2 4. De verkeerseducatie moet zoveel mogelijk gedragsonderwijs of doe- onderwijs zijn, waarbinnen aandacht is voor kennisinhouden en vaar digheden die de leerling nodig heeft of binnenkort nodig zal heb ben. Hantering van deze uitgangspunten betekent dat er zich momenteel een andere wijze van denken over verkeersonderwijs op scholen ontwik kelt, Deze onderwijsverandering vraagt zeker een inhoudelijke begelei ding. Wij zullen dan ook in overleg treden met het ROF en het GCO ten einde te overleggen welke concrete ondersteuning geboden kan worden aan de scholen onder ons bevoegd gezag. Zodra daaruit een concreet en zichtbaar ondersteuningsaanbod voortvloeit, zullen wij onze scholen stimuleren van dit aanbod gebruik te maken. Via de Raadsadviescommissie Onderwijs willen wij U over deze ontwikke ling te zijner tijd nader informeren. Onder vermelding dat de Raadsadviescommissie Onderwijs U in haar vergadering van 14 september 1988 heeft geadviseerd in te stemmen met het onderhavige preadvies, stellen wij U voor adressant dienovereenkom stig te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ir. G.A. Kessler loco-Burgemeester, drs. A.J. Mewe loco-Secretaris Instandhouding openbare basisscholen. Bijlage nr. 267. Leeuwarden, 15 september 1988. Aan de Gemeenteraad. Op grond van artikel 108 van de Wet op het basisonderwijs (WBO) dient de Gemeenteraad te besluiten tot opheffing van een openbare basis school, indien het aantal leerlingen op 16 januari, gedurende twee ach tereenvolgende schooljaren, in elk dier jaren, minder heeft bedragen dan de in de wet weergelegde instandhoudings- c.q. opheffingsnormen. De instandhoudings- c.q. opheffingsnorm voor de gemeente Leeuwarden (gemeente 50.000 tot 100.000 inwoners) bedraagt 100 leerlingen. Voor het dorp Wirdum is op Uw verzoek de instandhoudingsnorm door de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen vastgesteld op de norm die geldt voor de gemeenten met minder dan 25.000 inwoners. De op hef fings- c.q. instandhoudingsnorm voor deze gemeenten is vastgesteld op 50 leerlingen. Voorts behoeven op grond van artikel 108, lid 9 WBO scholen, waar van het aantal leerlingen meer bedraagt dan 29 (gemeenten met minder dan 25.000 inwoners) en waarbinnen een afstand van drie km van deze school geen andere openbare school is gevestigd, niet te worden opgeheven. Voor de instandhouding van deze scholen, waartoe de Uniaskoalle te Wirdum moet worden gerekend, dient de procedure die is neergelegd in laatstgenoemd artikel, te worden gevolgd. Deze procedure luidt als volgt: "De Gemeenteraad dient voor zo een school, die gedurende twee achtereenvolgende jaren minder leerlingen telt dan de instandhoudings- norm aangeeft, een instandhoudingsbesluit te nemen, indien deze school noodzakelijk is om te voorzien in voldoende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs." Dit besluit, dat dient te worden genomen vóór 1 oktober van het schooljaar volgend op de twee schooljaren waarin de school minder leer lingen telde dan de instandhoudingsnorm aangeeft, behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Indien het aantal leerlingen van de betrokken school op 16 januari van het schooljaar volgend op de twee achtereenvolgende schooljaren als hierboven bedoeld, meer bedraagt dan 29 (gemeente met minder dan 25.000 inwoners) en binnen een afstand van 3 km van de school geen andere open bare school gevestigd is, behoeft de school niet te worden opgeheven en eindigen de procedures in werking gesteld met betrekking tot de in standhouding van de school van rechtswege, terwijl de ter zake genomen beslissingen vervallen. Voor de instandhouding van de Uniaskoalle te Wirdum dient deze procedure dus te worden gevolgd. Het gemiddeld aantal leerlingen van deze school bedroeg in de schooljaren 1986/1987 en 1987/1988 respectie velijk 47 1/3 en 44. Op een afstand van 3 km van de Uniaskoalle is geen andere openbare school gevestigd. Op grond van de huidige gegevens wordt verwacht dat de Uniaskoalle per 16 januari 1989 door 45 leerlingen zal worden bezocht. Gelet op de functie die de school in het dorp vervult, alsmede op de omstandigheid dat voor de leerlingen uit het dorp op redelijke af stand geen openbare school bereikbaar is, zijn wij van oordeel dat de Uniaskoalle in stand gehouden dient te worden. Opheffing van de school heeft tot gevolg dat niet meer wordt voorzien in voldoende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 243