fe
2
de gemeenten bij het geven van onderling gelijke aanspraken op
vergoeding van ziektekosten en kosten, verband houdende met ziekte,
die ten laste komen van bij de gemeenten betrokken personen en bij
het gezamenlijk dragen van de kosten die het voldoen aan die aan
spraken meebrengt.
C
In de artikelen 2, derde lid, 4, eerste lid, tweede lid aanhef en onder
a, b, e en h en derde lid, 7 onder d en e, 9, eerste lid, onder cd en
e, derde, vierde en vijfde lid, 10, eerste lid, tweede lid onder m,
vierde, vijfde en zesde lid, 12, eerste lid, 31, eerste, derde en vijf
de lid, 34, eerste en derde lid en 36 wordt "het bestuur" telkens ver
vangen door: het algemeen bestuur.
D
Hoofdstuk VII komt als volgt te luiden:
HET BESTUUR
1. Algemeen Bestuur
Artikel 15
1. Het bestuur van het instituut bestaat uit een algemeen bestuur, een
dagelijks bestuur en een voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat
uit elf leden, de voorzitter daaronder begrepen, en staat aan het
hoofd van het instituut.
2. De leden van het algemeen bestuur zijn
a. leden van colleges van burgemeester en wethouders, ten getale
van vijf aangewezen op de wijze, bedoeld in de artikelen 16 en
18;
b. degenen die eveneens ten getale van vijf in onderling overleg
zijn aangewezen door de toegetreden centrales;
c. degene die is aangewezen met toepassing van artikel 28c, eer
ste lid, tweede volzin.
3. Voor elk der in het vorige lid onder a. en b. bedoelde leden kan op
overeenkomstige wijze als daar bepaald, een plaatsvervangend lid
worden aangewezen.
Artikel 16
1. De leden van het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 15, tweede
lid, onder a.,worden aangewezen door de raden der gemeenten, met
inachtneming van artikel 13 van de wet en van de voordracht bedoeld
in artikel 18, derde lid van de regeling. Zij treden af op het
tijdstip waarop de leden van de raden der deelnemende gemeenten
aftreden; zij houden evenwel zitting tot het tijdstip waarop in
hun vervanging is voorzien.
Hij die ter vervulling van een anders dan door periodiek aftreden
opengevallen plaats tot lid van het bestuur is aangewezen, treedt
af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij werd aange
wezen, moest aftreden.
Verlies van het lidmaatschap van een college van burgemeester en
wethouders heeft verlies van het lidmaatschap van het bestuur ten
gevolge
Artikel 17
Het lidmaatschap van de leden, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onder
b. eindigt:
a. met ingang van de le januari volgend op het periodieke aftreden van
de leden bedoeld in artikel 15, tweede lid, onder a;
b. wanneer de aanwijzing tussentijds wordt ingetrokken.
Artikel 18
1. Voor de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur worden de
gemeenten verdeeld in vijf groepen, namelijk
a. gemeenten met minder dan 15.000 inwoners;
b. gemeenten met 15.000 - 25.000 inwoners;
c. gemeenten met 25.000 - 50.000 inwoners;
d. gemeenten met 50.000 - 80.000 inwoners;
e. gemeenten met meer dan 80.000 inwoners.
2. Voor de bepaling van het aantal inwoners is artikel 4, eerste lid,
der gemeentewet van toepassing.
3. Elke groep wordt vertegenwoordigd door een lid. Het opstellen van
de ontwerp-raadsbesluiten voor de in artikel 16, eerste lid bedoel
de aanwijzing geschiedt in een algemene vergadering van de Vereni
ging van Friese Gemeenten op voordracht van het bestuur van die
vereniging, zo spoedig mogelijk na de periodieke verkiezing van de
leden van de raden der gemeenten. Vindt in die algemene vergadering
met betrekking tot de in de ontwerp-raadsbesluiten te vermelden
personen een verkiezing plaats, dan geschiedt deze in iedere onder
a tot en met e van het eerste lid genoemde categorie bij volstrekte
meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen; elke gemeente brengt
één stem uit. Indien niemand een volstrekte meerderheid heeft ver
kregen, heeft een tweede stemming plaats, waarbij degene die de
meeste stemmen op zich heeft verenigd, gekozen is. Bij een gelijk
aantal stemmen wijst het bestuur van de Vereniging van Friese Ge-