6
het dienstjaar.
4. Het algemeen bestuur is bevoegd te zamen met andere Instituten
Ziektekostenvoorziening Ambtenaren een voorziening te treffen voor
een gemeenschappelijk financieel bestel, landelijk strekkende tot
verzekering zoveel mogelijk van eenheid in aanspraken en ver
plichtingen van deelnemers. Van het bepaalde in artikel 14, eerste
lid, kan daarbij niet worden afgeweken; onder de in die bepaling
bedoelde lasten zijn die, welke voortvloeien uit de voorziening
mede begrepen.
3. Het dagelijks bestuur
Artikel 26
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en tenminste twee
door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen leden.
2. Van deze leden wordt tenminste een lid aangewezen uit de in het
tweede lid, onder a. van artikel 15 en een uit de in het tweede
lid, onder b. van dat artikel bedoelde leden.
3. Het algemeen bestuur kan plaatsvervangende leden aanwijzen. Indien
het twee of meer plaatsvervangende leden kiest, dient één van hen
tot de in artikel 15, tweede lid, onder a. bedoelde leden te beho
ren en een ander tot die, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onder
b.
4. Ten aanzien van de duur van het lidmaatschap van het dagelijks be
stuur zijn de artikelen 16 en 17 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 27
Het dagelijks bestuur en één of meer leden daarvan verstrekken aan het
algemeen bestuur inlichtingen en zijn aan dat bestuur verantwoording
schuldig, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 129 der
gemeentewet.
Artikel 28
1. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en de uitvoe
ring van besluiten van het algemeen bestuur. Onverminderd het be
paalde in artikel 20, tweede lid, kan dat bestuur een gedeelte van
zijn bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur.
2. Het dagelijks bestuur heeft voorts naast de hem bij artikel 33 van
de wet toegekende bevoegdheden, de bevoegdheid tot alle verdere met
zijn taken samenhangende rechtshandelingen te besluiten, voor zover
het algemeen bestuur zich die bevoegdheid niet heeft voorbehouden.
3. Het dagelijks bestuur is belast met het verstrekken van de inlich
tingen, bedoeld in artikel 17 van de wet.
Artikel 28a
1. Het dagelijks bestuur dan wel, indien artikel 28, tweede lid, is
toegepast, het algemeen bestuur, of een daartoe door het algemeen
bestuur uit zijn midden aangewezen commissie, besluit over de toe
kenning van alle vergoedingen ten laste van het instituut. Op zijn
verzoek wordt de belanghebbende van een dergelijk besluit schrifte
lijk en gemotiveerd mededeling gedaan.
2. Het algemeen bestuur kan evenwel bepalen, dat de secretaris en/of
een daartoe door het bestuur aan te wijzen functionaris besluit
inzake alle of een deel van de vergoedingen, als bedoeld in artikel
12, alsmede inzake verzoeken om toelating als bedoeld in artikel 4,
tweede lid.
3. Indien de deelnemer zich niet met een besluit, als in het tweede
lid bedoeld, kan verenigen, kan hij, binnen een maand na ontvangst
van de schriftelijke mededeling daarvan, aan het dagelijks bestuur
om een voor beroep vatbare beslissing verzoeken.
4. Het dagelijks bestuur of de in het eerste lid bedoelde commissie,
is gehouden binnen een tijdvak van twee maanden na ontvangst van
het verzoek, bedoeld in het derde lid, de voor beroep vatbare be
slissing, welke gemotiveerd dient te zijn, aan de deelnemer te
zenden, dan wel binnen deze termijn een nieuw besluit ten aanzien
van de uitkering te nemen.
5. Het algemeen bestuur kan in bijzondere gevallen het recht op uitke
ring beperken en zich de bevoegdheid tot toekenning van buitengewo
ne uitkeringen voorbehouden, volgens regelen te geven bij het in
artikel 12 bedoelde reglement.
Artikel 28b
Het dagelijks bestuur regelt verder zelf zijn werkwijze. Het brengt die
regeling ter kennis van het algemeen bestuur.
4. De voorzitter
Artikel 28c
1. De voorzitter wordt door en uit de in artikel 15, tweede lid, onder
a. en b. bedoelde leden van het algemeen bestuur aangewezen. Over-