Ad B - Controle en sancties Een vergaande terugdringing van de overlast door hondenuitwerpselen is onzes inziens alleen te bewerkstelligen, indien een effektief beleid ten aanzien van de handhaving van de in dit kader relevante A.P.V.-bepa lingen kan worden gevoerd. Gelet op de hiervoor beschikbare personele capaciteit zijn de mogelijkheden in dit opzicht echter beperkt. Het op treden tegen hondenoverlast berust primair bij de twee funktionarissen van de Reinigingspolitie In dit verband is van belang dat u in het kader van de herwaarderingso peratie 1985-1989 hebt ingestemd met ons voorstel om het aantal reini gingscontroleurs van twee naar één terug te brengen. In het beleidsplan 1988-1992 wordt ervan uitgegaan dat de hieruit voortvloeiende besparing ad f 55.000,met ingang van 1989 kan worden gerealiseerd. Aangezien wij menen dat een intensivering van de controle op de naleving van de betreffende AP.V.-bepalingen een absolute voorwaarde is voor een ade quate aanpak van het hondenoverlastprobleem, achten wij het raadzaam af te zien van de voorgenomen inkrimping van de personele sterkte bij de Reinigingspolitie. Het behoud van de huidige sterkte van de Reinigings politie dient uiteraard gepaard te gaan met een verhoogde prioriteit binnen het takenpakket van deze funktionarissen voor het bestrijden van de onderhavige problematiek. Door het doorvoeren van enkele dienstaan- passingen (bijvoorbeeld meer vroege en meer late diensten) zal getracht worden het toezicht meer aan te laten sluiten op het gedrag van de hon- debezitter Tevens zal worden getracht de bestrijding van de hondenverontreiniging zoveel mogelijk te integreren in de aanpak van andere - aanverwante - problemen, zoals het incorrect aanbieden van huisvuil, het clandestien storten van afval en dergelijke. Een breed opgezette projektmatige bena dering per wijk zal naar verwachting de doelgerichtheid van de te nemen maatregelen vergroten. In aanvulling op de controlerende taken van de reinigingspolitiefunktio- narissen zal door de gemeentepolitie worden getracht door middel van het opzetten van gerichte akties de naleving van de betreffende A.P.V.- bepalingen te bevorderen. Gelet op de werkdruk en prioriteitenstelling binnen het politie-apparaat zullen dergelijke akties slechts inciden teel kunnen worden uitgevoerd. In combinatie met de bovenbedoelde uitbreiding van het controle-appa raat zal door de politie zoveel mogelijk worden getracht een zogenoemd lik-op-stuk-beleidte voeren. In dit opzicht is van belang dat door het invoeren van de betreffende overtredingen in het bekeuringsafhande- lingssysteem (B.A.S.) van de politie in beginsel een snelle afwikkeling van de boete-oplegging mogelijk wordt. Met betrekking tot het toepassen van sancties merken wij nog op dat hiertoe pas in toenemende mate moete worden overgaan nadat door middel van de hierna te bespreken voorlichtingscampagne is getracht bij de hon- debezitter een bewustzijn te kweken van de ernst en omvang van de pro blematiek en een bekendheid met de gemeentelijke maatregelen. De hon- debezitter moet eerst in de gelegenheid gesteld worden uit eigener be weging zijn gedrag aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden voor dat door middel van strafrechtelijk sancties wordt getracht de beoogde gedragsverandering af te dwingen. Naast een uitbreiding van het toezicht op het gedrag van hondebezitters is tevens een intensivering van de controle op de handhaving van de be lastingplicht van hondeneigenaren gewenst. In uw vergadering van 15-02-1988 hebt u een krediet beschikbaar gesteld van f 34.500,-- voor een grootschalige controle op het hondenbestand. In aansluiting op deze maatregel zijn wij voornemens over te gaan tot de aanwijzing van de twee funktionarissen van de Reinigingspolitie als gemeentelijk belastingcontroleur en de invoering van het hondepenning- systeem, teneinde de ontduiking van hondebelasting struktureel tot aanvaardbare proporties terug te brengen. Voor wat betreft de invoering van het hondepenningsysteem zullen wij u een afzonderlijk voorstel voorleggen betreffende de noodzakelijke wij ziging van de Verordening op de heffing en invordering van een belas ting op honden. Hoewel het hondepenningsysteem tevens kan worden beschouwd als een in strument voor de controle op de handhaving van de hondebelastingplicht, biedt dit systeem vooral ook mogelijkheden om, in combinatie met een intensievere controle door bevoegde ambtenaren, de naleving van de A.P.V.- bepalingen ter voorkoming van hondenoverlast te verbeteren. Ad C - Hondenuitlaatplaatsen De hierboven voorgestelde maatregelen betekenen gedeeltelijk een (ver dere) beperking van de gedragsvrijheid van hondeneigenaren. Wij hechten er belang aan hier een maatregel tegenover te stellen, die de hondebe- zitter juist enige faciliteiten biedt om de van hem/haar verlangde ge dragsverandering door te voeren. Onze gedachten gaan hierbij uit naar het aanwijzen van enkele hondenuitlaatplaatsen, waar de hond zonder ver gaande beperkingen kan worden uitgelaten. De mogelijkheden hiertoe zijn onderzocht door de D.S.O.. Dit heeft tot de conclusie geleid dat de vol gende lokaties in aanmerking komen voor hondenuitlaatplaaten: onderdelen van de recreatiegebieden De Groene Ster, 't Kalverdijkje en Nylan. braakliggende terreinen; het gaat hierbij momenteel om ongeveer 9 verspreid liggende lokaties. Voor een overzicht van de ligging van deze lokaties wordt verwezen naar de ter inzage gelegde stukken. Naar verwachting zal het gebruik van deze terreinen als hondenuitlaat plaatsen niet leiden tot noemenswaardige overlast. Hierbij is onder meer rekening gehouden met het gebruiksdoel van de lokatie, de soort be planting en het al dan niet verrichten van handmatig onderhoud door de afdeling Plantsoenen van de D.S.O.. De bovenstaande lokaties moeten wor den uitgesloten van de door ons voorgestane uitbreiding van het aanlijn- gebod, met dien verstande dat het niet aangelijnd houden alleen is toe gestaan wanneer sprake is van voldoende toezicht. Bij de voorgestelde A.P.V.-wijziging is hiermee rekening gehouden. De hondenuitlaatplaatsen zullen door middel van borden als zodanig herkenbaar worden gemaakt. Het aanwijzen van hondenuitlaatplaatsen kan worden gezien als een be schikking waartegen bezwaar en beroep ingevolge de Wet Arob kan worden ingesteld. Wij zijn voornemens om hieraan in een publicatie in Huis aan Huis aandacht te schenken. Ten aanzien van de als hondenuitlaatplaats te benutten braakliggende terreinen kan nog worden opgemerkt dat het aantal van deze lokaties uiteraard aan wijzigingen onderhevig is in verband met de mogelijkheid dat aan deze terreinen een nieuwe bestemming wordt gegeven. Overigens dient in verband met onderhoud aan de hondenuitlaatplaatsen rekening

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 275