10 volstrekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. Bij het doen van keuzen van personen worden leden, die blanco briefjes ingeleverd hebben, voor de toepassing van deze bepaling geacht niet aan de stemming te hebben deelgeno men. 4. Bij staking van stemmen over personen beslist na herstemming ter stond het lot; bij staking van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering, waarin bij staking van stemmen het voorstel geacht wordt niet te zijn aangenomen. 5. Wanneer de vergadering voltallig is, kan ook over niet op de agenda vermelde punten worden beraadslaagd en een besluit worden genomen. E Hoofdstuk VIII komt als volgt te luiden: HET INSTITUUT Artikel 28i 1. De dagelijkse leiding van het instituut berust bij een directeur. Hij is voor het uit dien hoofde gevoerde beleid verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur. 2. Het algemeen bestuur stelt onder goedkeuring van Gedeputeerde Sta ten regelen vast met betrekking tot de organisatie van de financi ële administratie en van het kasbeheer van het Instituut. 3. Het algemeen bestuur kan een personeelslid aanwijzen die, wat be treft de boekhouding en de financiële administratie rechtstreeks verantwoording schuldig is aan dat bestuur en voorts een perso neelslid, belast met kasbeheer, onverminderd het bepaalde in arti kel 20, eerste lid. 4. Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de boekhou ding, zijn de artikelen 265 bis tot en met 265 sexies der gemeen tewet van overeenkomstige toepassing. 5. De personele formatie van het instituut wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. Het regelt de rechtspositie van de directeur en van het overige personeel van het instituut, overeenkomstig het bepaalde in artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929. 6. De directeur en het overige personeel worden benoemd, geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan deze bevoegdheden voor zover deze het overige personeel betreffen, dele geren aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan eveneens de directeur schorsen, met dien 11 verstande, dat de schorsing vervalt, indien zij in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur niet wordt bekrachtigd. 7. Indien zulks ten behoeve van de administratie van het instituut nodig is, kan door de secretaris of de directeur van het instituut de medewerking worden ingeroepen van een in elke gemeente onder de benaming van correspondent door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar der gemeente. 8. Het algemeen bestuur is verplicht een regeling vast te stellen om trent voldoende verzekering der geldmiddelen van het instituut tegen benadeling door personeel of door anderen. F Hoofdstuk IX komt als volgt te luiden: BEGROTING EN REKENING Artikel 29 1. De begroting van baten en lasten met memorie van toelichting van het Instituut wordt vastgesteld uiterlijk 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 34 en 35 van de wet. 2. Deze begroting met memorie van toelichting wordt ter goedkeuring toegezonden aan Gedeputeerde Staten der provincie Friesland. 3. Telkens bij de vaststelling van de begroting worden door het alge meen bestuur de rechten en verplichtingen bedoeld in artikel 12 op nieuw beoordeeld en voor het volgende dienstjaar zonodig gewijzigd of aangevuld. Artikel 30 1. De rekening van baten en lasten van het Instituut en een balans per 31 december van dat jaar worden door het algemeen bestuur voor lopig vastgesteld uiterlijk 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking hebben. Tevens wordt dan een verslag opgesteld van de werkzaamheden van het Instituut over het afgelopen dienstjaar. 2. Deze rekening met de balans wordt ter vaststelling toegezonden aan Gedeputeerde Staten der provincie Friesland; een exemplaar van het verslag wordt als bijlage daaraan toegevoegd. 3. Zodra de in het vorige lid bedoelde vaststelling is geschied, wor den afschriften van de rekening met de balans en van het verslag zo spoedig mogelijk een de raden der gemeenten en aan de hoofdbesturen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 234