Nr. 14068
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 augustus
1988 (bijlage nr. 251);
BESLUIT:
met E. Nicolai, wonende te Leeuwarden, Schilkampen 13, een overeenkomst aan te
gaan tot vestiging van een erfdienstbaarheid van voet- en kruipad in de
navolgende vorm en onder de navolgende bedingen:
ten behoeve van het bij Egbert Nicolai, wonende te Leeuwarden, Schilkampen 13,
in eigendom zijnde perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie K,
nummer 105, groot 314 centiare, waarop is gesticht de woning met aanhorigheden,
plaatselijk gemerkt Schilkampen 13, als heersend erf en ten laste van het bij de
gemeente Leeuwarden in eigendom zijnde perceel onbebouwde grond, kadastraal
bekend gemeente en sectie alsvoren, nummer 106, groot 91 centiare, als lijdend
erfwordt hierbij gevestigd de erfdienstbaarheid van voet- en kruipad om vanaf
het heersend erf het openbare voetpad genaamd "Schilkampen" en vanaf dit open
bare voetpad het heersend erf te kunnen bereiken;
wordende deze erfdienstbaarheden voorts gevestigd onder de navolgende bedingen:
1. voor de vestiging van de erfdienstbaarheid is de eigenaar van het heersend
erf aan de eigenares van het lijdend erf een tegenprestatie verschuldigd ten
bedrage van f 500,
deze tegenprestatie dient te worden voldaan ter gelegenheid van het verlij
den van de akte tot vestiging der erfdienstbaarheid;
2. de erfdienstbaarheid zal uitsluitend mogen worden uitgeoefend over dat deel
van het lijdend erf, dat bestaat uit een strook grond ter breedte van 1
meter welke zich, gerekend vanaf de plaats waar het lijdend erf aan de
noordzijde grenst aan het heersend erf, uitstrekt langs de oostgevel van de
op het heersend erf gestichte woning, de oostgevel van de opstal (voormalige
brandspuithuisje) welke is gesticht op het perceel kadastraal bekend
gemeente en sectie alsvoren, nummer 107, het rechtstreeks in zuidelijke
richting verlengde van deze laatstbedoelde oostgevel en ten slotte dat deel
van het bovengenoemde openbare voetpad genaamd "Schilkampen" dat op het lij
dend erf is gelegen;
zijnde de plaats waarlangs de erfdienstbaarheid moet worden uitgeoefend op
de bij dit besluit behorende tekening met een onderbroken streeplijn globaal
aangegeven;
3. dat deel van het lijdend erf waarlangs de erfdienstbaarheid moet worden
uitgeoefend en dat niet bestaat uit het op het lijdend erf gelegen gedeelte
van gemeld openbaar voetpad, dit eerstbedoelde deel hierna ook aan te duiden
als "het pad", en welk pad niet zonder schriftelijke toestemming van zowel
de eigenaar van het heersend erf en de eigenares van het lijdend erf zal
mogen worden verlegd, zal uitsluitend mogen worden gebruikt om te voet
daarover te gaan, zonodig met een kinderwagen, of een rijwiel of een brom
fiets aan de hand en met andere kleine vervoermiddelen; de eigenares van het
lijdend erf zal van het pad op de meest uitgebreide wijze gebruik kunnen
blijven maken;