a 'O a a 3 s NO 1 co 1 6» O NO ON kn 00 v, U rH 07 cd P cd 3 M 07 O rH rH u u bO S biD s x 07 'O 07 X x bD bb s3 s3 -H x •o f -! •H £3 O O co CQ U CU 07 o O H CM CQ T— •<N> •H s 07 X P— II 07 O X •H •H g u rH O 07 G U P< •*~3 0) -p 07 i G CQ KN 07 M rH •O •H rH -p c H cd cd CQ •H cd H 1 UN X UN 00 07 ON X G p g 5b 0) g UN rH •rH co cd X ON -P "r-0 T"~ 07 •H x u x 07 o -p P OQ U r— -P 07 CO •H ON P O X ON O EH g 07 07 -P rH .„tÖrü O 07 X -P O X CO CO x 07 07 07 O cm cd kn VO O cm co O O Tj- kn ln un LP» CO M0 Ox on co c\j KN I P- c C^- I KN KN KN CO r— KN 1 NO NO NO 1 KN KN CO O- CM «k CD O CM r CM I KN UN NO CM CO O CM NO ^3" KN CO M"0 M- p- O CM UN NO UN UN CO C— NO T— r— r- T— T- T— UN kn on kn NO on on kn CVJ CVJ O no CD P- 9» O on kn un co ho g 3 ho <d s, x d 07 a 07 pp NO CO TÏ- kn kn co vo O co NO ON cm O kn on on cm T 07 x x •H a CQ fH 07 P G 07 cd o o kn un p— ■nf vrv irv un kn UN KN x UN CM UN II KN CM CM C— kvf<nkn«n r- r- CM CM kn kn r- kn cn no no no no nn on kn no kn kn p<n on T- ON cm cm g 07 07 P rH cd 05 ho +a w O 07 p x on kn CM O cm un NO un NO on no T}" un kn on kn p O C XI I I o Tl- 1 I 1 TT O 1 1 1 KN UN CO 1 1 I KN UN CO 1 o UN ON CM NO 1 o UN ON CM NO O KN NO r- X O KN NO v- 1 T- UN O CO UN I r- UN O CO UN Y— T- T- CO T— X— Tj- CO T— T— X— KN r- y— KN UN CO r- UN TT CM UN CO r— O ao UN UN UN CO kn rr CO CO bO c x h0 CD 07 S'0 s xi g g 07 a 07 O KN CD CM CO p- CM KN O O Tj- NO UN i UN O CM kn kn kn CM O CM Mo kn TT T II CM i i i NMAfAlAi UN UN I NO P- C— KN ON x KN NO T- II CM 0) c Tj H <U T) Cli H •H -p ri a fiü <o a o O (U r-i r- oj K> «a- tr\ CO CO CO CO CO ON ON CN ON ON t- cm kn m-m co co co co co ON CN ON CN ON 1 G 07 i 1 O CM 07 G iI 07 X G O O O G 07 07 X 07 O cd <5 X rH c bO 07 X cd aU O cd G bo X O G G X rH C •H C CO G G O CQ 3 bo -H Jh bo co 07 •rh CO 07 •H 4-> 07 •f: X c -p •rH C X G •H 07 X 07 G 07 O •H U X O *r-0 PH H -H u u H 07 u G •H -H cd 07 -P 07 07 07 07 07 cd -p u G S CO x rH rH CO' •H Vaststellen van het exploitatiekostenbedrag als bedoeld in artikel 187, le lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, over het jaar 1985. Bijlage nr. 287. Leeuwarden, 13 oktober 1988. Aan de Gemeenteraad. Cfl •H S-i rt ■u <u VJ O CU CA Ingevolge artikel 187, eerste lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, stelt de Raad van de gemeente voorlopig het bedrag vast, dat elk jaar is uitgegeven voor elke soort van openbaar buitengewoon onderwijs Tevens stelt de Gemeenteraad jaarlijks voor elk van die soorten van onderwijs het bedrag vast dat, met inachtneming van het werkelijk aantal leerlingen en het ingevolge artikel 186 van genoemd besluit per leerling bepaalde bedrag, beschikbaar is gesteld voor het openbaar buitengewoon onderwijs en indien de hierbovenbedoelde bedragen verschillen, tevens het verschil. Deze vaststelling is van belang voor het bijzonder buiten gewoon onderwijs; de vast te stellen bedragen vormen de basis voor het bepalen van de aan de schoolbesturen uit de gemeentekas toekomende ex ploitatievergoeding. Deze vaststelling kan thans plaatsvinden over het jaar 1985. Overzichten van de werkelijke kosten van elke afdeling c.q. school voor buitengewoon onderwijs, liggen voor U ter inzage. De daarin vermel de beschikbaar gestelde bedragen zijn indertijd vastgesteld bij raadsbe sluit nr. 320 van 17 januari 1985 en thans berekend aan de hand van de gemiddelde aantallen leerlingen in het desbetreffende jaar 1985. Na de sluiting van de rekening van de gemeente over 1985 door Gedepu teerde Staten wordt de voorlopige vaststelling definitief. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp-besluit M <D 3 <U e> J-l Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 290