking tot Zuid- Afrika. Deze circulaire is voor U ter inzage gelegd. Daaruit is komen vast te staan dat gemeentelijke maatregelen tegen in Nederland gevestigde bedrijven en instellingen die betrekkingen onderhouden met Zuid- Afrika naar het oordeel van de regering een averechtse uitwerking kunnen hebbet op het met zorg geformuleerde en in internationaal verband gevoerde Zuid- Af rikabeleid. Besluiten die inhouden dat door de gemeente geen zaken meer wordec gedaan met bedrijven die banden hebben met Zuid-Afrika, dat subsidies afhanke lijk worden gesteld van het ontbreken van banden met Zuid-Afrika en dat geen Zuid-Afrikaanse goederen meer worden gekocht of gebruik zal worden gemaakt van diensten van dat land, doorkruisen het buitenlands beleid van de regering en leveren als zodanig een grond op voor vernietiging wegens strijdigheid met het algemeen belang. Om te voorkomen dat naar het middel van vernietiging zou moeten worden gegrepen, acht de regering het gewenst dat gemeentebesturen, voor zover zij dergelijke besluiten hebben genomen, deze alsnog aanpassen, dan wel intrekken. De uitspraken die in dit verband door onze gemeente zijn gedaan, hebben wij aan een nader onderzoek onderworpen. Daaruit is gebleken dat de gemeentelijke stellingnames inzake de bestrijding van apartheid die tot nu toe zijn ingenomen geen van alle zijn aan te merken als formele besluiten in de zin van de cir culaire, maar eerder het karakter dragen van verzoeken en aansporingen, zonder dat daaraan met name genoemde sancties (b.v. uitsluiting, onthouden van subsidie of het verbreken van zakelijke contacten) zijn verbonden. Tot een aanpassing van genomen besluiten behoeft naar onze mening dan ook niet te worden overgegaan. Wij zijn overigens van mening dat de strijd tegen het systeem van de apartheid onverminderd door moet gaan. Wij zullen dan ook, bij voorkeur samen met andere gemeenten die een zelfde standpunt huldigen, in aanvulling op en ter versterking van het regeringsbeleid in dezen van alle wettige middelen gebruik maken om te helpen bevorderen dat een einde komt aan de apartheid. Voorkeursbehandel ing Mede gelet op de discussie omtrent dit preadvies in de Commissie voor Alge mene Zaken op 30 november 1987 zijn wij van mening dat van de geringe marges vat beleidsvrijheid die voor gemeenten in dit verband resten, maximaal gebruik moet worden gemaakt. Wij stellen ons daarom op het standpunt dat, indien onder overigens gelijke omstandigheden (oók ten aanzien van aanneemsommen) een keus moet worden gemaakt uit meerdere ondernemingen, de voorkeur moet worden gegeven aan bedrijven die is hun bedrijfsvoering het beste stroken met de politieke opvattingen die door Uw Raad zijn geformuleerd. Wij stellen U voor BIVAK-Fryslan overeenkomstig het vorenstaande te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester' mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Vaststelling Verdeelbesluit stadsvernieuwing 1988. Bijlage no. 5 Leeuwarden, 30 december 1987. Aan de Gemeenteraad. IAlgemeen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 41 van de Wet op de stads— en dorps vernieuwing dient U jaarlijks een verdeelbesluit vast te stellen, waarin wordt aangegeven welke bedragen in het kader van de stadsvernieuwing beschikbaar zullen zijn voor de verschillende sectoren van de samenleving. Ter voldoening aan deze verplichting leggen wij U thans ter vaststelling het verdeelbesluit voor het jaar 1988 voor. Bij het opstellen van dit Ver- deelbesluit 1988 zijn de uitgangspunten zoals vastgesteld in de Beleidsnota Stadsvernieuwing 1986 gehanteerd. Conform het bepaalde in de Interim-inspraakverordening stadsvernieuwing heeft het Programna Stadsvernieuwing 1988/1989, waarin het concept- Verdeelbesluit 1988 is opgenomen, gedurende het tijdvak 16 oktober 1987 tot en met 15 november 1987 ter inzage gelegen. Voorts is het toegezonden aan de bij de stadsvernieuwing in Leeuwarden betrokken organisaties en instellingen. Het concept-Verdeelbesluit 1988 is aan de orde gesteld in de op 4 november 1987 gehouden vergadering van de Raadsadviescommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. In deze vergadering heeft een aantal belanghebbenden het woord gevoerd. Kortheidshalve verwijzen wij hiervoor naar het verslag van deze vergadering dat voor U bij de stukken ter inzage is gelegd. Daarnaast is een aantal schriftelijke reacties ontvangen, die eveneens ter inzage liggen. In het navolgende gaan wij hier nader op in. IIInspraakresultaten. A. Platform één- en tweepersoonshuishoudens Leeuwarden. Adressante verzoekt in het Verdeelbesluit 1988 een stelpost op te nemen ten behoeve van het creëren van woonruimte door middel van eenvoudige aanpassingen in bestaande panden. Reactie. In de raadsbrief van 22 januari 1987 betreffende de vaststelling van het Verdeelbesluit 1987 is het verzoek van het PEL inzake het opnemen van een stelpost ten behoeve van eenvoudige aanpassingen in bestaande panden ook aan de orde geweest. Gesteld is toen dat m.u.v. de Haniasteeg voor dit onderdeel vooralsnog geen middelen zullen worden gereserveerd. De brief van PEL geeft ons geen aanleiding op dit stand punt terug te komen. De eerste betaling van een in dit kader aangegane verplichting vindt nl. eerst plaats één jaar na de realisering van het desbetreffende project. Zolang in dit kader nog geen andere verplichtingen zijn aangegaan, achten wij het reserveren van verdere middelen voor dit onderdeel niet opportuun, mede om onderuitputting van de stadsvernieuwingsmiddelen te voorkomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 71