Vaststelling Nota "Enge Plekken'
Bijlage no. 255
Leeuwarden, 25 augustus 1988.
Aan de Gemeenteraad.
<c
«j
01
u
O
41
x
Hierbij bieden wij U de Nota "Enge Plekken", die een rapportage bevat van
een onderzoek naar de sociale (on)veiligheid buitenshuis voor vrouwen in onze
gemeente, ter vaststelling aan.
Deze nota is een eerste deelnota voor de Nota R.0.V-Emancipatie
Wij hebben deze nota - nadat wij deze voorlopig hadden vastgesteld - voorgelegd
aan de Raadsadviescommissies voor Emancipatie-aangelegenheden, Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting en Openbare Werken en Milieu en aan de Commissie
Openbare Orde. Tevens heeft de nota gedurende een maand ter inzage gelegen en is
op 19 april 1988 een hoorzitting georganiseerd. De verslagen van de com
missievergaderingen en de hoorzitting zijn voor U ter inzage gelegd. Het doet
ons genoegen dat het rapport in brede kring instemming heeft gevonden.
Naar aanleiding van het rapport merken wij het volgende op.
Het lag voor de hand dat de werkgroep R.O.V.-Emancipatie aandacht zou besteden
aan de sociale veiligheid. De resultaten van het onderzoek achten wij van dien
aard dat maatregelen nodig zijn. Dat betekent niet dat uit het rapport zou blij
ken dat Leeuwarden uit het oogpunt van sociale veiligheid ongunstig afsteekt b^j
andere vergelijkbare steden. Alom worden op dit moment studies naar sociale
veiligheid verricht; dit gebeurt omdat ook elders problemen op dit gebied worden
gesignaleerd
Het zwaartepunt van de Nota "Enge Plekken" ligt bij de sociale onveiligheid
voor vrouwen. Dit kan worden verklaard vanuit de optiek van het onderzoek; het
is opgezet vanuit de vraag naar factoren in de ruimtelijke inrichting van de
gemeente die belemmerend werken voor de zelfstandige ontplooiing van met name
vrouwen. Dit neemt niet weg dat wij verwachten dat de maatregelen die in de nota
worden voorgesteld een gunstige invloed zullen hebben op de sociale veiligheid
in het algemeen en niet uitsluitend voor vrouwen. Het zou onjuist zijn om het
vraagstuk van sociale veiligheid te verengen tot een vraagstuk van vrouweneman
cipatie; evenzeer onjuist zou het zijn de specifieke problemen voor vrouwen in
samenhang met sociale veiligheid te ontkennen.
De beleidsaanbevelingen uit de nota zijn verwerkt in een uitvoeringsschema
(hoofdstuk 8). In dit schema is nader uitgewerkt op welke wijze wij ons
voorstellen uitvoering te geven aan de beleidsaanbevelingen.
In de beleidsaanbevelingen neemt de binnenstad een bijzondere plaats in. Uit het
rapport Enge Plekken blijkt dat (delen van) de binnenstad als sociaal onveilig
word(t)(en) ervaren. Maar naast sociale onveiligheid zijn er andere redenen om
aan de leefbaarheid van de binnenstad bijzondere aandacht te besteden. Daarbij
kan onder andere worden gedacht aan bestrijding kleine criminaliteit, het wonen
boven winkels en de vervuiling. Voor een aantal probleemvelden bestaan in dit
kader al werkgroepen.
Wij hebben gemeend dat het niet goed zou zijn om voor het aspect sociale
veiligheid weer een nieuwe werkgroep in het leven te roepen. Daarom is in het
uitvoeringsschema gekozen voor een Stuurgroep Leefbaarheid Binnenstad onder
voorzitterschap van de voorzitter van ons college. Deze stuurgroep zal zich
bezighouden met de coördinatie van de activiteiten van de bestaande werkgroepen
en waar nodig initiatieven nemen tot nieuwe werkzaamheden. Op deze wijze is een
integrale benadering van de binnenstadsproblematiekgericht op de bevordering
van de leefbaarheid en levendigheid in en van de binnenstad in het algemeen,
naar ons oordeel het best gewaarborgd.
u
4)
<u
3
b
u
8