V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep en bezwaarschriften. De commissie kan begrip opbrengen voor het feit, dat het voor een be drijf bij voorgenomen verkoop van de percelen een complicerende factor is niet te weten hoe exact de planologische invulling van die percelen moet zijn. De gemeente behoort derhalve op het moment, dat Gebr. Ferwer- da B.V. zich tot haar wendt met de vraag of de plannen van een kandi daat-koper planologisch acceptabel zijn, voldoende criteria te hebben ontwikkeld waaraan de aanvaardbaarheid van die plannen kan worden ge toetst. Een en ander dient de rechtszekerheid. Overigens neemt dit niet weg, dat de Wet op de Ruimtelijke Ordening geen voorschriften bevat over de inhoud van een voorbereidingsbesluitDe commissie kan zich voorstel len, dat de Raad tot dit voorbereidingsbesluit heeft kunnen komen ter voorkoming van ongewenste planologische ontwikkelingen op een zo gevoe lig punt bij het centrum van de stad. De Raad heeft het bestreden voor bereidingsbesluit derhalve genomen overeenkomstig de wet. Op grond van het vorenstaande adviseert de commissie de Raad het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit. Voorzitter, Secretaris, (w.g.) (w.g.) mrJJKeuning mr. A.D. van Dijk. Nr141 98 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen de brief van mr. W. Sleijfer dd. 15 juni 1988, waarin hij namens Gebr. Ferwerda B.V. ingevolge de Wet AROB een bezwaarschrift indient tegen het besluit van de Raad dd. 30 mei 1988, nr. 8456, sub V, waarbij een voorbereidingsbesluit is genomen voor het zogenaamde Groene Weide- complex aan de Harlingersingel 11 te Leeuwarden; overwegende, dat het bezwaarschrift ingevolge artikel 2 van de Procedu reverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften om advies in handen is gesteld van de Raadsadviescommissie voor de be roep- en bezwaarschriften; dat de commissie in haar advies dd. 5 augustus 1988, bijlage nr. 253 hem adviseert het bezwaarschrift ongegrond te verklaren; dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie kan verenigen; gelet op de Wet AROB en de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften; BESLUIT het bezwaarschrift van mr. W. Sleijfer namens Gebr. Ferwerda B.V. onge grond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 214